Ze kon kiezen voor een opleiding aan het Conservatorium, maar ging voor Chemie bij Avans. Toch speelt zingen nog steeds een grote rol in het leven van Babette Leenhouts, die niet alleen zelf zingt, maar ook zangdocent is. Door de coronamaatregelen gaat dat vooral via Zoom. “Je moet elkaar fysiek zien om goed te zingen.”
Als Babette over zingen praat, glimlacht ze van oor tot oor en praat ze snel. De liefde zat er al op vroege leeftijd in. “Mijn ouders wisten vroeger dat ik wakker was wanneer ze me hoorden zingen. Disney-liedjes of K3, ik vond het geweldig”, vertelt de derdejaarsstudent. Op haar zestiende veroverde opera een plekje in haar hart.
Hopeloze romanticus
“Met mijn moeder ging ik naar een opera van Romeo en Juliet. Als hopeloze romanticus was ik meteen verliefd. Er werd alleen in gezongen, het tragische verhaal liep niet goed af; het was ontzettend mooi. Dat wilde ik ook”, vertelt Babette. Ze ging zingen in theatergroepen en musicals, volgde een vooropleiding bij de Music All Factory in Tilburg en werd ingeloot bij de klassieke vooropleiding van het Conservatorium bij Fontys. In eerste instantie combineerde ze dat met haar studie Chemie. “Maar dat lukte uiteindelijk niet. Ik moest zes dagen per week naar school en dat bleek na een jaar te veel te zijn.”
Verstand of gevoel
Ze zette het Conservatorium ‘on hold’ en focuste zich op haar studie bij Avans. Toch heeft ze een muziekcarrière nog niet uit haar hoofd gezet. “Ik wil erachter komen wat ik later écht wil doen, maar dat is lastig. Kies ik voor mijn verstand of gevoel? Ik heb al gesprekken gehad op Avans om daar hulp bij te krijgen, en ik wil Chemie sowieso volgend jaar afronden. Ik vind het heel leuk om ermee bezig te zijn.”
‘Kies ik voor mijn verstand of gevoel?’
Meerstemmig
Wanneer Babette niet bezig is met studeren, de Avans Medezeggenschapsraad (AMR) of de opleidingscommissie, werkt ze als assistent-dirigent bij het Stedelijk Jeugdkoor in Breda. Daar geeft ze zangles aan basis- en middelbare scholieren. Van klassieke muziek tot nummers als ‘Opzij Opzij Opzij’ en kerstnummers: als het meerstemmig kan, zingen ze het. Soms een-op-een of buiten als het mooi weer is, maar nu vooral noodgedwongen via Zoom. “Dat is echt heel anders en werkt niet goed. Je kunt niet met vijftien personen tegelijk zingen via een webcam. Ook herkent Zoom hoge noten niet goed”, zegt de Avansstudent.
Duim omhoog
“Ik zing meestal voor, waarna de leerlingen het met hun microfoon uit moeten nazingen. Hoe dat klinkt weet ik dan niet. Na afloop geven ze zelf met een duim omhoog of omlaag aan hoe het ging. Niet ideaal. Je moet elkaar fysiek zien om goed te kunnen zingen.”
Uitlaatklep
Toch is ze blij dat ze íets met haar leerlingen kan. Er zijn volgens Babette namelijk maar weinig dingen mooier dan zangles geven. “Het is prachtig wanneer kinderen beter worden en zichzelf ontwikkelen. Ze zijn hun eigen instrument en bepalen zelf wat ze zingen. Vaak kiezen ze nummers die heel dicht bij ze staan. Het komt soms voor dat ze daarbij moeten huilen. Niet omdat ze zo verdrietig zijn, maar omdat ze merken dat het goed gaat. Dat is heel mooi om te zien. Zingen is een uitlaatklep.”
Als het de komende periode mooi weer is, kan ze haar leerlingen weer fysiek zien. Leuk voor haar én voor haar leerlingen, zegt Babette. Zelf is ze momenteel bezig met het voorbereiden van Bach Cantate 89. “Een vriend vroeg me hem te begeleiden bij zijn hobo-eindexamen. Een hele eer en heel leuk om te doen!”
Punt. Of had jij nog wat?