Hoe kijk jij tegen humor aan? Je wenkbrauwen fronsend bij alleen al die vraag, zou je kunnen antwoorden dat humor licht is. Humor is afleiding van de realiteit. Humor is entertainment. Humor is fun. ‘Humor om te lachen’. Punt. Er zijn denkers die nadenken over humor. De denker waar ik op doel heet Tim Fransen en hij schreef het essay Het leven als tragikomedie. Over humor, kwetsbaarheid en solidariteit. Het verscheen deze maand, april 2019, in opdracht van de Maand van de Filosofie.
Fransen daagt het standaardbeeld van humor als entertainment en vermaak uit. Fransen schrijft dat de enige bron van humor die hem interesseert de onvolmaaktheid, het gebrek en de mislukking is. Ofwel: het menselijk tekort. De enige functie die hem interesseert, is het vermogen van humor om ons dat tekort op een verzoenende manier onder ogen te laten zien.
Over welk tekort heeft Fransen het? Het menselijk bestaan is onlosmakelijk verbonden met een zekere tragiek, aldus Fransen. Life sucks, kun je ook zeggen. Niemand ontkomt aan ellende, omdat het onderdeel is van het leven zelf. Ons lichaam is fragiel. De geest van sommigen is vatbaar voor stoornissen en door onze biochemie is volmaakt geluk onhaalbaar en lijden onvermijdelijk. We zijn op zoek naar zekere kennis, maar emoties, eigenbelang en vooringenomenheid gooien roet in het eten. We willen het goede doen, maar onze natuur is er niet optimaal voor uitgerust. En alles waar we om geven is kwetsbaar.
‘Niemand ontkomt aan ellende, omdat het onderdeel is van het leven zelf’
Hoe gaan we met onze tekorten om? Door ze te ontkennen, in de analyse van Fransen.
Eén voorbeeld van ontkenning dat hij geeft is de schone schijn op sociale media. Prestaties, talenten en triomfen worden gedeeld. Verdriet, schaamte, onzekerheid en mislukkingen worden verhuld.
Fransen pleit voor een andere omgang met onze tragiek. In plaats van de tragiek te ontkennen, relativeert een komisch perspectief door iets naast ellende te plaatsen. Door te laten zien dat er naast het tragische iets anders kan bestaan, houdt het tragische op absoluut te zijn. Het is niet meer het enige, ellendige perspectief.
Dat komische perspectief vind je in films en series, aldus Fransen. Series en films die menselijke tekorten tonen. Humaniserende humor noemt Fransen het. Humor die laat zien dat relativering de helft van het verhaal is. Het is relativering (‘hè, gelukkig, ik ben niet de enige’) én confrontatie tegelijkertijd (‘shit ja, zo zijn wij allemaal’). Een aspect van humaniserende humor is de bron van waaruit je lacht. Lachen om juf Ank in De Luizenmoeder die een zwarte vader aanziet voor schoonmaker uit leedvermaak? Dan heb je nog wat te leren, redeneert Fransen. Lachen om juf Anks sociale onhandigheid vanuit een pijnlijk besef van herkenning? Dat is lachen uit medemenselijkheid.
Heleen Torringa is docent kritisch denken en ethiek bij de opleiding Communicatie in Breda. Ze promoveerde in 2011 op een proefschrift over kritisch denken.
Heleen Torringa
Vervolg: Fransen is dan ook niet geïnteresseerd in een alomvattende theorie over wat humor is, maar wat het kán zijn en welke functie - niet zozeer bijbedoeling - het kán hebben. En de bron van humor die hem interesseert is de onvolmaaktheid.
Heleen Torringa
Beste Lans, volgens Fransen is ironie zeker een potentiële bron van humor, net als overdrijving, absurdisme, understatement en vele andere bronnen. Er is alleen niet één enkel criterium dat ze met elkaar gemeen hebben.
Lans
Is de ironische humor wel oke? Gewoon zonder verdere bijbedoeling ? Gr Lans