Gehandicapte studenten willen het liefst zo normaal mogelijk leven en iedereen gunt hun dat ook, blijkt op een congres van de stichting Handicap + Studie. Maar wat is daarvoor nodig?
“Ik wilde vooral genieten van het studentenleven, een biertje drinken in de kroeg, om drie uur thuiskomen en dan de volgende morgen fris en fruitig naar college gaan”, zegt Maaike Kersten van Wiel & Deal, een stichting die gehandicapte studenten steunt bij praktische problemen.
Maar het is voor studenten met een functiebeperking niet zo eenvoudig om zorgeloos te studeren. Kersten zit in een rolstoel en kon maar moeilijk van haar studententijd genieten. Dat maakt haar vastbesloten om nu anderen te helpen.
Wandelstok
Ze is de enige gehandicapte in een panel met politici, studentvertegenwoordigers en onderwijsbestuurders. Hoewel, Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66) loopt een beetje moeilijk en gebruikt een wandelstok. “Maar ik heb wiskunde gestudeerd. Je moet wel heel veel niet kunnen wil je geen wiskunde kunnen studeren.”
Iedereen voelt zich bij het onderwerp betrokken. “Juist in het onderwijs moeten er eerlijke kansen zijn”, verwoordt Kamerlid Eppo Bruins (ChristenUnie) de stemming in de zaal. “Meer hobbels tegenkomen is gewoon niet rechtvaardig.”
Het publiek en de panelleden mogen met een rood of groen papiertje stemmen over stellingen die de gespreksleider opwerpt. Soms is de keuze wel heel makkelijk. ‘Studeren met een functiebeperking dient integraal deel uit te maken van de onderwijskwaliteit’, is de eerste stelling. Alle groene blaadjes gaan omhoog.
Prestaties
Maar hoe dan? De meeste aanwezigen hebben moeite met harde prestatieafspraken voor onderwijsinstellingen. Die werken niet, menen ze. Zulke afspraken zijn vooral gericht op rendement en snelheid. En voor gehandicapte studenten heb je juist flexibiliteit en maatwerk nodig.
Het helpt ook niet als bestuurders zeggen: wees allemaal flexibel. Goed onderwijs voor gehandicapten moet van ‘onderop’ komen, vindt vicevoorzitter Klaas-Wybo van der Hoek van Stenden Hogeschool. Daar drong dit idee door dankzij een paar docenten met hart voor dit onderwerp. Later kwam er pas beleid.
Maar waar kun je de onderwijsinstellingen dan op aanspreken? Op hun eigen ambities, misschien. De aanwezigen zien wel iets in ‘kwaliteitsafspraken’ binnen de onderwijsinstellingen zelf, waar de gehandicapte studenten dan bij betrokken worden: wat kan er hier beter?
Voorrang
De meest omstreden stelling gaat over werk na afstuderen. Moeten gehandicapten voorrang krijgen bij stages of vacatures? Oftewel, moet je bedrijven dwingen om mensen met een functiebeperking in dienst te nemen? Liever niet, zeggen de aanwezige gehandicapten. “We willen aangenomen worden om wat we kunnen”, stelt één van hen in de zaal. Ook Luc Nibbeling van het Interstedelijk Studenten Overleg is tegen zulke voorrang, na overleg met gehandicapte studenten: “De angst voor anders-zijn is groter dan angst om geen stageplek te vinden.”
Maar Martijn Otten van de Jonge Socialisten, de jongerenafdeling van de PvdA, kijkt er anders naar. “We moeten wel zorgen dat er genoeg plekken zijn waar mensen met een functiebeperking aan de slag kunnen”, zegt hij. “Je kunt wel tegen hen zeggen: jullie zijn precies hetzelfde. Maar als ze dan geen baan krijgen, ben je verder van huis.”
Prinses
Daar is niet iedereen het mee eens. Wel vinden ze allemaal dat mensen met een functiebeperking heel waardevol kunnen zijn in een organisatie, juist omdat ze op een andere manier naar de wereld kijken en de diversiteit vergroten. Dat zei prinses Laurentien, beschermvrouw van de stichting Handicap + Studie, eerder op de dag in haar openingstoespraak.
Dat zou alleen tot meer mensen mogen doordringen, was de gedachte op het congres. De strijd tegen vooroordelen is nog niet gestreden. En o ja, zorg ook dat de financiële steun aan gehandicapte studenten een beetje fatsoenlijk is. Dat ze in de ene stad honderden euro’s meer steun krijgen dan in de andere, vond iedereen raar. Zelfs Jonge Socialist Otten heeft er moeite mee, terwijl zijn partij toch aan dat beleid van decentralisering heeft meegewerkt. Misschien moeten de gemeenten een minimumbedrag aanhouden, oppert hij voorzichtig.
Punt. Of had jij nog wat?