Terug naar overzicht

Zijn studentenpartijen de sleutel tot meer betrokkenheid medezeggenschap op het hbo?

illustratie: Julika RunowMedezeggenschap bij hogescholen is nog niet bepaald een feest van de democratie te noemen. De belangstelling van studenten is klein, en van een verbetering lijkt nauwelijks sprake. Wat is de sleutel tot meer betrokkenheid?

Het is voor hogescholen niet altijd makkelijk om voldoende studenten te vinden die willen meebeslissen over de gang van zaken op de hogeschool. Bij Windesheim trok de centrale medezeggenschapsraad begin april aan de bel omdat studenten niet warm liepen voor een plekje in de raad: één student had zich tot dat moment verkiesbaar gesteld.

Door studenten langer de tijd te geven zich kandidaat te stellen en een ‘grote wervingscampagne’ werden op de valreep toch zeventien kandidaten voor zeven zetels gevonden. Uiteindelijk was de opkomst bij de verkiezingen 11 procent.

Elders liep het ook geen storm. Bij Avans stemde 5 procent van de studenten voor de medezeggenschapsraad, toch nog bijna een verdubbeling van het jaar daarvoor. Bij de Hogeschool Rotterdam was de opkomst weinig hoger. Daar bracht in december ruim 6 procent van de studenten zijn stem uit.

Partijvorming

De Hanzehogeschool Groningen laat zien dat het ook anders kan. Studenten doen er mee aan de verkiezingen in partijverband, waardoor ze een sterkere campagne kunnen voeren dan wanneer ze alleen op individuele titel verkiesbaar zijn. Van de hogescholen heeft de Hanzehogeschool hoogstwaarschijnlijk ook dit jaar de hoogste studentenopkomst: ruim 26 procent.

Wat verklaart de relatief hoge opkomst bij de verkiezingen? Volgens een actief partijlid van Lijst STERK van de Hanzehogeschool draagt partijvorming daar zeker aan bij, maar worden medezeggenschappers er door de hogeschool ook goed ondersteund. Tijdens de verkiezingen krijgen de deelnemende partijen geld om campagne te voeren om hun standpunten zichtbaar te maken. “Het is een beetje tegen elkaar opboksen. Politiek in het klein.”

Betrokkenheid
Bij de Hogeschool van Amsterdam deden er in 2016 voor het eerst twee studentenpartijen mee aan de verkiezingen. Prompt was de opkomst twee keer zo hoog als daarvoor, toen kandidaten nog individueel meededen. De rector van de HvA hoopte dan ook dat er meer medezeggenschapspartijen opgericht zouden worden, wat de betrokkenheid zou verbeteren.

Dat liep anders dan gehoopt. Dit jaar fuseerden de twee deelnemende partijen (HvASociaal en HvAnders) tot één partij (HvASamen). De studentenpartij levert negen van de twaalf student-leden van de centrale medezeggenschapsraad. De overige drie leden voerden individueel campagne. De belangstelling onder studenten werd er niet groter op: dit jaar nam slechts 5 procent de moeite om te stemmen, 3 procentpunt minder dan vorig jaar. Dat er uit meer partijen te kiezen valt, lijkt dus óók van belang.

Voor de centrale medezeggenschapsraad werden er bij de Hogeschool Utrecht dit jaar geen verkiezingen gehouden: die werd vorig jaar verkozen voor een termijn van twee jaar. Opvallend is dat in dat jaar verkiezingen werden gehouden met meer dan één partij, en dat die ook actief werden gepromoot. De opkomst schoot omhoog: van 1,6 naar 8 procent.

Continuïteit
Verkiezingen met meerdere partijen, die actief campagne voeren op verschillende thema’s; zou dat een manier zijn om de betrokkenheid van studenten te verhogen? Gijsbert Brinkman, bestuurslid van het Studenten Overleg Medezeggenschap (SOM), denkt van wel.

“Uit ervaring weten we dat het zeker effect heeft”, zegt hij. “Het is eigenlijk heel simpel. Als je een partij hebt die helpt om een campagne op te zetten, is het veel makkelijker om je standpunten kenbaar te maken. Dat idee promoten wij ook actief bij onze achterban.” Maar ook de kwaliteit en de continuïteit van medezeggenschap kunnen erop vooruit gaan. “Met telkens wisselende leden gaat veel kennis verloren. Binnen een partij blijft die kennis beter hangen.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?