Mexico is een gewelddadig land waarin bewoners niet alleen constant om leven en dood strijden met criminele elementen, maar waar ook de alles verzengende hitte vooral op het arme platteland op de loer ligt. De Mexicaanse schrijver Emilano Monge heeft getracht die doodstrijd te vangen in zijn roman De Rauwe Hemel.
De hoofdpersoon van De Rauwe Hemel is Germán Alcántara Carnero. Als tienjarige jongen komt hij terecht bij een bende die landeigenaren en priesters terroriseert. Hij groeit uit tot de meedogenloze leider van deze bende en corrumpeert en ontwricht de omgeving waarin hij woont. De dood in de ogen kijkend, blikt Carnero terug op een aantal allesbepalende momenten in zijn leven.
Niet gemakkelijk
Schrijver Emilano Monge maakt het de lezer niet gemakkelijk met dit boek. In plaats van een chronologisch verhaal maakt Monge diverse sprongen in de tijd. Daarbij zoemt hij enorm in op een bepaald moment en beschrijft dit uitvoerig. Het is aan de lezer om een en ander in de juiste context te plaatsen.
Door het gebruik van veel herhalingen en een bijna dwangmatig aandoende schrijfstijl krijg je als lezer de indruk dat gebeurtenissen ellenlang gerekt worden. Je kunt het vergelijken met de bekende scene in western films waarin de twee hoofdpersoon in een verlaten stoffige staart tegenover elkaar staan in een shoot out.
Western
Het boek is doordrenkt met de sfeer van zo’n western film en bloed want Monge neemt geen gas terug tijdens het beschrijven van de vele moordpartijen waar hoofdpersoon Carnero bij betrokken is. Wat dat betreft doet De Rauwe Hemel nog het meest denken aan een Tarantino in boekvorm: bloedig, vol vreemde dialogen en na afloop vraag je je af wat je eigenlijk hebt zitten lezen.
Onno
Inderdaad een niet zo makkelijk maar schitterend boek met een geheel eigen stemgeluid. Kleine correctie: niet de hoofdpersoon blikt terug op zijn leven, maar de verteller, die de hele tijd zelf ook personage wil worden in het verhaal van Carnero.