Binnenkort is het zover en krijgen de tweejarige hbo-opleidingen (associate degree-programma’s) eindelijk een eigen, volwaardige plaats in het hoger onderwijs. Maar wat zijn de haken en ogen?
De ambities zijn nog altijd stevig. Dankzij de tweejarige associate degree-programma’s zullen mbo’ers sneller hun koudwatervrees overwinnen en aan een opleiding in het hbo beginnen, verwachten hogescholen en politici. En de werkgevers zullen vast en zeker staan te trappelen om personeel met een ad-diploma.
Maar erg hard gaat het nog niet sinds de opleidingen in 2006 gingen proefdraaien. Dit studiejaar begonnen er bijna 2.100 studenten aan een ad-programma. Dat is zo’n 2 procent van alle hbo-studenten.
Het kabinet wil daar iets aan doen en gaat de ad-opleidingen zelfstandiger maken. Tot nu toe waren ze een soort aanhangsel van vierjarige bacheloropleidingen. Nu krijgen ze een eigen plek in de wet, wat hun meer vrijheid geeft.
Donderdag gaat de Tweede Kamer hierover debatteren. Veel weerstand zal het wetsvoorstel waarschijnlijk niet oproepen. De meeste politieke partijen steunen het idee. Wel wil het ministerie de ontwikkelingen monitoren, want er zitten wat haken en ogen aan de ad-opleidingen.
1) Onbekend maakt onbemind?
De ad-opleidingen zullen grotere bekendheid moeten krijgen om meer studenten te trekken. De invoering van de wet “zal daarom gepaard gaan met voorlichting” aan mbo’ers, scholieren, werknemers en werkgevers, belooft de minister aan de Tweede Kamer. Of het helpt, zal moeten blijken. Grote instellingen als Saxion, de Hogeschool van Amsterdam en de Hogeschool Utrecht hadden in 2016 ieder minder dan tien eerstejaars, maar hebben de moed nog niet opgegeven.
2) Zullen zwakke hbo’ers afvloeien?
Het gevaar bestaat dat zwakkere hbo-studenten eieren voor hun geld kiezen en na een paar jaar ploeteren naar een ad-opleiding overstappen. Dan zouden ze meteen klaar zijn. Sterker nog, een hogeschool zou in theorie zijn zwakkere studenten op die manier kunnen lozen.
Dat is niet de bedoeling, bezweert minister Bussemaker. Aan de andere kant, misschien is het beter om een ad-diploma te behalen dan het bijltje erbij neer te gooien en het hoger onderwijs zonder diploma te verlaten. Hoe dit zal lopen, is een van de spannende vragen in dit dossier.
3) Langere weg naar bachelordiploma?
Oorspronkelijk waren de ad-opleidingen een soort opstapjes: met het papiertje in de hand hadden de ad’ers nog maar twee jaar nodig om een vierjarige hbo-bachelor af te ronden. Dat gaat nu veranderen, want de ad-opleidingen worden losgetrokken van hun bachelors.
Het gevolg is dat de overstap lastiger wordt. Ad-studenten krijgen ongetwijfeld vrijstellingen als ze willen doorgaan voor een bachelordiploma, maar hoeveel precies? Dat gaat het ministerie ‘monitoren’. Het is natuurlijk ook afhankelijk van de verwantschap tussen de twee opleidingen, legt de minister uit.
4) Is de uitval niet te hoog?
De opleidingen hebben nog een probleem: de uitval van mbo’ers is tamelijk hoog. Maar liefst één op de drie haalt het tweede studiejaar niet. In gewone bacheloropleidingen is dat minder: één op de vijf. Een deel van de ad-uitvallers waagt een nieuwe poging bij een andere opleiding, maar de meesten stoppen met studeren.
Dat is extra jammer omdat deze opleidingen nu juist bedoeld zijn voor mbo’ers en voor mensen die normaal gesproken niet zo snel in het hoger onderwijs terechtkomen. Die moeten wel een redelijke kans maken, anders komen ze straks niet meer.
5) Zijn het goede opleidingen?
De ad-programma’s duren twee jaar. Dat maakt deze opleidingen flexibel: als je ze aanpast aan de eisen van de arbeidsmarkt, is de nieuwe lichting twee jaar later al klaargestoomd. Verder worden de ad-programma’s gewoon gekeurd door accreditatieorganisatie NVAO, net als alle andere opleidingen in het hoger onderwijs.
Mbo-instellingen mogen geen associate degrees aanbieden. Wel mogen de hogescholen samenwerken met het mbo en deels op een mbo-locatie lesgeven, legt minister Bussemaker uit. Voorwaarde is dat minstens de helft van het ad-onderwijs aan de hogeschool zelf wordt gevolgd, waaronder de afstudeerfase en het afsluitende examen.
Punt. Of had jij nog wat?