Erwtensoep, heldere groentesoep of linzen en currysoep, elke dag worden er verschillende soepen geserveerd in de kantines op alle Avanslocaties. Maar wat opvalt: de soepen zijn vrij zout van smaak. Of is dat maar subjectief? En hoe worden die soepen eigenlijk gemaakt?
Iedere ochtend staat de Bossche kok Rien van de Krabben in zijn koksbuis in de grote pannen te roeren. Een soep die hij die dag moet maken, staat vast volgens de planning van cateraar Eurest. Welke tweede soep er gemaakt wordt, maakt niet uit.
Halffabricaat
“De meeste soepen worden gemaakt op bouillonbasis”, vertelt de kok. Hij tovert een pot bouillonpoeder van Knorr tevoorschijn uit een van de kasten in de kantine. “De soepen zijn dus halffabricaat”, wijzend op de grote pot. “Zelf gooien wij er nog allerlei verse ingrediënten bij. Zoals groenten of gehaktballetjes.”
“We houden de richtlijnen op de verpakking aan. Er zit dus niet teveel zout in. Wanneer de pan wat leger is, kan het wel zijn dat de soep zouter is. De ingrediënten zijn dan meer naar beneden gezakt.”
Aanbevolen hoeveelheid
De kok pakt de voedingswaardekaarten van de soepen erbij. Hier staat in percentages op aangegeven hoeveel van de dagelijkse behoefte wat betreft suikers en zout in de soep verwerkt zit. Gemiddeld bevat één portie soep ongeveer 30 procent van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zout. Dat is zes gram per dag voor volwassenen volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum. In een kopje soep uit de kantine zit ongeveer 1,77 gram zout. Er gaat 20 gram bouillonpoeder op één liter water. Wanneer je zelf soep maakt, gaan er twee tabletten van 5,6 gram per stuk per liter in. Dat is dus de helft minder dan in soep van Avans. Rien proeft elke ochtend de soep, om te kijken of het goed op smaak is. “Maar ik zal tussendoor vaker de soep proeven! En als het inderdaad te zout is, geef het ook bij mij aan.”
Wat vinden jullie van de soep?
Punt. Of had jij nog wat?