“De zorg is nu nog te veel gericht op wat mensen niet meer kunnen. Ik doe een beroep op jullie om te kijken naar wat iemand wél kan. Dat maakt het leven een stuk leuker”, zegt Miriam Haagh, wethouder Gezondheid, Onderwijs en Wijkaanpak tegen de studenten van de minor Active Aging. Haagh was maandag bij Avans om uitleg te geven over de verschillende zorgtaken van de gemeente.
Het duurt even voor de groep derde- en vierdejaarsstudenten die de minor Active Aging volgen, opgewarmd zijn. Aan het begin van het gastcollege is het vooral wethouder Haagh die vertelt over hoe ze de politiek in is gegaan, wat haar drijfveren zijn en wat haar werk bij de gemeente Breda globaal inhoudt. Op het moment dat Haagh praktijkvoorbeelden gebruikt ter illustratie van de brede zorgtaken van de gemeente, ontstaat er een mini-Collegetour waarin studenten de wethouder bevragen:
“Er lag toch wel een plan bij de gemeente toen de wet maatschappelijke ondersteuning in 2015 in ging?”
“Ja, alleen hadden de gemeentes geen in zicht op de mensen om wie het ging. Op 1 januari kreeg iedere gemeente een bak met nummers van mensen. Wie dat zijn en wat hun werkelijke zorgbehoefte is, wisten we toen nog niet. We zijn die eerste periode vooral in gesprek gegaan met mensen om een goede zorgindicatie te krijgen.”
‘Wat wij willen is dat de professionals in de zorg, de mensen die over de vloer komen, aangeven wat er nodig is’
“Ik werk in de thuiszorg en merk dat een klant eigenlijk meer uren per week zorg nodig heeft, wat kan ik doen?”
“Wat wij willen is dat de professionals in de zorg, de mensen die over de vloer komen, aangeven wat er nodig is. Er is ruimte om de zorg op te schalen en later, als het mogelijk is, weer af te bouwen. Praat dus met de zorgaanbieder waar je voor werkt. Vaak gaan die eerst in gesprek met mantelzorgers om te kijken of op die manier het probleem opgelost kan worden.”
‘Jonge mantelzorgers helpen we door samen met hen het gesprek aan te gaan op hun school’
“Wat heeft Breda gedaan om te zorgen dat er meer mantelzorgers komen?”
“Mantelzorgers kun je niet kopen, dat word je van het ene op het andere moment. Breda zet daarom vooral in op ondersteuning van mantelzorgers. Zo bieden we cursussen aan ‘hoe om te gaan met dementie’ en we zetten vrijwilligers in om mantelzorgers te ondersteunen. Jonge mantelzorgers helpen we door samen met hen het gesprek aan te gaan op hun school. Veel jonge mantelzorgers schamen zich en durven niet om hulp te vragen. Dat geldt ook voor mensen die hun werk eigenlijk niet meer goed kunnen combineren met de mantelzorg die ze verlenen. Ook die mensen helpen wij. Echt lastig is het voor mensen met psychische klachten, die hebben vaak iedereen afgestoten. Die hebben geen mantelzorgers meer. De gemeente ondersteunt daarom ook organisaties die zich met deze groep bezighouden.”
“Hoe kom je als gemeente in contact met mensen die in zo’n sociaal element zitten?”
“We hebben een heel netwerk van hulpverleners in de wijk. Die mensen horen iets van buren en gaan dan zelf polshoogte nemen en gespecialiseerde hulp inschakelen. Zo kennen we in Breda het team bemoeizorg, daarin zitten mensen met kennis van psychische, sociale en verslavingszorg. Er zijn ook zorgmijders. Daar sta je een uur lang door de brievenbus mee te praten en ze doen niet open. Een week later praat je dan weer een uur door die brievenbus. In sommige gevallen moet je gewoon volhouden tot de deur op een kiertje gaat.”
“Hoe weet ik als buurman of buurvrouw wie ik moet bellen als ik merk dat iemand zorg nodig heeft?”
“Alle Bredase zorgorganisaties werken samen in Zorg voor elkaar. Dat is één telefoonnummer. Maar ondanks alle promotie rond dat Zorg voor elkaar en dat nummer, kent bijna niemand het. Als jullie weten hoe we dat beter kunnen doen, hoor ik het graag.”
Punt. Of had jij nog wat?