Terug naar overzicht

Vrijwilliger bij de brandweer én reddingsbrigade: IVK-student Jelle helpt bij nood

Wanneer een speciale app op zijn telefoon begint te loeien, pakt student Jelle Swets zijn spullen en gaat hij als de wiedeweerga naar de brandweerkazerne. Want naast student Integrale Veiligheidskunde is Jelle vrijwilliger bij de brandweer. Én bij de Zeeuwse reddingsbrigade. “Net kreeg ik ook een melding”, vertelt Jelle. “Als ik niet in college had gezeten, was ik daarop afgegaan.”

“Ik ben bijna al mijn vrije tijd kwijt aan de brandweer”, vertelt Jelle. Afhankelijk of er een prio 1 of prio 2 melding binnenkomt via de app, pakt hij snel zijn spullen en reist hij af naar de kazerne in Heusden, waar hij actief is. “Meer informatie dan de melding over de situatie hebben we niet.” Wanneer hij en zijn collega’s in de brandweerwagen zitten, speculeren ze vast over wat ze aan gaan treffen. Ter plekke kijken ze wat zij kunnen doen en of de  beroepsbrandweermannen zelf nog hulp nodig hebben.

Maar wat als anderen net als Jelle een keer niet op een melding af kunnen komen? “Voor elk voertuig is een bezetting van 250 procent. Voor onze tankautospuit bijvoorbeeld zijn er zes man nodig om uit te rukken. Daarom staan er minimaal vijftien mensen op. Zo komt het bijna nooit voor dat wij als post niet uit kunnen rukken. Ik weet dat dit in de afgelopen tien jaar dit één keer is voorgekomen. Mocht het bij ons bijvoorbeeld toch voorkomen dat wij niet kunnen uitrukken, worden naburige korpsen gealarmeerd. Zo komt de veiligheid niet in het geding.”

Reddingsbrigade
Wanneer Jelle niet actief is bij de brandweer of in de collegebanken zit, helpt hij in het Zeeuwse Kamperland bij de reddingsbrigade. De ene keer kanoërs in nood, de andere keer verleent hij eerste hulp bij ongelukken. Het heftigste dat hij in zijn functie meemaakte, was een reddingsactie voor collega’s die vermist waren geraakt op zee. “Er vond een zeezwemtocht plaats. Voor de veiligheid van de zwemmers, voeren er boten mee. Het was windkracht zes en de golven waren aardig hoog.” De boot waar Jelle op zat, ging terug naar de haven van Neeltje Jans. “De wind rukte op, de golven waren tien meter hoog en het begon donker te worden.” De collega’s die normaal alleen op binnenwateren varen, zouden ook terugkeren naar de haven. “Maar toen wij aankwamen in de haven, zagen we de andere boot niet.”

Via de marifoon kwam er een melding over een omgeslagen boot binnen. Iedereen wist meteen dat het om de andere boot ging. Twee uur lang werd er in het donker gezocht naar de bemanning. “Gelukkig is iedereen gevonden.”

Stralen
Wanneer Jelle praat over zijn vrijwilligerswerk, straalt hij. “Het is echt mijn passie! We zijn een soort familie. Het is erg gezellig en leuk.” Iedereen heeft bijnamen. “Mij noemen ze ‘net-niet-brandweerman”, vertelt hij lachend. “Van de helft weet ik verder niet waar de bijnamen vandaan komen.”

Nee, er staat geen paal in de kazerne waar Jelle actief is. “Die hebben beroepskazernes vaak wel.” Jelle en zijn medevrijwilligers wachten ook niet af in de kantine van de kazerne tot ze op pad gestuurd worden. In dat opzicht is het werk van beroepsbrandweermannen en vrijwilligers zeker verschillend.

Na de zomervakantie begint de IVK-student aan de officiële opleiding tot brandweerman. “Dat traject duurt twee jaar.” Of hij daarna zijn studie laat voor wat het is en als brandweerman verder gaat? “Ik zie wel wat er komt!”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?