Wat te doen aan het lerarentekort? Koning Willem-Alexander en minister Van Engelshoven gingen op bezoek bij een basisschool en de pabo van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en praatten daar met studenten en zij-instromers.
Het was dinsdagochtend een grote verrassing voor zowel de leerlingen als de juffen en meesters van basisschool Aldoende in Amsterdam-Oost: hoog bezoek van Koning Willem-Alexander en minister Van Engelshoven. Langs de kleurrijke jassen en tassen in de nauwe gangen van het schoolgebouw liepen ze richting het klaslokaal op de tweede verdieping.
Het ontvangstcomité stond bij binnenkomst al klaar. “Voor jou komen we”, zei Van Engelshoven tegen één persoon in het bijzonder. Ze schudde de hand van Hugo Smeijer, een zij-instromer die zich heeft laten omscholen tot docent. Samen met het schoolbestuur en vertegenwoordigers van de HvA-pabo spraken ze over het lerarentekort en de positie van zij-instromers. Ook Miranda Timmermans, lector bij de Pabo van Avans en voorzitter van de Vereniging Lerarenopleiders Nederland was bij de bijeenkomst aanwezig. De Koning en de minister stelden veel vragen.
Meteen voor de klas
Smeijer begon twee jaar geleden aan zijn omscholingstraject op basisschool Aldoende. Meteen op de eerste dag moest hij voor de klas staan. “Ik heb de nacht ervoor niet geslapen”, geeft hij lachend toe. Toch gaf hij zijn baan in de horeca op om de overstap te maken. Hij wilde iets bijdragen aan de stad waar hij woont en besloot net als zijn ouders en oma het onderwijs in te gaan.
‘Het is te veel als zij-instromers dagenlang alleen voor de klas staan’
“Dit is hét moment voor zij-instromers”, zegt Smeijer. Met een subsidie van 20 duizend euro per persoon wordt het voor scholen aantrekkelijker gemaakt hen aan te nemen. Dat geld gaat naar de opleiding en de praktijkbegeleiding door collega’s. Dat is volgens Smeijer van groot belang: “Het traject valt of staat met de juiste begeleiding. Het is te veel als zij-instromers dagenlang alleen voor de klas staan.”
Hoge werkdruk en slechte begeleiding
Zelf had Smeijer alle ruimte om zijn grenzen aan te geven. Zo kon hij zijn werkdagen bij bassischool Aldoende terugschroeven van vier naar drie dagen. De rest van de tijd besteedde hij aan school en zelfstudie. Maar lang niet iedereen heeft die mogelijkheid. Zo hoorde hij genoeg andere verhalen van zij-instromers die door de hoge werkdruk, slechte begeleiding en het zware programma zijn uitgevallen.
Daar komt nog eens bij dat ze regelmatig moeten bijspringen als er niet genoeg leraren op school zijn. Dat wordt ook verwacht van deeltijders, voltijders en alle andere leraren in spe. Zij haken daardoor sneller af, zeiden ook de zeven studenten die dinsdagmiddag op de pabo met de Koning en de minister praatten.
Niet al te best imago
Hoe zit het eigenlijk met het imago van de leraar, wilde de Koning graag van hen weten. Daar is het niet al te best mee gesteld, vinden de meeste aanwezigen. Alleen de negatieve kanten lijken tegenwoordig in het nieuws te komen, terwijl er zo veel enthousiaste mensen in het onderwijs werken die het ontzettend naar hun zin hebben.
De Koning en minister Van Engelshoven sloten het werkbezoek af met een gedachtewisseling tussen onderwijsexperts uit het hele land. Daar kwamen enkele suggesties aan bod om het lerarentekort verder aan te pakken. Zo zou de doorstroom naar de pabo beter kunnen en de salariskloof tussen primair en voortgezet onderwijs kleiner moeten. De minister neemt alle inzichten woensdag mee in het debat over het lerarentekort in de Tweede Kamer.
Punt. Of had jij nog wat?