In het dagelijks leven is John van Uden docent en coördinator op de Juridische Hogeschool Avans-Fontys. Buiten de muren van de school is hij bestuurslid van OGEA NL, de Nederlandse Songfestivalfanclub. Dit jaar heeft hij het er maar druk mee, want hij helpt mee met de activiteiten rondom het Songfestival in ons eigen Rotterdam.
In hoeverre ben je betrokken bij de organisatie van het Songfestival?
“Ieder land dat meedoet aan het Songfestival heeft een officiële club. Tijdens de week van het festival organiseert de club van het land waarin het dat jaar wordt gehouden een EuroFanCafe. Daar hebben we elke avond een gevarieerd programma en een afterparty. Een soort Holland Heineken House. We zijn druk bezig met de organisatie daarvan. Ik ben er iedere dag mee bezig, want het is een hoop geregel. De locatie moet in orde zijn, de tickets voor het café, de beveiliging, noem het maar op. We hebben in de voorgaande jaren al gezien hoe de andere clubs het deden in hun landen, en daar hadden we eigenlijk altijd wel wat op aan te merken. Zo van ‘dat zouden wij beter doen’, haha. Dat moeten we dus nu gaan bewijzen, dat is best een uitdaging.’’
Waar komt je liefde voor het Songfestival vandaan?
“Al van jongs af aan keek ik het met mijn ouders op tv. Tijdens de finale mocht ik altijd opblijven en dat gaf zo’n spannend gevoel. Op het moment dat de winnaar bekend werd gemaakt zat iedereen op het puntje van zijn stoel en dat vond ik fantastisch. Het was liefde op het eerste gezicht, denk ik.’’
Hoe ben je bestuurslid geworden van OGEA (Organisation Générale des Amateurs de l’Eurovision) NL, de Nederlandse Songfestivalfanclub?
“Jarenlang volgde ik het Songfestival trouw en daardoor ontdekte ik dat er een officiële Songfestivalfanclub was. Eigenlijk werd ik lid van de club met het idee dat ik makkelijker mee zou kunnen naar de Songfestivals, omdat je via de fanclub gemakkelijker aan tickets komt. Na twee jaar lidmaatschap dacht ik: ik wil meer betekenen voor deze club. Dus in 2014 werd ik bestuurslid, daar was destijds een vacature voor.’’
Wat zijn jouw taken als bestuurslid?
“Het team bestaat uit zeven mensen, met onder andere een voorzitter en een penningmeester. Ik doe vooral de communicatie naar de leden van de club. En sinds ik bij de organisatie zit houden we een jaarlijks feest in de Melkweg in Amsterdam: Amsterdam Calling. Dat staat geheel in het teken van het festival. We nodigen artiesten van eerdere jaren uit en feesten er op los. We houden het in april, zo komt iedereen alvast in de sfeer van het liedjesfestijn.’’
Wat vind je van de locatie Rotterdam voor het Songfestival?
“Ik vond Amsterdam in eerste instantie meer voor de hand liggend. In 1970 werd het Songfestival voor het laatst in Amsterdam gehouden, dat is dus 50 jaar geleden. Dat was een mooi rond getal geweest. Maar Amsterdam heeft er zelf van afgezien, de Ziggo Dome heeft een te druk schema. Toen ging het tussen Rotterdam en Maastricht. Uiteindelijk is het Rotterdam geworden. Het is een wereldstad, dus ik vind het een hele geschikte stad voor het Songfestival.’’
Even terug naar vorig jaar, hoe reageerde je toen Duncan won?
“Ja, wat denk je zelf, haha. Ik ging helemaal uit m’n dak. Ik was thuis, want ik wilde uit principe niet mee naar Israël. Het is een land in oorlog en persoonlijk vind ik dat niet de plek om een feestje te vieren. Dat ik er uitgerekend bij de Nederlandse overwinning niet bij was, vond ik eigenlijk niet zo heel jammer. We zijn de stad in geweest, en de sfeer was top. Want hier voelde iedere Nederlander zich eventjes een winnaar. De keren dat ik het van dichtbij heb meegemaakt in het buitenland waren alle fans heel even blij voor de winnaar, maar vierde iedereen zijn eigen feestje. Hier in Nederland voelde je echt een gezamenlijke euforie. Dat was fantastisch.’’
Wat vind je van onze inzending van dit jaar: Jeangu Macrooy?
“We hebben nog geen nummer natuurlijk. Maar ik heb wel zijn muziek geluisterd en ik heb hem een keer live gezien. Hij is een goede zanger en qua repertoire ook prima. Zijn tweede album vond ik iets te jazzy. Maar het is heel erg de vraag wat voor nummer het gaat worden, daarna kan ik pas wat zeggen over zijn kansen. In de wandelgangen heb ik gehoord dat het een heel uptempo lied gaat worden. Daar ben ik wel voor in na de afgelopen jaren. Dat waren toch wat langzamere, gevoelige songs. En een dansbaar nummer is ook leuk voor de feestjes erna. We zullen het op toekomstige feestjes zeker nog vaak horen.”
Punt. Of had jij nog wat?