De burgeroorlog in Bosnië mag dan wel twintig jaar geleden zijn afgelopen, op veel plekken is het leed dat het land trof, nog voelbaar. Via de stichting Just Sophie helpt een groep Nederlandse vrijwilligers in vluchtelingenkampen. Melissa Dartel, Social Work-alumnus en Mark Midavaine, tweedejaarsstudent Social Work, documenteerden een week lang wat deze vrijwilligers beweegt.
Het uiteenvallen van Joegoslavië en het uitroepen van de onafhankelijkheid van de republiek Bosnië-Herzegovina begin jaren negentig, monde uit in een burgeroorlog die duizenden Bosniërs het leven kostten. Er vonden gruwelheden en etnische zuiveringen plaats. Bij een gebrek aan plek op de begraafplaatsen, werd een voetbalveld gebruikt om lichamen te begraven. De heuvels rondom de hoofdstad Sarajevo transformeerden van glooiende heuvels in begraafplaatsen.
‘Vergeten’ oorlog’
“De kogelgaten zijn nog overal zichtbaar in de muren”, vertelt Melissa. “De burgeroorlog is een vergeten iets voor veel Nederlanders, maar de Bosniërs voelen de gevolgen nog elke dag.” Recent werkte radiozender FunX samen met De Correspondent en The Black Archives aan de serie Verzwegen Geschiedenis, waarin verhalen centraal staan die in de geschiedenisboeken ontbreken. Waaronder de Bosnische burgeroorlog en de gevolgen.
‘De burgeroorlog is een vergeten iets voor veel Nederlanders, maar de Bosniërs voelen de gevolgen nog elke dag’
Sinds het einde van de oorlog in 1995, stierven er nog achtduizend mensen door achtergebleven bermbommen. Het land krabbelt maar moeizaam op en de werkeloosheid is enorm. Tientalle mensen wonen nog steeds in een van de vluchtelingenkampen die toentertijd zijn gebouwd. Mark: “Gezinnen met kleine kinderen wonen in een klein schuurtje. Het vuilnis in de kampen wordt niet opgehaald en vervuild water sijpelt door de ‘straten.’”
De stichting Just Sophie, van oud Avansstudent Sophie Hooijmans, is actief op drie plekken in het land. In een opvangcentrum voor kinderen in Mostar en op twee vluchtelingenkampen nabij Tuzla, Visca en Banovici. Via een oproep voor vrijwilligers, kwam Melissa in contact met Sophie. Mark en Melissa vonden elkaar via academiegebonden activiteiten en een gedeelde interesse in filmen. “De stichting en vrijwilligers doen goede dingen daar in Bosnië”, vertelt Mark. Hij en Melissa besloten om een week lang de vrijwilligers te volgen tijdens hun werkzaamheden in de kampen. Melissa: “Met veertig graden in de zon een vijver graven, vinden ze dat nog steeds zo leuk als ze daar daadwerkelijk mee bezig zijn?”
‘Ze verkopen vondsten uit de nabij gelegen bossen voor wat inkomsten’
Kampen
De eerste helft van de week filmde ze in de twee vluchtelingenkampen. Het maakte indruk op hen beiden: “De mensen hebben helemaal niks. Ze verkopen vondsten uit de nabij gelegen bossen voor wat inkomsten.” Marc en Melissa volgen de groep vrijwilligers wanneer zij een vanuit Nederland meegenomen keuken installeren in een van de ‘huisjes’. “De oude keuken ging eruit en de nieuwe erin. Dit leverde veel bekijks op. De vrouw die de keuken kreeg, was er ontzettend blij mee. ‘Het is eigenlijk bizar om te zien dat iets wat voor ons zo normaal is, het hebben van een keuken, zo gewaardeerd wordt hier’, merkte een vrijwilliger op”, aldus Melissa.
Heel heftig, noemen ze wat ze waarnemen. Just Sophie richt zich in deze kampen vooral op ‘het er zijn voor de kinderen’. Zo worden er activiteiten georganiseerd en knuffels en kleding uitgedeeld. In het andere kamp gaan vrijwilligers aan de slag met de kinderen en stoepkrijt. “Toen de vrijwilligers na een tijdje terugkeerden, was de hele straat volgetekend met huisjes, bloemen, auto’s en regenbogen en liepen er ruim twintig kinderen met stoepkrijt in hun hand.”
Los Rosales
De tweede helft filmden Mark en Melissa in het opvangcentrum Los Rosales nabij Mostar, een grootschaliger project waar kinderen met een beperking worden opgevangen. “Hier helpt de stichting bij het opknappen en verbouwen van het gebouw.” Zo wordt er een lunchroom gebouwd zodat de jongeren met een verstandelijke beperking kunnen leren koken en Los Rosales meer zelfredzaam wordt. “Iedereen zet z’n schouders eronder en het is mooi om iets te kunnen doen wat hier echt een verschil maakt, de dankbaarheid is hier zo groot”, vertelt een van de vrijwilligers aan Melissa en Mark.
In één week schoot het duo “úren aan materiaal”. Het wordt nog een leuke klus om alles te monteren. De uiteindelijke documentaire kan Sophie gebruiken om meer vrijwilligers en donaties te werven voor haar stichting.
Punt. Of had jij nog wat?