Terug naar overzicht

Minister wil opheldering van ‘promotiefabriek’ Tilburg University

De OCW-ministers Slob en Van Engelshoven willen tekst en uitleg van Tilburg University. Die lijkt zogeheten buitenpromovendi te gebruiken als verdienmodel.

Het journalistieke onderzoeksprogramma Argos wijdde zaterdag opnieuw een uitzending aan Tilburg University, die zou fungeren als ‘promotiefabriek’. Een van de hoogleraren begeleidde in zes jaar tijd maar liefst 77 buitenpromovendi.

Inkomstenbron
Deze onderzoekers schrijven hun proefschrift in hun eigen tijd. Ze behoren niet tot een onderzoeksgroep en maken nauwelijks gebruik van faciliteiten, maar leveren de universiteit wel geld op.

‘Dit soort praktijken zijn schadelijk voor het aanzien van de Nederlandse wetenschap in het algemeen en voor de doctorstitel in het bijzonder’

“Dit soort praktijken zijn schadelijk voor het aanzien van de Nederlandse wetenschap in het algemeen en voor de doctorstitel in het bijzonder”, zei Tweede Kamerlid Frank Futselaar dinsdag tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer. Hij kreeg mails van bezorgde wetenschappers die vraagtekens plaatsen bij de kwaliteit van de proefschriften en wil van de minister weten of dit ook bij andere universiteiten speelt. De SP’er vroeg ook om een overzicht van de aantallen van buitenpromovendi per universiteit.

Die cijfers gaan er komen, beloofde minister Arie Slob, die vanmiddag zijn collega Van Engelshoven verving. De ministers willen de universiteit om opheldering vragen en gaan ook met de VSNU en buitenpromovendi in gesprek, aldus Slob. De Kamer wordt op de hoogte gehouden.

Voorbarig
Onderzoek naar de kwaliteit van de Tilburgse proefschriften, zoals Futselaar voorstelde, vindt de minister voorbarig. Van Engelshoven wil eerst met de betrokkenen in gesprek. “We zullen de uitkomsten daarvan moeten gebruiken om te bezien of vervolgstappen nodig zijn”, aldus Slob.

Hij benadrukte dat buitenpromovendi ook een toevoeging kunnen zijn. “Ze vormen een belangrijke link tussen de universiteit en de samenleving en kunnen ervoor zorgen dat wetenschappelijke kennis sneller met de beroepspraktijk wordt gedeeld. Maar ook dat belangrijke maatschappelijke vragen en problemen binnen de wetenschap worden opgemerkt en opgepakt. Dat heeft zijn waarde.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?