Topsporter Thomas werpt zijn speer 64 meter ver

Speerwerper Thomas Knoop kan tot zijn grote vreugd in coronatijd altijd blijven trainen. De recordafstand van de tweedejaarsstudent Civiele Techniek in Den Bosch is tot nu toe 64 meter. Net te weinig om dit jaar mee te kunnen doen aan het EK onder 20, maar desalniettemin droomt hij van meer. “De Olympische Spelen halen, dat zou the endgame zijn.“

Als kind kon Thomas een aardig balletje trappen. Maar toen hij naar een nieuw team ging met minder leuke spelers om zich heen, raakte hij het voetbal snel zat. Via vrienden kwam hij een poosje later in aanraking met atletiek Tijdens de volledige meerkamp bleek dat hij ook daar talent voor had. “Het balgooien ging me goed af, ik verbrak meerdere clubrecords”, vertelt de student trots. Op zijn twaalfde ging het balgooien over in speerwerpen en besloot hij zich daar op te focussen.

Heel technisch
“Het is een heel technische sport, waar veel aspecten bij komen kijken. Je moet zo lang mogelijk kracht geven aan je speer, je arm strekken, telkens harder lopen, krachttraining volgen, je lichaam stabiel houden; dat is echt een hoop”, vertelt Thomas. “Ik ben al zes jaar bezig en heb nog stééds verbeterpunten.”

Blessures
De sport is er wel een waarbij blessures nooit ver weg zijn. Door een blessure aan zijn elleboog lag hij er al eens drie maanden uit, en ook zijn schouder werkte al eens tegen. “Er komt veel kracht los tijdens het speerwerpen. Het is het risico van het ‘vak’.”

Interlands
Door veel tijd in zijn sport te stoppen en met volle overgave te trainen, heeft de tweedejaarsstudent al heel wat mooie dingen bereikt. Zo haalde hij al twee medailles op NK’s en deed hij mee aan twee interlands. “En daar won ik er ook nog eens een van. Dat was echt heel gaaf. Zo’n interland is een mooie manier om je te meten met atleten uit andere landen. Als je dan ook nog eens als eerste eindigt, is dat heel mooi. Daar doe je het allemaal voor.”

Als Thomas niet traint, kijkt hij graag naar internationale atletiekwedstrijden op televisie. Zijn grote voorbeeld is de Tsjech Jan Želesny. De inmiddels gestopte speerwerper wierp in 1996 ruim 98 meter, een wereldrecord dat tot op de dag van vandaag niet is geëvenaard. “Echt bizar. Het mooie is dat hij met een techniek gooide die hedendaagse speerwerpers ook gebruiken”, zegt hij. “Iedereen kan dus op dezelfde manier gooien als de wereldrecordhouder. Dat is hetzelfde als dat iedere voetballer op dezelfde manier als Messi wil spelen.”

‘Iedereen kan op dezelfde manier gooien als de wereldrecordhouder. Dat is hetzelfde als dat iedere voetballer op dezelfde manier als Messi wil spelen.’

Endgame
Bij het record van Želesny is Thomas nog lang niet in de buurt gekomen. Zijn beste afstand is 64 meter met een speer van 800 gram. Het was eigenlijk zijn doel om dit jaar mee te doen aan het EK onder 20, waar een minimumafstand van 71 meter voor nodig was. “Dat was reëel, maar door corona zijn er amper wedstrijden geweest waar ik die afstand heb kunnen werpen. Dat is heel jammer”, zegt Thomas, die zijn pijlen nu op het EK onder 23 heeft gericht. “Om uiteindelijk de Olympische Spelen te halen. Dat is the endgame. Voor nu is dat nog niet haalbaar, maar je weet niet wat de toekomst brengt.”

Voordelen
De talentvolle sporter heeft in ieder geval het geluk dat hij tijdens de coronacrisis kon blijven trainen. Speerwerpen kan namelijk individueel en buiten. “Dat is dus helemaal veilig. Daar ben ik enorm blij mee”, zegt Thomas, die nog een bijkomend voordeel aan corona ziet. “Voor corona was het soms lastig om de sport en studie bij Avans te combineren, omdat ik ’s middags vaak moest trainen terwijl ik op school aan mijn project moest werken. Ik ging dan eerder naar huis, wat ik niet leuk vond voor mijn projectgroepje. Nu heb ik geen reistijd en dus meer tijd om aan school te werken. Wat dat betreft heeft corona voor mij ook voordelen. Al hoop ik dat we weer snel naar normaal kunnen!”