De arbeidsmarktvooruitzichten voor leraren blijven voorlopig goed. In het basisonderwijs wordt over vijf jaar een tekort van ruim 4.200 voltijdse banen verwacht en in het voortgezet onderwijs 1.075. Al maakt het daar wel veel uit welk vak je geeft.
Minister Van Engelshoven stuurde vandaag een nieuw overzicht met de belangrijkste informatie over de onderwijsarbeidsmarkt naar de Tweede Kamer. Vooral basisscholen hebben steeds meer moeite om hun groeiende aantal vacatures vervuld te krijgen.
Startende leraren kwamen daardoor sneller aan de bak: 88 procent van degenen die in 2017 van de pabo kwamen, had binnen een half jaar een baan, tegen 83 procent in 2013. Bovendien hebben ze veel vaker een reguliere baan in plaats van een invalbaan, en eerder een vast contract.
Voortgezet onderwijs
Over vijf jaar komt het voortgezet onderwijs 1.075 fte tekort, en in 2028 maar liefst 1.600 fte. Het wordt vooral moeilijker om vacatures vervuld te krijgen in vakken als wiskunde, natuurkunde, Duits, Frans scheikunde, informatica en klassieke talen. Maar bij Nederlands, Engels, biologie en economie zullen de tekorten de komende jaren juist afnemen. Geschiedenis, levensbeschouwing, kunstvakken en lichamelijke opvoeding gelden nog altijd als “vakken met permanent lage tekorten”.
Van Engelshoven benadrukt dat er inmiddels allerlei maatregelen zijn genomen om het tekort te verminderen, maar dat het nog te vroeg is om de effecten daarvan terug te zien. Verder maakt ze de kanttekening dat de voorspellingen uitgaan van het meest positieve economische scenario. Mocht het tij toch keren, dan zullen de tekorten wat lager uitvallen.
Punt. Of had jij nog wat?