Terug naar overzicht

Zorgen voor je moeder: ‘Als ze manisch is, gaat ze duizend kilometer per uur’

Tien jaar lang zorgde Maxime Visser voor haar moeder. De tweedejaarsstudent Social Work in Den Bosch stond er nooit bij stil dat ze mantelzorger was. “Het voelde vanzelfsprekend. Er was niemand die zei: jij bent mantelzorger.”

Wanneer haar moeder manisch wordt, merkt Maxime het meteen. Ze merkt het in haar lichaamshouding, hoe ze praat, de grapjes die ze maakt. “En dan, als ze manisch is, gaat ze duizend kilometer per uur. Tot ze is opgebrand. Dan stort ze in.”

“Op het moment dat je manisch bent, sta je los van de realiteit. Je omgeving raakt dan vervreemd, mensen houden afstand. Vriendinnen zeggen: even niet.”

De moeder van Maxime is manisch depressief, een aandoening waarbij manische euforie en depressie elkaar afwisselen. Vaak is er dan niemand om haar op te vangen.

Tijdens een manische periode lijkt geen berg te hoog, schoonmaken en afwassen zijn triviale zaken. Bij Maxime thuis schoot het huishouden er daarom vaak bij in. Omdat haar ouders gescheiden zijn, woont ze alleen met haar moeder. Wanneer Maxime acht is, begint ze taken in het huishouden over te nemen. Dat was kopieergedrag. “Ik zag dat het huishouden bij vriendinnetjes thuis ook gebeurde, dus ben ik dat thuis ook gaan doen.”

Pissig
Tegen de tijd dat ze naar de middelbare school gaat, doet Maxime – ondanks hulp van haar opa, oma en vader – het grootste deel van het huishouden. “Ik wilde graag vriendinnen mee naar huis nemen en dat het er dan netjes uit zag. Dus maakte ik het huis zelf schoon.”

‘Mijn moeder is een goede moeder die af en toe niet kan’

Wanneer Maxime na school thuis kwam, deed ze de was of nam ze haar moeder mee om boodschappen doen. Dat ging niet altijd zonder slag of stoot. “Wanneer mijn moeder manisch was, snapte ze niet waarom ik het huishouden overnam. Dat kon ze toch immers zelf wel? Toch deed ze dat niet, ze was bezig met andere dingen. Daar kregen we soms ruzie over.”

“Ik kon daar heel pissig van worden. Ik deed het natuurlijk niet alleen voor mezelf, maar ook voor haar.”

Herken jij jezelf of zorg jij ook voor iemand? Je bent niet de enige! Bij organisaties zoals Vanzelfsprekend!? in Den Bosch kun je terecht voor vragen, ondersteuning, of gewoon een gezellige avond met andere jonge mantelzorgers. In Breda kun je terecht bij Steunpunt informele zorg Breda (StiB).

Daarnaast kun je een afspraak maken met je decaan. Die kan je helpen wanneer studie en zorg even niet te combineren zijn.

Delen
Pas wanneer Maxime stage loopt bij Vanzelfsprekend!?, een platform voor jonge mantelzorgers, komt ze erachter dat ze zelf al die tijd mantelzorg heeft verleend. “Toen ik daar achter kwam, voelde dat heel fijn. Ik kreeg bij Vanzelfsprekend!? erkenning voor alle zorg die ik voor mijn moeder heb gedragen.”

“Als je je ervaringen deelt, voelt het minder zwaar. Ik ontmoet nu ook veel andere jongeren die mantelzorg verlenen. Vaak zijn de problemen die zij thuis ervaren totaal anders dan de mijne. Toch herken ik veel, we hebben dezelfde stappen doorlopen: je ziet dat het niet goed gaat, dus neem je taken over.”

‘We mogen allemaal wel wat meer op elkaar letten’

Zelf ziet Maxime haar tijd als mantelzorger als iets positiefs. “Als ik terugkijk kan ik me de slechte tijden beter herinneren, maar die kan ik ook beter loslaten. Ik studeer Social Work en help anderen met mijn ervaring. Dat vind ik heel mooi. Ik hoop dat nu ik dit deel, anderen ook zeggen: volgens mij ben ik ook mantelzorger.”

Normale puber
De student Social Work neemt haar moeder niets kwalijk. “Mijn moeder is een goede moeder die af en toe niet kan. Dan valt ze uit. Wanneer het goed ging, hadden we het leuk samen. Ze hielp me met huiswerk en ik kon overal over praten, bijvoorbeeld op wie ik verliefd was. We gingen samen weg, soms op vakantie.”

Het liefst wilde Maxime een normale puber zijn. Dat is haar, vindt ze zelf, goed gelukt “Ik had het soms moeilijk met zorgen over mijn moeder. Maar ik ging gewoon uit en naar school, ik had vriendinnen en een vriendje.”

Wanneer Maxime 18 wordt, gaat ze bij haar vader wonen. “Dat was fijn. Ik had behoefte had aan rust om me heen.” Met haar moeder heeft ze nog steeds elke dag contact. “We hebben nu een betere band, ik kom er regelmatig langs om te buurten.” En wanneer nodig, springt ze even bij. “Zoiets laat je nooit los.”

‘Voor jou moet er ook zorg zijn. Anders stort je zelf ook in’

Taboe
Volgens MantelzorgNL, de landelijke vereniging voor mantelzorgers, draagt een kwart van de jongeren zorg voor een familielid. Toch is er weinig aandacht voor. Zonde, vindt Maxime. “Er ligt een taboe op het onderwerp. Als iemand tegen mij had gezegd: jij bent mantelzorger, dan was het voor mij een stuk makkelijker geweest. Dan had ik op zoek kunnen gaan naar lotgenoten en ondersteuning.”

Achteraf verbaast Maxime zich erover dat niemand ingreep of ondersteuning bood. Vaak had dat namelijk wel moeten gebeuren. Toen ze op de middelbare school een tijdje niet lekker in haar vel zat, is ze één keer naar een maatschappelijk werker geweest. Aan haar vertelde ze alles, terwijl zelfs haar beste vriendinnetjes van niets wisten. “Daar is vervolgens niks mee gedaan.”

Of wanneer ze met haar moeder naar de huisarts ging. “Die huisarts heeft me nooit apart genomen om me te vragen: ‘Hoe gaat het met jou?’ We mogen allemaal wel wat meer op elkaar letten. Vraag wat meer naar de ander.”

Voor andere jonge mantelzorgers heeft ze een boodschap: “Dat je voor iemand anders zorgt, is hartstikke goed. Maar voor jou moet er ook zorg zijn. Loop er niet te lang mee rond. Anders raak je overbelast en stort je zelf ook in. Dat is hartstikke zonde.”

Punt. Of had jij nog wat?

Debby

Hi Maxime, ik lees je stuk en lees een deel van mijn eigen leven.... ook mijn moeder is manisch depressief. Je hebt een goede beslissing genomen om voor jezelf te kiezen. Je kunt pas voor een ander zorgen als het met jezelf goed gaat. Sterkte!

2019-02-06 11:39:20

Meer lezen?