Terug naar overzicht

Kritiek op besloten stemmingen in hbo-medezeggenschap

Bij veel grote hogescholen stemt de medezeggenschapsraad achter gesloten deuren, soms uit angst om hun mening te uiten. Politici vinden dit zeer onwenselijk. “Medezeggenschap functioneert alleen in openbaarheid.”

illustratie: Janine Jansen
Illustratie: Janine Jansen

Nieuwswebsite Profielen meldde donderdag dat de centrale medezeggenschapsraad (cmr) van de Hogeschool Rotterdam niet in het openbaar stemt. Het stemmen, en ook een deel van de discussie, vindt plaats tijdens een schorsing waarbij het college van bestuur, het publiek en de pers de vergaderzaal moeten verlaten. Na de schorsing maakt de voorzitter de uitslag van de stemming bekend. Van de mogelijkheid om als raadslid een stemverklaring af te leggen, wordt nauwelijks gebruik gemaakt, aldus Profielen.

Raadsvoorzitter Sjoerd van Vliet vindt dat je in een raadsvergadering alles moet kunnen zeggen, staat in het artikel. “Maar je merkt dat we in deze organisatie nog niet zover zijn.” De geheimhouding schept een gevoel van veiligheid zodat iedereen vrijuit zijn mening durft te geven, bevestigt hij desgevraagd. Het zou niet nodig moeten zijn, erkent hij, maar de praktijk blijkt weerbarstig.

“Voor medewerkers in de raad kan het moeilijk zijn om openlijk in te gaan tegen hun leidinggevende en ook studentleden zijn soms bang voor consequenties,” aldus Van Vliet. Volgens hem vinden de stemmingen in Rotterdam “al jaren” in het geheim plaats.

Bijzonder vreemd
Dat lijkt moeilijk verenigbaar met de Wet op het hoger onderwijs en onderzoek (WHW), die voorschrijft dat een medezeggenschapsraad in de openbaarheid vergadert en besluit, zegt onderwijsexpert en jurist Peter Kwikkers. “De deuren mogen alleen worden gesloten als het over een persoon gaat of als er een zo groot belang van de instelling op het spel staat dat openbaarheid op later tijdstip aanvaardbaar is.” Kwikkers vindt het “bijzonder vreemd” dat de cmr van de Hogeschool Rotterdam dit niet doet.

Kamerlid Paul van Meenen van D66 denkt er hetzelfde over. “Nog los van de reden, is dit heel onwenselijk. Het gaat om zwaarwegende beslissingen – denk aan het instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. De medezeggenschap is superbelangrijk als tegenkracht van het bestuur, maar die functioneert alleen maar goed in de openbaarheid.”

Zorgelijke ontwikkeling
Collega-Kamerleden zijn het met hem eens: “Het is een vorm van vertegenwoordiging, dus als je op iemand stemt, moet je weten wat diegene namens jou doet”, vindt ook Frank Futselaar van de SP.

‘Als raadslid moet je verantwoording afleggen. En de minste verantwoording is dat men weet wat je gestemd hebt’

CDA’er Harry van der Molen, zelf ooit cmr-lid aan een hogeschool, spreekt van een zorgelijke ontwikkeling. “Als raadslid word je verkozen, dat is juist het mooie eraan. Maar dat houdt ook in dat je verantwoording moet afleggen. En de minste verantwoording is dat men weet wat je gestemd hebt.”

Geen uitzondering
Maar wat op papier vanzelfsprekend lijkt, blijkt in de praktijk toch geregeld anders uit te pakken bij de hogescholen – bij de universiteitsraden speelt deze kwestie niet. Want de Hogeschool Rotterdam is allerminst een uitzondering, blijkt uit een steekproef. Van de negen centrale medezeggenschapsraden die we benaderden – allemaal van grote hogescholen – stemmen er vijf doorgaans in beslotenheid.

De meest genoemde reden is dat de raad als één blok een standpunt wil innemen tegenover het college van bestuur. Dat zegt ook Arie Rinzema van de Vereniging van medezeggenschapsraden in het hbo. Hij deed het zelf ook altijd zo, toen hij voorzitter was van de cmr van Fontys. “Je neemt als raad samen een besluit, daar gaat het om. De stemverhoudingen zijn niet interessant en het bestuur hoeft die ook niet te kennen. Verder vind ik dat je als raadslid het genomen besluit moet verdedigen, ook al ben je het er eigenlijk niet mee eens.”

‘Heel menselijk’
Bestuurslid Hans Uijterwijk van de Vereniging van toezichthouders van hogescholen vindt geheime stemmingen evenmin bezwaarlijk. Als voormalig collegevoorzitter van – destijds – de NHTV weet hij niet anders dan dat de medezeggenschap in beslotenheid besluit. “In een ideale wereld voelen raadsleden zich vrij om te zeggen wat ze denken, maar toch: als je secretaresse bent van het college van bestuur en je zit ook in de raad kan ik me voorstellen dat je het moeilijk vindt om niet in te stemmen met iets wat het college voorstelt”, zegt Uijterwijk.

Dat is gewoon menselijk, meent hij, al zijn de arbeidsverhoudingen nog zo goed. Hij vermoedt zelfs dat anonimiteit voor sommigen een voorwaarde is om de medezeggenschap in te gaan. “En het is al zo moeilijk om voldoende raadsleden te vinden.”

‘Het is al zo moeilijk om voldoende raadsleden te vinden’

Uijterwijk maakt wel onderscheid tussen raden met en zonder fracties. Wie namens een partij in de raad zit, moet helder zijn over zijn stemgedrag, vindt hij, want dan ben je verkozen om inhoudelijke redenen. Bij individuele kandidaten is dat minder het geval. “Daar gaat het meer om persoonlijke kwaliteiten of om hoe iemand bekendstaat in de instelling.”

Onderliggend probleem
Bestuurder Martin Memelink van het Student Overleg Medezeggenschap, een zusterorganisatie van de LSVb, reageert in eerste instantie verbaasd, maar toont ook begrip. “Met een cvb-lid in de kamer heb je als raad nu eenmaal een ander gesprek.” Hij vraagt zich wel af waar de behoefte aan veiligheid vandaan komt. “Als veiligheid het argument is, lijkt er sprake van een onderliggend probleem, dat je met beslotenheid niet oplost.”

Het SOM gaat voorlopig geen actie ondernemen, maar Memelink adviseert de raden wel om het reglement van hun instelling te controleren. Dat zou moeten vermelden dat de raadsleden vrij zijn om te stemmen wat ze willen en dat ze daarvan geen nadeel mogen ondervinden.

In alle openheid je werk doen
Politici zijn stelliger. “Onveiligheid los je niet op door geheimzinnigheid, maar juist door in alle openheid je werk te doen,” zegt Van Meenen van D66. Medezeggenschappers die zich onveilig voelen kunnen altijd bij hem terecht.

CDA’er Van der Molen roept de raden op tot een “indringend gesprek”. “Dit kan niet. Je draagt verantwoordelijkheid en die kun je niet nemen als je niet staat voor je mening.” Raadsleden moeten volgens hem de moed hebben om duidelijk te maken waar ze voor staan. Hij ziet ook een rol voor het bestuur: “Openheid is alleen mogelijk als iedereen vrij is om te zeggen wat hij wil. Het is aan de instelling om te zorgen voor een open sfeer waarin dat kan.”

Punt. Of had jij nog wat?

alf

Ik herken de huiver voor openheid vd stemming In een ideale wereld van medezeggeschap zou dit moeten kunnen. Maar een gesprek met directie of collega's word toch "anders" als de mening binnen de medezeggeschap niet gelijk is aan de verwachting

2019-02-13 09:42:35

Meer lezen?