Vorig jaar studeerden maar liefst 112.000 internationale studenten aan Nederlandse hogescholen en universiteiten, meer dan ooit. Ook dit collegejaar komt één op de vijf studenten uit het buitenland. Kan ons onderwijs dat wel aan?
De universiteiten zijn in een wedloop verwikkeld geraakt als het aankomt op het aantrekken van studenten, stelde de Groningse student Jasper Been vorige week in een opiniestuk in NRC. Daarvoor hebben ze een nieuwe markt ontdekt: de internationale student.
Dat zorgt voor onvrede: er wordt geklaagd over de vermeende ‘verengelsing’ van het onderwijs en het tekort aan studentenkamers, terwijl ook de vraag rijst of fixusopleidingen de Nederlandse student geen voorrang moeten geven.
Werkdruk
En doordat er steeds meer studenten bijkomen, neemt de werkdruk in het hoger onderwijs toe. Het aantal docenten stijgt namelijk niet evenredig mee, stelt Been. En omdat de rijksbijdrage per student daalt, zou het hoger onderwijs steeds minder te besteden hebben.
Moet het aantal internationale studenten dan niet omlaag, zodat er meer geld overblijft? Dat heeft geen zin, zegt woordvoerder Anne Lutgerink van internationaliseringsorganisatie Nuffic. “Instellingen ontvangen voor elke student uit de Europese Economische Ruimte (EER) de rijksbijdrage van ruim zesduizend euro. Net zoveel als voor Nederlandse studenten.” Voor de duurdere medische en technische opleidingen is die bijdrage hoger.
Voordelig
Omdat internationale diplomastudenten, die hier niet op uitwisseling zijn, gemiddeld sneller afstuderen dan Nederlandse studenten, zien instellingen ze graag komen, legt Lutgerink uit. “Ze verhogen het aantal nominaal behaalde diploma’s, en dat levert geld op. In die zin zijn ze dus voordelig.”
Voor de opleiding van studenten van buiten Europa krijgen hogescholen en universiteiten geen geld van de overheid. Daarom vragen ze het veel hogere instellingencollegegeld. Dat varieert afhankelijk van de opleiding tussen de achtduizend en veertienduizend euro.
Voor de werkdruk maakt het niet uit of een instelling meer internationale studenten binnenhengelt. Van het geld dat ze meebrengen, kunnen gewoon docenten worden aangenomen.
Een rem op internationalisering is volgens Lutgerink sowieso geen goed idee. “Even los van de waardevolle ervaring die een periode in het buitenland oplevert: als buitenlandse studenten na hun afstuderen in Nederland blijven, zorgt dat voor een brain gain. Dat geeft onze economie ook weer een impuls.” Internationale studenten leveren de Nederlandse schatkist ruim anderhalf miljard euro op, berekende Nuffic een jaar geleden.
Punt. Of had jij nog wat?