Moeten hogescholen en universiteiten nu al een tik op de vingers krijgen, als de inspraak van studenten bij de verbetering van het onderwijs te wensen overlaat? De minister vindt dat te voorbarig.
Klopt het dat studenten niet goed worden betrokken bij de besteding van de basisbeursmiljoenen, vroeg Lisa Westerveld (GroenLinks) in het wekelijkse vragenuur van de Tweede Kamer aan onderwijsminister Slob. Hij verving vandaag zijn collega Van Engelshoven.
Aanleiding voor haar vragen was de conclusie van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) eerder deze week dat de samenwerking tussen de medezeggenschapsraden en de instellingen niet soepel verloopt. Zo zouden studenten onvoldoende stem hebben in de plannen voor kwaliteitsverbetering en onder druk worden gezet om ze snel goed te keuren.
De onderwijsinstellingen krijgen de komende jaren miljoenen euro’s extra nu de basisbeurs is afgeschaft, staat in twee onlangs gesloten ‘sectorakkoorden’ (hbo en wo). Met dat geld moeten ze in samenspraak met studenten het onderwijs verbeteren.
Vinger aan de pols
“Het is goed dat het ISO de vinger aan de pols houdt,” complimenteerde de minister, maar hij voegde er meteen aan toe dat de studentenorganisatie als medeondertekenaar van de twee akkoorden haar zorgen met de betrokken partijen had moeten delen. Bovendien vond hij het nog te vroeg voor conclusies. “De instellingen zijn nog maar een paar maanden bezig.”
CDA’er Harry van der Molen viel Westerveld bij. Je zou kunnen zeggen dat de studenten te snel aan de bel trekken, erkende hij. Maar beter te vroeg dan te laat.
Maar de minister bleef bij zijn standpunt dat de afspraken hard genoeg zijn en dat het proces nog volop in gang is.
Punt. Of had jij nog wat?