Terug naar overzicht

Meer hbo-docenten met tijdelijk contract

Bijna een op de zes hbo-docenten heeft een tijdelijk contract, blijkt uit nieuwe cijfers. De vakbond maakt zich geen zorgen, maar gaat wel praten met de uitschieters: waarom hebben sommige hogescholen zo veel tijdelijke docenten?

Vandaag heeft de Vereniging Hogescholen nieuwe cijfers online gezet over het personeel in het hbo. Het aandeel docenten met een tijdelijk contract stijgt licht van 15 naar 16 procent. Onder portiers, managers en ander ondersteunend personeel gaat het aandeel omhoog van 13 naar 15 procent.

FlexibelWel geven de tijdelijke arbeidsovereenkomsten vaker uitzicht op een vaste baan, laat een woordvoerder van de Vereniging Hogescholen weten. Vroeger was dat 9 procent van de tijdelijke contracten, nu ruim 22 procent. De rest is echt flexibel.

Het gaat dus de goede kant op, concludeert de Algemene Onderwijsbond hieruit. “In de vorige hbo-cao hebben we afgesproken: bij vast werk hoort een vast contract”, zegt bestuurder Douwe van der Zweep. “Het is positief dat een groot deel van de hogescholen zich aan deze regel houdt.”

Maar hij ziet ook ruimte voor verbetering. “Hogescholen die koste wat het kost een flexibele staf willen houden, zonder een aanwijsbare reden zoals krimp, daar gaan we binnenkort mee in gesprek aan de cao-tafel.”

Kampioen
Want er zijn nog altijd opvallende verschillen tussen de hbo-instellingen. Hogeschool Utrecht is de kampioen van de vaste contracten. Van de vijftien grootste hbo-instellingen heeft Utrecht de meeste docenten in vaste dienst. Bij slechts 8 procent van hen staat er een einddatum in het contract. 

Het ondersteunend personeel is vooral zeker van zijn baan bij Zuyd Hogeschool, NHL Stenden en Fontys: meer dan negentig procent heeft daar een vast contract.

Van de grote hogescholen telt de Hogeschool Leiden daarentegen de meeste docenten met een tijdelijk contract: 23 procent. Eerder dit jaar bleek dat de Hogeschool Leiden ook veel docenten onderbetaalt. Bijna de helft van het onderwijzend personeel zit er in schaal 10 of lager.

Onderbetaling en tijdelijke contracten hangen niet per se samen. De Hogeschool Windesheim heeft bijvoorbeeld ook veel docenten met een tijdelijk contract, terwijl die hogeschool juist bijna geen docenten in schaal 10 zet.

Kleinere hogescholen en kunstacademies
Bij de kleinere hogescholen zijn nog grotere uitschieters. Opvallend hoog is het aandeel tijdelijke docenten bij de Hogeschool Zeeland: 47 procent, bijna de helft dus. Van het ondersteunend personeel heeft 40 procent daar een tijdelijk contract.

De spreiding is ook nogal groot bij de kunsthogescholen. De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten heeft de meeste docenten in vaste dienst. Slechts 18 procent werkt daar op een tijdelijk contract. Bij de Rietveldacademie is dat meer dan het dubbele: 38 procent.

Zelfs het ondersteunend personeel aan de Rietveldacademie moet het vaak met een tijdelijk contract stellen. Dat is wel anders bij ArtEZ en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, waar het aandeel tijdelijke contracten voor het ondersteunend personeel rond het landelijk gemiddelde ligt.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?