“Bij mijn sollicitatie voor deze aanstelling heb ik gezegd dat iedere student van de academie zou moeten weten van het bestaan van het lectoraat”, zegt Theo Noij, lector Analyse in de Life Sciences. “Die mening werd destijds niet door iedereen gedeeld.
Gemiddeld zijn er elk jaar zo’n tien tot twintig studenten direct betrokken bij het lectoraat. Het zijn vooral stagiairs en afstudeerders van de opleidingen Chemie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Een meerderheid van de studenten komt weliswaar niet direct in aanraking met wat wij doen, maar de kennis die wij opdoen in bijvoorbeeld nieuwe onderzoeksmethoden wordt wel meteen ingebracht in colleges en het curriculum. Studenten doen daar hun voordeel mee, al staat er nergens “powered by het lectoraat” of iets dergelijks. We zouden wat dat betreft meer kunnen doen aan de naamsbekendheid.”
Buitenbeentje
Waar de meeste lectoraten draaien rondom een overkoepelende onderzoeksvraag, is Analyse in de Life Sciences een buitenbeentje. “Wij werken vraaggestuurd. Wij onderzoeken iets omdat iemand anders, vaak het bedrijfsleven, iets wil weten. Onderzoeksvragen ontstaan bij ons dus vaak niet vanuit de kenniskring.”
‘We doen onderzoek voor biobased, maar ook veel dat te maken heeft met gezondheidszorg en milieu’
Het lectoraat valt ook niet binnen een van de expertisecentra van Avans. “In het verleden is daar wel over nagedacht, maar wij zijn moeilijk in 1 expertisecentrum op te nemen, omdat ons onderzoek juist erg breed toepasbaar is. We doen onderzoek voor biobased, maar ook veel dat te maken heeft met gezondheidszorg en milieu. Binnenkort komt daar ook forensisch bij. We hebben daar een subsidieaanvraag voor ingediend en die maakt goede kans.”
Meetmethodes ontwikkelen
Het belangrijkste onderdeel van het lectoraat is nieuwe meetmethodes ontwikkelen. “Stel iemand wil weten welke eiwitten verantwoordelijk zijn voor een allergische reactie, dan gaan wij een methode opzetten, valideren en in de praktijk verifiëren om die eiwitten te kunnen meten. Daarna dragen wij de opgedane kennis over aan andere laboratoria.”
Toen Noij begon als lector deed hij dat 1 dag per week, de rest van de tijd was hij hoofd van de afdeling chemie bij Charles River. “Dat was moeilijk vol te houden. Je zit continu in een spagaat. Je hebt te weinig tijd om de mogelijkheden die je voor het lectoraat ziet, allemaal te benutten. Charles River wil investeren in de connectie met het onderwijs en heeft mij nu voor drie dagen in de week bij Avans gedetacheerd.”
Meer tijd
Noij heeft nu meer tijd om voor zijn rol als lector. “Bij de Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu werken veel gepromoveerde docenten. Ik hoef niemand te leren hoe ze onderzoek te moeten doen. Wat ik wel doe is meedenken over onderzoeksmethodes, sparren over de strategie en subsidies aanvragen.”
‘Juist de nabijheid van de opleidingen is belangrijk’
Het is voor studenten mogelijk om af te studeren bij het lectoraat. “Op dit moment hebben we veel studenten binnen, maar dat is ook wel eens anders. Studenten zien het lectoraat als onderdeel van de academie. Terwijl we een zelfstandig onderdeel zijn, en onszelf als een bedrijf beschouwen. We hebben ooit overwogen om met het lectoraat op een locatie buiten de hogeschool te gaan zitten, zodat afstudeerders niet binnen dezelfde muren zaten als ze al drie jaar deden. Maar juist die nabijheid van de opleidingen is ook belangrijk.”
Als lector had Noij voorheen vrijwel geen gelegenheid voor veel contact met studenten, dat is nu meer geworden. “Die onderwijstaak lag bij docenten in de kenniskring. Nu kan ik daar wel meer tijd voor maken. Bijvoorbeeld in de begeleiding van afstudeerders en mogelijk in de toekomst het geven van colleges. Ik vind het mooi om jonge mensen te kunnen helpen in hun ontwikkeling. Wat dat betreft zit ik hier op de juiste plek.”
In magazine 4 van Punt lees je meer over Avanslectoren:
Theo Noij
De subsidieaanvraag is toegekend!! Het gaat om een RAAK-Publiek subsidie van 250.000 euro voor een project over daderprofilering aan de hand van analyses van haar. In het prject werken we samen met o.a. NFI, Universiteit Maastricht en recherche.