Geef afgewezen docenten alsnog hun lerarenbeurs, maande de Tweede Kamer. Maar de ministers hadden al gezegd dat het niet mogelijk was en nu houden ze voet bij stuk: nee is nee.
We moeten haast maken, vond Paul van Meenen, Tweede Kamerlid van D66. Het nieuwe studiejaar is al begonnen en er moet een oplossing komen voor de 2.400 leraren die onverwacht zijn afgewezen voor een lerarenbeurs.
Het is vervelend, maar er is geen oplossing, stelde minister Slob in debat met de Kamer. De ChristenUnie-minister deelde de schuld nadrukkelijk met zijn D66-collega Van Engelshoven. Ze zijn beiden verantwoordelijk.
Toch een motie
Maar Van Meenen kwam toch met een motie. Geef de leraren alsnog een beurs, was de strekking. Donderdagavond werd hij met een ruime meerderheid aangenomen, ook al stemden coalitiepartijen ChristenUnie en VVD tegen.
Een verheugde Van Meenen liep naar de interruptiemicrofoon. “Voorzitter, mag ik u vragen om aan het kabinet door te geven dat ik graag een brief over de uitvoering van deze motie zou zien vóór dinsdag 12.00 uur?”
Die brief is er nu. En wat staat erin? Dat het echt niet kan. En wat niet kan, kun je ook niet uitvoeren. Geld van volgend jaar alvast in 2020 uitgeven? Dat is geen optie, alleen al omdat je dan volgend jaar in de problemen komt.
Geen oplossing
“Helaas is het niet mogelijk om dit jaar nog met een oplossing te komen”, stellen de ministers vast. “Wel zijn wij uiteraard nog steeds bereid om afgewezen aanvragen volgend jaar met voorrang te behandelen, zoals al eerder aan de Tweede Kamer gemeld.”
Punt. Of had jij nog wat?