Alain Zwinkels doet niet aan kanoën, niet aan waterpolo, maar aan kanopolo. Het jeugd-WK haalde de tweedejaarsstudent Elektrotechniek al. Hij hoopt ooit met de senioren het WK te winnen. “Dat is denk ik wel te doen.”
Als jonge jongen probeerde Alain veel sporten uit. Voetbal, taekwondo, reddingszwemmen: het was het allemaal net niet. Tot hij samen met een vriend besloot eens te kijken bij kanovereniging KV Viking Venlo. Daar maakte hij kennis met kanopolo. ”Ik was gelijk verkocht en ben nooit meer weggegaan”, zegt Alain enthousiast. Hij schreef zich in, bleek er goed in en stroomde al snel door naar de hoogste teams bij zijn vereniging.
Kanopolo is een combinatie van waterpolo en kanoën. Het doel is om zoveel mogelijk doelpunten te scoren. Het doel bevindt zich op twee meter hoogte en wordt verdedigd door een keeper, die ook als veldspeler mee mag doen. De wedstrijden duren twee keer tien minuten.
Sportief karakter
Vooral het dynamische karakter van de sport vindt de tweedejaarsstudent leuk. ”Het spel gaat snel op en neer en er wordt veel gescoord. Je kunt zelfs met je kano onder elkaar door duiken, als je je gewicht goed inzet”, zegt Alain, die ook de sportieve sfeer benoemt. ”Het is maar een klein wereldje. Zeker als je hoger komt, kent iedereen elkaar vrij goed. Daardoor gaan we goed met elkaar om. Veel tegenstanders, ook internationale, zie ik als vrienden. Al ben je daar in het veld natuurlijk niet mee bezig.”
Gebroken vingers
Ondanks het sportieve element van de sport is een blessure nooit ver weg. Zo brak Alain al twee keer een vinger en liep hij meerdere kneuzingen op. ”Dat hoort er wel een beetje bij. 99 van de 100 keer gaat het goed, maar het is nou eenmaal een fysieke sport. We dragen een soort ijshockeyhelmen, om ons te beschermen tegen peddels. Die wil je niet tegen je hoofd krijgen. Het moet wel veilig blijven.”
Oranje
Toen Alain twaalf jaar was, zei hij tegen zijn toenmalige trainer dat het zijn droom was om ooit voor Nederland uit te mogen komen. Die droom werd in 2015 werkelijkheid. Toen werd hij gescout en mocht hij voor het eerst meedoen met de jeugdselectie. In 2016 volgde zijn eerste WK op Sicilië. ”Hoe vet is het als je voor je land kan uitkomen en dat mag verdedigen?”, vertelt hij trots. ”Dat is echt een jongensdroom.”
Het hoogtepunt in zijn nog prille carrière is landskampioen worden in de hoogste klasse van Nederland in 2018. Ook zijn eerste WK-deelname op Sicilië scoort hoog op dat lijstje. ”De sport leeft daar heel erg, alles was heel professioneel georganiseerd. Tijdens de openingsparade stonden er vijftienduizend man langs de kant. Dat was een kippenvelmoment dat ik nooit meer vergeet”, zegt Alain, die uiteindelijk achtste werd.
Het is Alains grote droom om ooit met de senioren van Oranje wél het WK te winnen. ”Dat is te doen denk ik, de kwaliteiten hebben we. Die moeten we alleen nog gaan benutten. We moeten daarvoor allemaal topfit zijn en een unieke speelstijl creëren.”
Geen introweek
Het combineren van zijn sport en studie Elektrotechniek in Den Bosch gaat op dit moment prima. Door een toernooi mistte hij alleen zijn introductieweek in het eerste jaar. ”Jammer, maar ik leef voor mijn sport. Dat is de hoogste prioriteit voor mij”, zegt hij. ”Het is trouwens ook een keer voorgekomen dat ik om 4 uur ’s nachts terugkwam van een toernooi in Denenmarken, terwijl ik de volgende dag een tentamen had. Dat heb ik gemaakt, maar helaas liep dat niet heel goed af.”
Motivatie
Dat Alain weinig problemen heeft met het sporten combineren met zijn studie, komt vooral door corona. Wedstrijden worden al een tijdje niet mee gehouden, en ook trainen in groepsverband mag niet. Hoelang dat nog gaat duren, is onbekend. Zelfs het komende EK in Spanje, dat gepland staat voor augustus, is al uitgesteld. “Ik train vooral individueel met een trainer bij mijn club, om toch even het water in te kunnen. Maar ik doe vooral zelf veel krachttraining. Ik moet wel fit blijven. Ik had een tijd een mindere periode, waarin ik mezelf niet kon motiveren. Nu is dat gelukkig terug.”
Wie ook overweegt te gaan kanopoloën, moet volgens Alain van goede huizen komen. ”Je moet goed fit zijn, sterk en over een goede balhandeling beschikken. Daarnaast is het belangrijk om veel spierkracht te hebben. Het is een zware sport, maar dat maakt het wel heel leuk.”
Punt. Of had jij nog wat?