Haal meer Russische studenten naar Nederland, zegt de Tweede Kamer tegen het kabinet. En dat terwijl de komst van Chinese studenten bij diezelfde Tweede Kamer op wantrouwen stuit. Wat is het verschil?
Zowel over Rusland als over China velt de Tweede Kamer een scherp oordeel. In beide landen gaat het slecht met de mensenrechten en wordt de oppositie monddood gemaakt. Bovendien ligt het gevaar van inmenging en spionage op de loer. Maar voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leiden deze oordelen niet tot dezelfde conclusies.
De Tweede Kamer wil meer Russische studenten en onderzoekers hierheen halen. Er moeten meer studiebeurzen beschikbaar komen en het verkrijgen van een visum moet makkelijker worden, staat in moties die dinsdag zijn aangenomen.
Poetin
De redenering gaat als volgt: we hebben dan wel problemen met Vladimir Poetin, maar niet met het Russische volk zelf. We moeten de gewone Rus welkom heten en laten zien wat de waarde is van een vrije samenleving, zoals buitenlandwoordvoerder Sjoerd Sjoerdsma van D66 eind september in een Kamerdebat over de Ruslandstrategie betoogde.
Als het over China gaat, denkt de Kamer langs andere lijnen. De angst is dat Chinese studenten hier gevoelige kennis komen verwerven. China zou bovendien in toenemende mate politieke invloed willen uitoefenen in het buitenland en zijn studenten daarvoor gebruiken. De academische vrijheid zou erdoor in het geding komen.
Een CDA-VVD-motie om Chinese studenten te screenen voordat ze hierheen komen is voor de zomer met algemene stemmen aangenomen. Die kwam uit de Kamercommissie voor het onderwijs. De oproep voor meer visa en studiebeurzen voor Russen kwam uit de Kamercommissie voor buitenlandse zaken. Werken ze soms langs elkaar heen?
Oude banden
Nee, zegt Sjoerdsma van D66, zo zit het niet. Als Russische studenten en onderzoekers hierheen komen, is er inderdaad een risico op spionage en politieke beïnvloeding. Wat dat betreft is er volgens hem weinig verschil met Chinese studenten.
Maar er zijn volgens hem goede redenen om meer Russen hierheen te halen. “Poetin probeert een wig te drijven tussen de gewone Rus en het Westen”, zegt hij. “De gemiddelde Rus is redelijk hoogopgeleid en staat open voor vrijheden en gelijkheden. Er bestaan decennia oude banden tussen Russische en Westerse kunstenaars en wetenschappers, en het zou zonde zijn om die banden niet te gebruiken.”
Huawei
In de houding van de Kamer speelt misschien mee dat China in opmars is als nieuwe supermacht, ook op het gebied van kennis en innovatie. Het land zou op bedrijfseconomische informatie en innovatieve ideeën azen die de eigen kenniseconomie opstuwen.
Een samenwerking van het Nederlandse hoger onderwijs met een Chinese techniekreus als Huawei stuit mede om zulke redenen op politieke weerstand. De Kamer stelt er allemaal vragen over.
Daar is geen Russisch equivalent van. Er zijn wel problemen met Russische hackers en desinformatie rondom de MH17, maar een grote handelspartner à la Huawei, die met universiteiten samenwerkt, is er niet.
Aantallen
Misschien spelen de aantallen ook een rol. Er zijn zo’n duizend Russische studenten in Nederland, tegen zo’n 4,5 duizend Chinese studenten – althans, in de jaren voor de coronacrisis. Het Nederlandse hoger onderwijs zag China als een groeimarkt. De Rijksuniversiteit Groningen wilde zelfs een campus in China openen. Dat is niet gelukt, onder meer door de problemen met de academische vrijheid in dat land en de politieke weerstand die daaruit voortvloeide.
En wie weet zijn de verschillen in de praktijk ook minder groot dan ze lijken. Want de Tweede Kamer lijkt, ondanks alle retoriek, niet van plan om de komst van Chinese studenten te stuiten.
Punt. Of had jij nog wat?