Terug naar overzicht

Studenten lijden onder prestatiedruk: ‘Mijn hoofd liep over. Ik wilde uit de ratrace stappen.’

Lara van den Bungelaar

Begin vorig studiejaar stortte Lara van den Bungelaar, tweedejaarsstudent Illustratie en Animatie aan de AKV| St Joost, volledig in. Het gebeurde vlak na een tussentijdse beoordeling van haar opleiding. “Ik had alles gehaald, maar ik kón niet meer. Ik was volledig opgebrand.”

De kunststudent kampte met een angststoornis, wat resulteerde in een burn-out en als gevolg van maandenlang thuiszitten, werd ze ook nog depressief.

Lara is niet de enige. Als we de meest recente cijfers mogen geloven, heeft een zorgwekkend deel van de Nederlandse studenten een angststoornis, burn-out, depressie of een combinatie van deze problematiek. Voor veel studenten is de druk om te presteren namelijk groot.

Toch zijn er over de psychische gesteldheid van studenten uiteenlopende rapporten verschenen die ook verschillende uitkomsten laten zien. Dat merkte Hanze Hogeschool-lector Lies Korevaar terecht op in interview met ScienceGuide. “In het ene onderzoek staat dat slechts 10 procent van de studenten burn-out klachten heeft, terwijl dat in een ander onderzoek  75 procent blijkt te zijn”, aldus Korevaar.

‘Meer dan 70 procent van de studenten ervaart vaak tot zeer vaak prestatiedruk’

Studentenorganisatie ISO besloot daarom een analyse te maken van achttien grote onderzoeken die in de afgelopen jaren gedaan zijn naar studentenwelzijn. Het doel was om een landelijk beeld te schetsen van problemen waar studenten mee kampen. Uit de verschillende onderzoeken heeft het ISO parameters samengevoegd. Die resulteren in de volgende cijfers: meer dan 70 procent van de studenten ervaart vaak tot zeer vaak prestatiedruk, 32 procent heeft last van concentratieproblemen, bijna 53 procent kampt al met burn-outklachten zoals emotionele uitputting, en bij bijna 9 procent is een risico aanwezig op het plegen van zelfmoord.

Burn-out
Bij Lara werd in het najaar eerst een burn-out gediagnosticeerd. “Ik zat in het tweede jaar van mijn studie. Ik werkte keihard. Ik vond het leuk, ik genoot echt van mijn opleiding. Maar het was ook intensief. Ik moest elke dag vanuit Helmond naar Breda reizen omdat ik geen kamer kon vinden in Breda. Mijn dagen waren lang: om zes uur mijn bed uit, om zeven uur ‘s avonds weer thuis. Ik had een bijbaantje omdat ik zo min mogelijk wilde lenen en ik had een relatie. Al die ballen hoog houden brak me op.”

Toch had Lara lange tijd niet in de gaten dat ze te veel hooi op haar vork nam. “Dat is het gevaar”, zegt ze. “Mijn burn-out is een proces van jaren geweest, maar pas toen ik tot niets meer in staat was, drong het tot me door.” Op een kwade dag na haar tussentijdse beoordeling stortte Lara in. “Ik had mijn semester dik gehaald. Maar het was alsof ik mezelf tóen pas toestond om de mentale uitputting echt te voelen. In de periode ervoor was ik wel moe, maar vond ik dat ik niet moest zeuren en nog even moest doorbijten.”

Thuis, na haar beoordeling vloeiden de tranen. “Mijn hoofd liep over. Ik wilde uit de ratrace stappen.” Achteraf weet Lara goed te vertellen hoe haar burn-out tot stand kwam. “Ik kamp al mijn hele leven met een angststoornis. Die werd vorig studiejaar steeds heftiger. Op een gegeven moment kreeg ik het zelfs benauwd van reizen met de trein. Ik ben ook heel perfectionistisch. De prestatiedruk in combinatie met mijn angst om überhaupt te léven leidde tot een diepe inzinking.”

Angststoornissen
Angststoornisen komen in ons land relatief veel voor. Ongeveer één op de vijf Nederlanders krijgt in zijn leven te maken met een angst- of paniekstoornis. Tegelijkertijd rust er een groot taboe op het onderwerp, want meer dan de helft van die mensen praat er niet over. Dat blijkt uit recent onderzoek. Om deze angsten bespreekbaar te maken, is het ministerie van VWS afgelopen voorjaar een campagne gestart.

20 procent
Volgens het meest recente onderzoek van het CBS was zo’n 8 procent van de 12- tot 25-jarigen in 2018 ‘psychisch ongezond’, tegen 7 procent in 2007. Van de volwassen helft van de groep is dat 11 procent.
Het Trimbos Instituut schrijft dat depressie al jaren in de top vijf staat van hoogste ziektelast, hoogste ziektekosten en grootste veroorzakers van arbeidsverzuim.

Volgens het Trimbos krijgt in Nederland bijna 20 procent van de volwassenen (18-64 jaar) ooit in het leven te maken met een depressie.

Stoppen
Lara besloot te stoppen met haar studie. “Ik had alles gehaald, maar mijn inzinking vormde het omslagpunt. Ik wist dat ik niet langer alles kon blijven doen. Ik belde Avans en zei: ik kom niet meer. En ik ging naar de huisarts.” In eerste instantie vroeg Lara de huisarts om een middel tegen haar insomnie. “Ik sliep al weken slecht, omdat ik zo overprikkeld was. De dokter gaf me kalmeringspillen om weer rustig te worden en te slapen. Maar ik kreeg ook de diagnose burn-out.”

‘Je hebt het gevoel dat het anderen wél lukt om alles te combineren’

Achteraf gezien weet Lara dat stoppen met haar studie een verstandige keuze was, maar destijds voelde het als falen. “Je hebt het gevoel dat het anderen wél lukt om alles te combineren. En jou lukt het niet. Dat is confronterend.” Lara nam maanden de tijd om te herstellen. Dat hielp, maar in die periode voelde ze zich ook heel alleen. “Hoe goed mensen het ook willen helpen, ze begrijpen je nooit helemaal, dat gold ook voor vrienden en klasgenoten. Die vroegen telkens wanneer ik weer begon. Ze begrepen niet dat ik daar even niet over na kon denken.”

Sociaal geïsoleerd
In de periode dat ze thuis zat, zag Lara nauwelijks studiegenoten. “Ik woonde nog in Helmond bij mijn ouders, dus Breda was niet bepaald om de hoek. Ik was wel hele dagen aan het appen met studiegenoten, maar ik zag op mijn vriendje na niemand en voelde me sociaal geïsoleeerd. Hoewel ik voorzichtig aan het herstellen was van mijn burn-out, werd ik in die periode depressief, deels door de eenzaamheid. Alles was grauw, ik genoot nergens meer van.”

81 jongeren
In 2017 steeg het aantal zelfmoorden onder Nederlanders jonger dan twintig jaar, maar uit de meest recente cijfers van het CBS blijkt dat het cijfer weer terug is op het niveau van 2016 en de jaren ervoor. In 2017 pleegden 81 jongeren zelfmoord, terwijl het aantal zelfmoorden onder jongeren tussen 1971 en 2016 nooit hoger werd dan 58. Vergeleken met 2017 daalde het aantal jongeren dat afgelopen jaar zelfmoord pleegden met bijna 40 procent. 51 tieners pleegden in 2018 zelfmoord.

Oorzaken
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving maakte vorig jaar een overzicht van mogelijke verklaringen van de psychische gesteldheid van een deel van de studenten. Jongeren zouden verwend worden door ouders en daardoor niets gewend zijn. Studies moeten bovendien sneller worden afgerond. Het ‘carrièrepad’ is minder vanzelfsprekend dan vroeger. Er is keuzestress, die met de komst van internet pijnlijker in het oog springt. En dan is er nog de druk om op sociale media succesvol en hip voor de dag te komen. Janneke Appels, studentendecaan bij Avans, onderstreept dat. “Prestatiedruk, een druk sociaal leven en het leenstelsel”, somt ze op. “Samen lijken die te zorgen die voor toenemende stress onder studenten.”

‘Een klein gebaar, zoals een appje of een kaart al heel fijn

Ook binnen Avans krijgen decanen vaker signalen dat studenten last hebben van stress en met psychische problemen kampen. Daarom wil de hogeschool hulp laagdrempeliger maken. Appels noemt Mirro, een website die heel veel gebruikt wordt voor zelfhulpmodules. Het aanbod van Mirro bestaat uit zeventien verschillende modules over uiteenlopende mentale klachten. Appels: “Het is voor studenten een vrij toegankelijke manier om hulp te krijgen. En dat is nodig, omdat je merkt dat de drempel om met een professionele hulpverlener te praten vaak toch groot is.”

Luisterend oor
Het is moeilijk om mensen die psychische problemen hebben te helpen, zegt Lara. Wat je wel kan doen, is volgens haar een luisterend oor bieden. “Iemand die depressief is lijkt soms helemaal geen contact te willen, maar dat is een misvatting. Ik stelde het echt op prijs als een studiegenoot me appte, of langs kwam, ook al had ik daar niet specifiek om gevraagd. Als je depressieve vriend of vriendin zich terugtrekt, betekent dat niet per se dat ze contact afwijst. Het voelt goed als iemand aan je denkt. En als diegene niet wil praten, dan is een klein gebaar, zoals een appje of een kaart al heel fijn.”

Wat zeg je wel en niet tegen iemand met wie het niet goed gaat?

Luister zonder oordeel
Het is belangrijk om open over psychische problemen te praten, vertelt Janneke Appels, studentendecaan van Avans. “Zeg bijvoorbeeld: “Wat vervelend dat je je zo voelt. ‘Wat zou er moeten veranderen zodat jij je beter voelt? Of vraag wat je voor iemand kan betekenen'” Appels benadrukt dat het zaak is de klachten van iemand met psychische problemen serieus te nemen. “Zeg nooit ‘stel je niet zo aan’. Luister zonder oordeel.”

Adviseer hulpverlening
Voor iemand met neerslachtige gevoelens is de stap om hulp te zoeken vaak groot, merkt Appels. Toch is dat volgens de studentendecaan wel een belangrijke stap naar herstel. “Je kunt iemand ook adviseren om naar een studentendecaan te gaan. Dat is misschien laagdrempeliger en bovendien uitermate belangrijk als het om studieresultaten gaat. Als je niet lekker in je vel zit, heeft dat immers ook invloed op je studievoortgang. Een decaan kan daarbij helpen.”

113
Als iemand vertelt dat hij of zij suïcidale gedachtes heeft, vertel diegene dan dat het belangrijk is om deze gedachtes met zijn ouders en ook met zijn huisarts te delen. Ook kun je diegene vertellen over 113. Mensen die het leven niet meer zien zitten, kunnen – anoniem – bellen (0900 0113) of chatten met een van de medewerkers. Tijdens zo’n crisisgesprek proberen die de beller of chatter te stimuleren professionele hulp te zoeken. “Ook als je als naaste tips nodig hebt, kan 113 heel nuttig zijn”, weet Appels.

Landelijk onderzoek
In juni kondigde het ministerie van Onderwijs aan grootschalig onderzoek te laten doen naar psychische problemen onder studenten in het hoger onderwijs. Het RIVM gaat het onderzoek samen met studentenbonden en andere experts uitvoeren. Het doel is om een beter beeld van het stressniveau van studenten te krijgen en of dat is toegenomen.

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0900-0113 of www.113.nl.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?