Terug naar overzicht

Een kijkje in het leven van Prins Carnaval en Avansdocent Prins Luuk XLVI

Carnaval betekent voor de meesten vijf dagen bier drinken in een onesie, áls ze het al vieren. Hoe anders is dat voor Jan Crooijmans, docent aan de Avans Academie voor Associate degrees in Den Bosch. Hij zwaait voor en tijdens carnaval als Prins Luuk XLVI de scepter in Ganzendonck, ook bekend als Beek en Donk.

‘Bende gij helemaal gek’, was het eerste dat Jan dacht toen hij werd gevraagd als Prins Carnaval door de Teugelders, de plaatselijke carnavalsvereniging. Het was 13 juni 2017 en de zomer moest nog beginnen. Een volmondig ‘ja’ volgde. “Ik had totaal geen zicht op wat zou volgen, ik wist maar voor de helft van wat deze functie inhoudt.”

Vereerd
De docent is nooit betrokken geweest bij de vereniging. Je treft hem ook niet snel lallend in een stampvolle kroeg. Hij noemt zichzelf ook geen echte carnavaller, al is de definitie van carnaval vieren voor iedereen anders. “Maar die sociale activiteiten eromheen zoals een sauwelavond of vroeger tijdens de kindermiddagen met een biertje langs de zijlijn toekijken. Dát is voor mij carnaval. Toch leek het me nog leuk ook”, vertelt hij, doelend op het prins zijn. “Ik voelde me vereerd dat ze mij vroegen. Een Prins Carnaval is toch een persoon waar men tegen op kijkt.”

‘Je moet een kartrekker zijn, niet bang voor aandacht’

Prins Carnaval word je niet zomaar. Een geschikt persoon voor de ceremoniële functie wordt op diverse plekken geselecteerd op basis van verdienste voor de carnavals vereniging. Maar niet altijd, zoals bij Jan. Hij werd benaderd vanwege zijn ‘plek binnen de samenleving’. “Als er wat te doen is in Beek en Donk, dan ben ik erbij. Je moet een kartrekker zijn, niet bang voor aandacht. Kom je als Prins Carnaval een ruimte binnen gewandeld, zijn álle ogen op jou gericht.”

Prins Luuk en zijn adjudant


Een groot hoogtepunt

Als Prins Luuk XLVI van Ganzendonck woont hij zo ongeveer elke avond een activiteit bij. Twister spelen, naar de dansmariekes kijken, sauwelavonden, langs bij de wagenbouwers, dementerende ouderen bezoeken, naar de carnavalsclubs van omringende dorpen. Het is een kleine selectie van alle avond- en weekendprogramma’s sinds zijn benoeming op 18 november. Sindsdien staat er een groot schip in zijn voortuin, niet te missen dat daar de prins woont. Tijdens de prinsenreceptie in januari serveerde hij shotjes dropshot en chocolademouse. “Echt een hemelse combinatie!” En zat hij voorop een tractor die door het dorp reed. “Het is tot nu toe één groot hoogtepunt”, vertelt Jan.

Wanneer Jan praat over zijn functie, zie je hem opleven, zijn ogen glunderen. Het klinkt misschien zwaar, naast een fulltime baan bij Avans als docent. “Als je op een zaterdag denkt: ik heb geen zin, ik blijf lekker thuis, nee dat kan niet! Maar het is écht heel leuk!”, benadrukt hij meerdere keren tijdens het gesprek. “Maar het vraagt wel wat van je.” Lachend: “Op het werk vroeg iemand een keer: was het laat gisteren Jan?”

Tradities
Laveloos tref je Jan niet aan als hij de publieke functie van prins bekleed, dat is not done. En het kostuum is heilig voor de Teugelders. Een keer haalde hij en zijn kompanen nog even door na een activiteit. “Iemand ging toen aan de haal met mijn witte cape.” Moet kunnen, dacht Jan. “Maar dat kon volgens de anderen écht niet. Mijn steek stond een keer een kwartslag gedraaid, kon ook niet. Bij de verenigingen in dorpen heb je te maken met diepgewortelde tradities.” Die tradities van vroeger uit zijn ook de reden dat de functie elk jaar bekleedt wordt door een man, nooit door een vrouw. Want zo gaat het al jaren, en zo moet het.

‘Bij de verenigingen in dorpen heb je te maken met diepgewortelde tradities’

November, december, januari en februari staan nu non-stop in het teken van carnaval voor Jan, na dinsdag zit het erop. Of hij blij is dat het er straks op zit? “Ja en nee”, wederom benadrukt hij hoe leuk het hele avontuur is. “Ik zal ook geen traantje laten, daar ben ik te nuchter voor. Een brok in mijn keel? Dat wel. En als er dan toch een traantje valt, dan is het niet vanwege verdriet, maar van blijdschap. Omdat het zo groots was.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?