Terug naar overzicht

Hbo’ers lopen opnieuw niet warm voor medezeggenschap

illustratie: Julika RunowDe sterkere positie van de medezeggenschap leidt niet tot een hogere verkiezingsopkomst van studenten. De animo in het hbo is gering en daar is ook dit jaar geen verandering in gekomen. “Hoe kun je campagnevoeren als je verplicht naar les moet?”

Het Studenten Overleg Medezeggenschap (SOM), dat zich inzet voor studenten in hogeschoolraden, inventariseerde de opkomst bij verkiezingen van de centrale medezeggenschapsraden aan de tien grote hogescholen en de cijfers liegen er niet om: koploper is de Hanzehogeschool Groningen waar een kleine 20 procent van de studenten naar de stembus ging. Gejuicht werd er desondanks niet: de opkomst was vorig jaar 6 procentpunten hoger.

Toch steken de hbo’ers in Groningen er qua opkomst met kop en schouders bovenuit: bij Windesheim, de nummer twee op het lijstje, was de opkomst met ruim 10 procent slechts half zo hoog. De derde plaats gaat naar de Hogeschool Rotterdam waar 6 procent van de studenten zijn stem uitbracht. Inholland is met 3 procent de hekkensluiter in dit lijstje. Bij Avans was de opkomst 5 procent, daarmee staat de hogeschool op een zesde plaats samen met de Hogeschool van Amsterdam.

Meer verantwoordelijkheid
De medezeggenschap heeft dankzij de Wet versterking bestuurskracht sinds vorig jaar meer verantwoordelijkheid, inspraak en rechten. De leden beslissen bijvoorbeeld mee over de besteding van de leenstelselmiljoenen. Maar de animo voor de medezeggenschapsverkiezingen is er niet groter op geworden. Voor zover de cijfers bekend zijn is de opkomst bij de meeste hogescholen gelijk gebleven of gedaald.

De gemiddelde opkomst aan de tien onderzochte instellingen ligt op 6,78 procent. Ter vergelijking: bij de universiteiten ging gemiddeld 28 procent van de studenten naar de stembus. Overigens was ook daar de opkomst lager dan vorig jaar.

Aan universiteiten tonen de studenten van oudsher meer bij de medezeggenschap dan in het hbo en daar zijn verschillende verklaringen voor. Zo kennen de meeste universiteiten medezeggenschapspartijen terwijl studenten aan hogescholen doorgaans individueel campagne moeten voeren.

Partijenstelsel
Het HOP meldde vorig jaar al dat het invoeren van een partijenstelsel de opkomstcijfers ten goede komt. Zo kent de Hanzehogeschool, al jaren koploper qua studentenopkomst, een partijensysteem en bij de Hogeschool van Amsterdam verdubbelde de opkomst van 4 naar 8 procent toen zich in 2016 voor het eerst twee studentenpartijen in de verkiezingsstrijd mengden. Overigens fuseerden die al snel en de afgelopen twee verkiezingen ging nog maar 5 procent van de studenten naar de stembus.

Bij de Hogeschool Utrecht, waar de leden voor een termijn van twee jaar worden verkozen, gebeurde iets soortgelijks: de opkomst schoot omhoog toen er in 2016 meer dan één partij meedeed: van 1,6 naar 8 procent. Dit jaar staat de HU met een kleine 3 procent weer onderin het lijstje van grote hogescholen.

Tijdsgebrek
Een andere verklaring is de hoeveelheid uren die medezeggenschappers hebben voor hun taken. De verschillen met de medezeggenschap aan universiteiten zijn enorm. In het hbo krijgen medezeggenschappers sinds het sectorakkoord van dit voorjaar vier tot acht uur per week vergoed, terwijl ze aan universiteiten soms fulltime aan de slag mogen.

Verplicht naar les
Het tijdgebrek is de belangrijkste reden waarom de opkomst in het hbo ieder jaar weer tegenvalt, zegt bestuurslid Richard Gertsen van het SOM. “Om de medezeggenschap te laten leven, moet je campagne kunnen voeren en in elk geval je taken als raadslid kunnen vervullen.” Veel raadsleden in het hbo moeten vergadering laten schieten omdat ze niet worden vrijgeroosterd en verplicht naar les moeten.

Het cliché dat hbo’ers gewoon niet geïnteresseerd zijn in medezeggenschap, is volgens hem onjuist. “Je hoort dat bestuurders vaak zeggen, maar het klopt niet”, zegt Gertsen. “Studenten willen best de raad in, maar dan moeten ze wel tijd krijgen om hun taken goed te doen. Alleen dan gaat de medezeggenschap ook aan hogescholen leven.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?