Terug naar overzicht

Debat over intimidatie: ‘Voor jonge wetenschappers en vrouwen is het nog erger’

Foto: Aaron Gaines/Flickr

Gisteravond werd er bij wetenschapsgenootschap KNAW online gediscussieerd over de intimidatie van wetenschappers. “Als de foto’s van je kinderen online worden gezet, komt het toch heel dichtbij.”

Nog voordat de vier sprekers aan hun presentaties beginnen, bedankt en complimenteert KNAW-president Ineke Sluiter hen alvast voor hun moed. “Maar eigenlijk vind ik het heel erg dat ik zo’n opmerking moet maken”, voegt ze eraan toe. “Dat zou niet nodig hoeven zijn.”

Toch ligt het onderwerp van de avond – de intimidatie van wetenschappers, zowel online als offline – nu eenmaal gevoelig. Veelbesproken voorbeelden zijn de dreigende stickers van het radicaal-rechtse platform VizierOpLinks en de online verspreiding van het huisadres van RIVM-baas Jaap van Dissel. De KNAW stipte het onderwerp intimidatie eerder dit jaar al aan in een rapport over academische vrijheid.

Schoolplein
Universitair docent amerikanistiek Sara Polak heeft inderdaad getwijfeld of ze op de uitnodiging zou ingaan, geeft ze toe. “Dit verhaal wordt opgenomen, verschijnt op YouTube, en kan mij gemakkelijk tot in lengte van dagen achtervolgen.” 

Polak, die een bundel schreef over trolling op social media, omschrijft Twitter als “een enorm schoolplein waar veel pestkoppen rondlopen en geen regels gelden”. Zij ziet daar vooral een rol voor bestuurders om “te normeren, en waar nodig te handhaven”. Datzelfde geldt voor decanen en hoogleraren. “Jullie zijn daarin de aangewezen voortrekkers”, spreekt ze hen toe.

Ze geeft vast enkele praktische tips, zoals – hoe voor de hand liggend het ook lijkt – goed nadenken over wat je deelt op Twitter. “Vraag jezelf af: zou ik deze tweet ook op een poster afdrukken en in de universiteitsgebouwen ophangen?” Verder waarschuwt ze bestuurders om erbij stil te staan dat vooral jonge wetenschappers zonder vaste baan kwetsbaar zijn voor intimidatie. Ze roept hen op om werknemers die onder vuur komen te liggen persoonlijk te steunen. “Dat hoeft overigens niet alleen op Twitter.”

Gestopt met Twitter
Ook NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff was uitgenodigd als spreker. Hij ziet veel overeenkomsten tussen de wetenschap en de journalistiek, waar mensen ook te maken hebben met bedreigingen, lastigvallen, intimidatie “en in sommige gevallen nog wel erger”. Zelf heeft hij inmiddels zeven keer aangifte gedaan en is hij gestopt met Twitter.

Hij vertelt over het project PersVeilig, dat samen met onder meer de politie en het Openbaar Ministerie is gestart, en dat journalisten informatie, trainingen en een meldpunt biedt. Het zorgt ook voor meer bewustwording over het onderwerp in de politiek, zegt Gelauff. “Dat is denk ik een illustratie van het succes van dit project, hoe triest het project ook is.”

Het zou ook best iets kunnen zijn voor de wetenschap, meent Peter-Paul Verbeek, universiteitshoogleraar filosofie van mens en techniek. Hij werd onlangs benoemd tot voorzitter van de eerste KNAW-commissie voor vrijheid van wetenschapsbeoefening. 

Verbeek vindt het jammer dat wetenschappers die vaak in de media verschijnen daar op worden aangekeken. “Alsof dit nou eenmaal de prijs is die je dan betaalt. Dat is toch wat je impliciet soms voelt om je heen, en dat is echt fnuikend.” 

Extreme vrouwenhaat
Ook hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis Leo Lucassen krijgt dagelijks online “ongelooflijk veel bagger” over zich heen, vertelt hij. Dat hij een “landverrader” is bijvoorbeeld, die ook nog eens zou moeten worden opgehangen. 

Wat helpt is dat hij al honderden mensen op Twitter heeft geblokkeerd. Over het algemeen kan Lucassen goed met de intimidatie omgaan, zegt hij. Dat was anders toen VizierOpLinks foto’s van zijn dochters online plaatste. “Als het je kinderen zijn, komt het toch heel dichtbij.”

Net als Polak erkent Lucassen dat sommige wetenschappers kwetsbaarder zijn dan anderen. “Ik ben al wat ouder, mijn positie is zeker, en ik ben een man, ook dat scheelt”, zegt hij. Voor jonge wetenschappers en vrouwen is het volgens hem nog erger. 

Zo laten zijn vrouwelijke collega’s hem wel eens lezen wat zij zoal in hun inbox ontvangen. “Daar komt nog een hele laag van extreme vrouwenhaat en seksisme bovenop”, zegt Lucassen. “Ik denk dat op dit punt zeker extra aandacht nodig is.”

Dat beaamt KNAW-president Sluiter, een van de oprichters van actiegroep Athena’s Angels. Vrouwelijke wetenschappers worden op zo’n moment ontdaan van al hun kwalificaties, kennis en expertise, zegt ze. “Het enige wat overblijft is een vrouw die iets heeft gezegd in het openbaar.” 

Aangifte doen
Een kijker van het webinar wil weten hoe universiteiten geïntimideerde wetenschappers steunen. Is er contact met de politie? Of gaan ze bijvoorbeeld veiligheidsadviseurs aanstellen?

Een KNAW-werkgroep is bezig met een handleiding, vertelt Sluiter. Weet men bijvoorbeeld hoe je iemand op social media kunt blokkeren? Maar ook: wanneer moet je aangifte doen, en wie gaat er met de wetenschapper mee naar de politie? NOS-baas Gelauff heeft als werkgever al meerdere keren aangifte voor iemand anders gedaan, vertelt hij. “Dan komt mijn naam in het systeem, en niet die van hen. Daar zijn mensen toch vaak bang voor.”

Zo komen er meer ideeën aan bod. Polak benadrukt dat er bij universiteiten een goede infrastructuur voor klachten moet zijn. Lucassen vindt dat jonge wetenschappers door hun graduate schools zouden moeten worden opgeleid in hoe ze met media moeten omgaan.

En vraag ook altijd goed na wie er tegenover je zit als je wordt uitgenodigd voor een praatprogramma, adviseert hij. Zelf heeft hij bijvoorbeeld bedankt voor een radiogesprek met Thierry Baudet. “Het gaat dan niet om kennis. Je hebt ontzettend weinig kans om echt je punt te maken, en je geeft een ander een podium.”

Schreeuwende minderheid
En vergeet ook vooral niet dat het hier om een kleine, schreeuwende minderheid gaat, zegt Lucassen: een veel grotere, zwijgende meerderheid stelt de wetenschap juist enorm op prijs. “We moeten ons hier dus zorgen over maken, maar het ook wel weer in proportie zien.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?