Van Heerhugowaard tot Tiel of ergens in Zeeland, elke zaterdag is Jordy Coenraads in de buurt van de korf te vinden. De tweedejaarsstudent Chemische Technologie in Breda fluit korfbalwedstrijden op hoog niveau.
“Als scheidsrechter moet je overal op letten. Je moet beslissingen in een split second nemen en meteen reageren als je iets ziet. Maar het gaat erom dat je die beslissingen weet te verkopen, en jezelf. Dan kun je ver komen.”
Zaterdag staat in het teken van korfbal. Dan doet hij niks aan school en werkt niet bij de Jumbo, waar hij zijn bijbaan heeft. De korfbalbond betaalt hem voor het fluiten en hij krijgt reiskostenvergoeding. Onderweg naar wedstrijden heeft hij meestal wel gezelschap: zijn opa. “Gezellig”, vindt Jordy. “Opa ging altijd mee met mijn vader. Die was ook korfbalscheidsrechter, hij is tot net onder het hoogste niveau gekomen. Mijn doel is om hem te overtreffen.”
Gediplomeerd
Jordy is sinds zijn zeventiende officieel gediplomeerd KNKV-scheidsrechter (Koninklijk Nederlands Korfbalverbond). De afgelopen drie jaar is hij opgeklommen binnen de bond en inmiddels fluit hij onder andere wedstrijden van B-jeugd, tussen de 13 en 15 jaar oud. Ook was hij scheidsrechter op het NK, waar hij wedstrijden om de derde en vierde plek floot.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Hij is niet streng, vindt hij zelf. “Spelers moeten er soms aan wennen dat ik veel toelaat. Veel regels staan vast, maar er is ook een grijs gebied. Duwen onder de korf bijvoorbeeld. Hoever kan een speler gaan? Ik laat meer toe, omdat je anders voor alles moet fluiten en het spel dood fluit.”
Uittesten
Spelers die hem nog niet kennen, testen hem altijd uit, is zijn ervaring. “Ze kijken hoe ver ze kunnen gaan. Vooral oudere spelers denken dat ze alles kunnen maken.” Het publiek, dat meeleeft met de wedstrijd, hoort hij niet. “Ik heb mezelf aangeleerd dat uit te schakelen. Ik ben gefocust op het spel. Coaches hoor ik wel, maar daar heb ik meestal geen last van.”
De zwaarste sanctie die een scheidsrechter kan opleggen, is direct een rode kaart geven. Dat heeft Jordy nog nooit hoeven doen. “Weleens twee keer geel, wat ook rood is. Een coach had ik gevraagd om buiten de lijnen te blijven, maar toen ik me omdraaide stond hij weer binnen de lijnen. Die kreeg geel en vanwege zijn reactie daarna rood. Toen had ik wel last van het publiek, er werden echt nare dingen geroepen. Gelukkig kon ik de wedstrijd tot een goed einde brengen.”
Lees ook: Topsporter Lotte rijdt dressuur op hoog niveau: ‘Door een val raakte ik verlamd. Toch ging ik door’
Eerder ingrijpen
Juist van dat soort wedstrijden leert de student veel. “Dat ik eerder moet ingrijpen bijvoorbeeld. Maar uit iedere wedstrijd haal ik leerpunten. In het begin vond ik het lastig om te bepalen waar ik moest staan om alle spelers te zien. Nu gaan die ‘looplijnen’ automatisch.” En dan nog mis je als scheidsrechter weleens een overtreding, of zie je iets verkeerd. “Maar je moet overtuigend fluiten en achter je beslissing staan”, vindt Jordy. “Als ik een fout heb gemaakt, bijvoorbeeld een onterechte strafworp gegeven, probeer ik die niet te herstellen door het andere team er ook een te geven.”
Tot vorig jaar korfbalde Jordy zelf nog in een vriendenteam. “Fluiten heeft voorrang nu. Het is niet goed te combineren.” Zijn conditie houdt hij op peil met hardlopen. “Dat wordt steeds belangrijker. Ik moet mee kunnen met het spel. Soms een sprintje trekken hoort daar ook bij.”
Punt. Of had jij nog wat?