Terug naar overzicht

Samenwerken met China, kan dat wel?

Foto: pixabay.com

Zal het Chinese hoger onderwijs de wereld gaan domineren? De sprekers op een Utrechtse conferentie hadden hun twijfels: er liggen ongekende mogelijkheden, maar repressie en censuur gooien misschien zand in de raderen.

Afgelopen maandag kwamen allerlei docenten en onderzoekers bijeen in een mooie katholieke schuilkerk in Utrecht. Tussen de zuilen en schilderingen spraken ze over China en het hoger onderwijs. Ze waren er op uitnodiging van de Utrechtse hoogleraar higher education systems Marijk van der Wende, die een seminar organiseerde voor het Utrecht Centre for Global Challenges (UGlobe) en het Leiden Asia Centre.

Vraag van de dag: wat zijn de mogelijkheden voor samenwerking met de universiteiten van China, nu dat land onder het motto One belt, one road met steeds meer landen op allerlei terreinen wil samenwerken en een soort nieuwe zijderoute in de richting van Europa maakt?

De aanwezige onderzoekers wilden graag samenwerken met Chinese collega’s, maar ze konden moeilijk om het grote probleem van de Chinese censuur heen. Die maakt samenwerking soms lastig, bleek uit de meeste betogen.

De top
Chinese universiteiten zouden in principe kunnen doorstoten naar de top, stelde Harvard-hoogleraar Chinastudies William Kirby. Nu is Amerika nog dominant, maar daar kan zomaar een einde aan komen. President Trump wil de klimaatwetenschap zo ongeveer om zeep helpen en vaart een isolationistische koers. Ook is het publieke universitaire onderwijs in de VS ronduit in gevaar en dat kan uiteindelijk gevolgen hebben voor het hele Amerikaanse hoger onderwijs.

Kan China in het gat springen? Je zou denken van wel. In de ranglijsten schieten de Chinese universiteiten omhoog en de campussen zijn er mooi en wijds. Stanford, Harvard, Columbia… veel Amerikaanse universiteiten hebben al een dependance in China. Kirby: “Waarom zou je naar Oxford willen, op een mistig eiland dat zich van de wereld afkeert, als je ook naar een ambitieuze campus in China kunt?”

Nobelprijs voor de vrede
Toch er is een goede reden waarom studenten en onderzoekers er misschien weinig voor voelen. Kirby toonde, met gevoel voor drama, een foto van een lege stoel bij de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan Liu Xiaobo. De man heeft nooit een vlieg kwaad gedaan, aldus Kirby, en stierf in gevangenschap. Het is een smet op het blazoen van China en dat werkt nu eenmaal door.

Andere sprekers konden dat niet ontkennen, maar benadrukten dat samenwerking toch interessant is. Sommige wereldproblemen kun je nu eenmaal niet in je eentje oplossen. Van vergrijzing tot technologische doorbraken, je hebt elkaar nodig.

Sterker nog, het is voor Europa een geweldige tijd om met China samen te werken, verdedigde hoogleraar Nian Cai Liu van Shanghai Jiao Tong University. Hij is een van de grondleggers van de wereldwijde ARWU-ranking van beste universiteiten ter wereld. China werkte altijd veel met Amerikaanse universiteiten samen, maar net nu de Chinese universiteiten echt opkomen en China veel geld vrijmaakt voor fundamenteel onderzoek, beginnen de Verenigde Staten onder het bewind van Trump een beetje vijandig te doen. Geen wonder dat China naar Europa kijkt.

Censuur
Over vrijheid en censuur kon hij vermoedelijk niet zomaar praten. “Ik hoop dat u het met me eens zal zijn dat elk systeem en elke universiteit zijn eigen kenmerken heeft.” Dat geldt ook voor Nederland en zijn universiteiten. “Persoonlijk denk ik dat de Chinese kenmerken, wat die ook zijn, de beste keuze zijn voor China.”

Hij probeerde vooral de overeenkomsten tussen Chinese en Europese universiteiten te benadrukken. “Ik merk niet zoveel verschil tussen goede Chinese onderzoeksuniversiteiten en Europese universiteiten.” Misschien zitten de verschillen vooral op “systeemniveau”, opperde hij.

De Utrechtse hoogleraar internationale economie Charles van Marrewijk zag het iets somberder in. Hij heeft zelf net een paar jaar aan Xi’an Jiaotong Liverpool University gewerkt. Het wordt volgens hem steeds moeilijker om buitenlandse wetenschappers voor langere tijd naar China te halen. Wetenschappers moeten het gevoel hebben dat ze in alle vrijheid en openheid hun werk kunnen doen aan een Chinese universiteit. “Daar zie ik wel een uitdaging”, zei hij.

Milieu
Maar de verschillen met China kunnen ook heel leerzaam zijn, zei de Twentse hoogleraar techniekfilosofie Peter-Paul Verbeek. Een Chinese promovendus die hij begeleidde, stelde bijvoorbeeld scherpe vragen over het milieuprobleem in de wereld. Democratieën lijken niet in staat om de opwarming van de aarde te stuiten, zeker niet nu ze met de opkomst van populistische partijen kampen. De wereld zou weleens gebaat kunnen zijn bij een meer Chinese aanpak, was zijn idee. Ook als je het daar niet mee eens bent, vloeien uit die botsing van ideeën wel interessante vragen voort, meent Verbeek, en alleen daarom al zou je met elkaar moeten samenwerken – niet alleen in de techniek, wat best mogelijk is, maar ook in de geesteswetenschappen.

Het bleef allemaal beleefd. De enige kleine aanvaring kwam aan het einde, toen de Utrechtse hoogleraar ethiek Marcus Düwell de verschillen tussen China en Nederland enigszins begon te relativeren en zei dat hier ook politieke druk op wetenschappers wordt uitgeoefend: denk maar aan sturing via de bekostiging van de wetenschap. Dat ging Harvard-hoogleraar William Kirby te ver. “Het enige wat ons hier kan overkomen, is dat de overheid de financiering stopzet. Die academische vrijheid, daar komen we meestal wel uit. Natuurlijk hebben wij onze problemen, maar niet als in China.”

Ook initiatiefnemer Marijk van der Wende zag alle problemen en vragen die samenwerking met China opwerpt, en die wimpelde ze zeker niet weg. Maar hoe moeilijk het soms ook is, in haar ogen moeten we uiteindelijk wel samenwerken, al was het maar “zodat we onze studenten dan beter kunnen onderwijzen”.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?