Terug naar overzicht

Als kind vertalen voor je ouders: een ‘Kleine moeite’ volgens student Meyrem

Veel kinderen met een migratieachtergrond vertalen dagelijks voor hun ouders, familie of kennissen. Tijdens doktersbezoeken, gesprekken op school of lastige brieven. De kinderen verbinden werelden en spelen een belangrijke rol in het gezin, weet ook kunststudent Meyrem Altuntepe uit eigen ervaring. Voor ‘Kleine moeite’ interviewde, fotografeerde en filmde ze enkele kinderen in Tilburg West en ontwierp een onderscheiding voor hen.

Haar moeder spreekt de Nederlandse taal wel, maar ze begrijpt niet alles. Meyrem: “Door het bijspringen, wist ik veel van mijn moeder. Neem de medicijnen en de dosering die ze nodig heeft. Daardoor was ik als kind volwassen voor mijn leeftijd.” Nog steeds helpt Meyrem haar moeder met soms lastigere dingen.

Gewoon
De algemene opvatting is dat kinderen lekker kind moeten zijn. Daarom worden zulke situaties vaak als ongewenst beschouwd. “Zorginstellingen geven er een negatieve draai aan. Volgens hen is het lastig en niet goed voor een kind.” Maar Meyrem heeft juist goede ervaringen. “Ik doe dit al van jongs af aan. Ook voor mijn broertje, die slechthorend is en ondersteuning nodig heeft. Ik ben dus eigenlijk een verbinder voor hem en mijn moeder.”

Voor echte grote problemen neemt een vader of moeder geen kind mee. Het zijn vaak de kleine dingen. “Zoals bij de kassa. Of een brief met moeilijke woorden. Of school gerelateerde zaken.” Geen moment heeft ze haar gezinssituatie als vervelend ervaren. Ze was een kind en helpen deed ze gewoon. En, wist Meyrem; zo moeten er nog veel meer kinderen zijn die vertalen voor hun ouders.

Indrukwekkend
In de bibliotheek midden in de Tilburgse wijk waar Meyrem woont, benaderde ze kinderen die daar aanwezig waren. “Van de zeven kinderen die ik op één dag sprak, waren er vijf die vertalen voor hun ouders. Dat zag ik niet aan komen, dat was best indrukwekkend. Toen wist ik: ik moet het wijkcentrum gaan benaderen voor een samenwerking.” Ook via haar oude basisschool kwam ze in contact met kinderen.

Ze sprak ze ruim 35 kinderen, waarvan ze uiteindelijk vijftien vastlegde. De kinderen hadden roots uiteenlopend van Somalisch en Turks tot Marokkaans. “Ook sprak ik een Franse jongen. Een half-Antilliaans meisje. Een aantal Poolse jongens en meisjes. En kinderen die pas net in Nederland waren, zoals een meisje die vier jaar in Nederland woont.”

Ondertussen bouwde ze een speciale band op met de kinderen én ouders. “Eerst ontvingen de ouders een brief en kregen ze uitleg. En ging ik met het kind langs bij de ouders. Ik benadrukte dat het ook om een eigen project met persoonlijke inslag ging.” Meyrem documenteerde vervolgens een maand lang alle gesprekken in het wijkcentrum.

Positief
“Ik vond het als kind normaal om te helpen. Alle kinderen die ik sprak, zeiden: het is een kleine moeite.” Ze noemt het een hele positieve ervaring. “Net als ik zijn deze kinderen snel volwassen. En heel sociaal. Het viel op dat veel ook al weten wat ze later willen worden. Een kind (10) zei, heel tekenend: ik wil later docent worden en mensen dingen leren.”

“Ze snapten wel dat ik dit vastlegde, maar ze zeiden: het is heel normaal. De kinderen geven aan dat het leuk is te helpen, ‘dat doe je toch gewoon.’ Dat positieve wil ik ook weergeven, dat het geen probleem is. Ik heb wel eens gevraagd of ze weten dat er meer kinderen zijn die vertalen. Dat vonden ze leuk om te horen en ervaringen met anderen te kunnen delen.”

Taal oppikken
De ouders zijn heel trots op de kinderen, hoorde Meyrem. Veel van hen volgen een taalcursus, maar pakken de taal door hun leeftijd minder snel op dan hun kinderen. Bovendien, merkte de Kunststudent, is de omgeving van de ouders vaak klein. “Waardoor ze niet zo met de taal in aanraking komen.”

Een veelvoorkomende situatie. Zoals bij haar moeder: “Toen wij klein waren, had zij een grotere omgeving waarbij ze aan de taal werd blootgesteld. Nu ik ouder ben komt ze niet meer op school en spreekt ze alleen nog Nederlands met mij of de buren. Maar geen diepgaande gesprekken.”

Meyrem’s moeder ging tijdens het project een paar keer mee om te kijken. “Ze is trots, ze vindt het mooi om al die kinderen op beeld te zien: ‘Al die blije gezichten.’ Ze vindt het gaaf om te zien.”

Onderscheiding
“Later als je wat ouder bent, besef je pas wat je hebt gedaan. Je deed het gewoon. Later weet je: ik heb haar echt geholpen met met kleine dingen, ben er altijd geweest. Dat geef ik die kinderen mee en zet ze in het zonnetje. Binnenkort overhandig ik hen de onderscheiding en ik hoop de tentoonstelling ‘Kleine moeite’ op meerdere plekken te exposeren.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?