Terug naar overzicht

Internationale studenten over het Nederlandse studentenleven: ‘De mannen zijn zo dun, die beentjes!’

Illustratie: Tim van Iersel

Op kamers wonen in een smoezelig studentenhuis, stappen op een doordeweekse avond, frikandel speciaal na het uitgaan, biertjes terugbetalen met Tikkie: de gemiddelde Nederlandse student is maar wat bekend met de clichés over het studentenleven. Maar hoe ervaren Avansstudenten die van buiten komen dat? We vroegen het aan Ioana Cotos (Roemenië), Eda Kücük (Turkije) en Nicolas Rodler (Duitsland)

Bier en blowen
Ioana: “Nederlanders zijn dol op bier. Dat lijkt wel het nationale drankje. Ik heb gehoord dat er zelfs liedjes zijn over bier!”
Nicolas: “Ja, bier is geliefd, maar in Duitsland is het net zo populair eigenlijk.”
Eda: “Hier is alcohol veel goedkoper dan in Turkije. Voor een biertje betaal je nauwelijks meer dan in de supermarkt. In Istanbul is alcohol heel duur in clubs.

Ioana: Maar Nederlanders drinken niet extreem veel of zo. In Roemenië is het erger. Sterke drank is daar een stuk populairder.”
Eda: “Ik heb trouwens niet het idee dat hier veel drugs wordt gebruikt.”
Nicolas: “Nee, volgens mij zijn dat vooral toeristen. Mijn Nederlandse studiegenoten lopen niet iedere dag te blowen of zo.”
Eda: “Mensen denken dat omdat het hier legaal is. Maar in Istanbul wordt er net zo goed geblowd, volgens mij niet minder dan hier.”

Stappen en huisfeestjes
Ioana: “Een huisfeestje hier lijkt wel op een netwerkborrel. Mensen zijn vooral aan het praten. Ik noem dat niet echt een feestje.”
Nicolas: “Niet? Ik vind het wel chill. Het loopt inderdaad nooit uit de hand, maar juist het relaxte aan huisfeestjes hier spreekt mij aan. Een beetje praten en bier drinken, dat is voor mij genoeg.”
Ioana: “Nou, het hoeft niet uit de hand te lopen, maar niemand dánst. Als ik naar een feestje ga, wil ik dansen. In Roemenië danst iedereen, mannen ook. En flirten doe je met lichaamstaal, niet door oeverloos te staan praten.”

Eda: “In Istanbul ga je naar een club om te dansen. Je blijft de hele avond in dezelfde club, omdat je hoge entreekosten betaalt. In Nederland ga je van kroeg naar kroeg en bestel je in sommige kroegen niet eens drankje.”
Nicolas: “En die muziek hier! Nederlanders zijn dol op hun elektronische muziek. Techno en house met Nederlandse teksten.”
Eda: “Ik heb echt een hekel aan de muziek in clubs hier. Ik krijg er hoofdpijn van. En ik versta niet wat ze zeggen. Voor elk Engels nummer worden vier Nederlandse nummers gedraaid.”
Nicolas: “Elk Nederlands liedje klinkt hetzelfde.”
Ioana: “Clubs zijn maar tot vier uur open. In Roemenië kun je tot zeven uur ‘s ochtends stappen. Een avondje feesten duurt hier veel minder lang, want iedereen gaat pas na twaalf de deur uit.”

Eda: “Maar het fietsen vind ik echt het allerergste. ‘s Avonds laat rijden er niet eens meer bussen.”
Nicolas: “Ik vind het juist heerlijk. Je bent niet gebonden aan tijden van het ov, je kunt na een feestje gewoon op de fiets naar huis. Dat is pas vrijheid.”

Rekening delen
Ioana: “De rekening delen, dat is zo Nederlands. Betaalverzoeken via Whatsapp, met Tikkie of zoiets. Dat vind ik zo geforeerd. Dat iedereen precies evenveel moet betalen.”
Nicolas lachend: “Ja, als er tien cent verschil is krijg je al een Tikkie.”
Eda: “Ik merk daar dus niets van. Mijn Nederlandse vrienden trakteren net zo vaak als ik. Volgens mij zijn Turkse studenten veel meer van het rekening delen. Vind ik ook wel logisch omdat je als student weinig te besteden hebt.”

Vette hap na het uitgaan
Ioana: “Dat is een te gekke traditie. Ik neem altijd kapsalon. Dat vind ik echt goddelijk.”
Eda: “Ik weet niet eens wat dat is.”
Ioana: “Oh, dat is zo lekker. Friet, shoarma en kaas. Te lekker.”
Nicolas: “En kroketten. Volgens mij zijn kroketten heel populair. Terecht ook.”

Eda: “Ik heb sowieso niet het idee dat eten hier een big deal is. In Turkije eet je ‘s middags en ‘s avonds heel uitgebreid. Hier eten mensen alleen maar brood.”
Nicolas lachend: “Ja, ze zijn dol op hun brood. Ik zou het niet eens brood willen noemen, Duits brood is lekkerder.”
Ioana: “Droge boterhammen met zoet beleg. Dat is echt heel Nederlands.”

Flirten
Nicolas: “Het cliché over Nederlandse vrouwen klopt wel. Vaak blond, allemaal lang en direct, op een leuke manier.”
Eda lachend: “De mannen zijn zo dun. Die beentjes! Ja, oké, ze zijn lang, maar ik vind ze zo mager. En ze hebben bijna geen gezichtsbeharing. In Turkije hebben ze op de middelbare school al een volle baard.”

Wonen in een studentenuis
Eda: “Dat is een grootverschil met Turkije. Daar ga je echt alleen op kamers wonen als je in een andere stad studeert, om praktische redenen. In Nederland worden studenten gestimuleerd om onafhankelijk te zijn. Je gaat hier in een gedeeld studentenhuis wonen en iedereen kookt en maakt schoon. In Turkije kookt je moeder gewoon. En als je in een andere stad studeert, woon je in een studio waar vaak warm eten bij inbegrepen zit. Dan hoef je na een dag colleges niet ook nog een warme maaltijd te koken. Ik vind het soms een beetje vermoeiend dat ik hier zelf moet koken, maar de focus op onafhankelijkheid is mooi.”

Nicolas: “Ik heb een Italiaanse huisgenoot die graag kookt, ideaal.”
Eda: “Het is gezellig in een studentenhuis. Ik eet en studeer heel veel met mijn Canadese huisgenoot. Als we tentamens hebben zitten we soms zeven uur lang in de keuken te studeren, maar we doen het wel samen.”
Nicolas: “Het mooie is dat je hier echt midden in de stad kunt wonen. In Düsseldorf wonen studenten in een hippe studentenwijk. Hier heb je geen campus of studentenwijk, nee je woont midden in het centrum in een huis met tuin.”
Eda: “De kleinschaligheid van Nederland is heel fijn eigenlijk. Je bent binnen twintig minuten in Rotterdam als je wilt. In Istanbul was ik nog langer bezig om van huis naar school te gaan.”

De Nederlandse student
Eda: “In mijn klas zitten vooral Nederlanders. Ze spreken allemaal goed Engels en in de klas doen ze dat ook. Maar buiten de lessen vind ik ze niet echt toegankelijk. Dan schakelen ze meteen weer over op Nederlands. Je merkt dat studenten hier echt genieten van hun studentenleven. Ze feesten best veel, maar halen alsnog hun tentamens. Plezier maken is belangrijk, dat vind ik eigenlijk heel goed.”

Nicolas: “Dat zie ik ook wel ja. En ik denk dat internationale studenten vaak iets ambitieuzer zijn, maar dat komt doordat ze echt al die moeite doen om in het buitenland te studeren. Dan wil je er alles uithalen.”
Eda: “Als je naar het buitenland gaat, wil je je ouders laten zien dat het al die moeite waard was. Je wilt ze niet teleurstellen.”

Dit artikel is ook in Punt 4 verschenen, te vinden in de witte bakken op alle Avanslocaties. Klik hier voor het online magazine.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?