Met een half jaartje extra scholing kun je leraar worden. Nu is deze weg naar het onderwijs nog een ‘experiment’, maar het kabinet wil hem in de wet vastleggen – en iets toegankelijker maken.
Hoe interesseren we meer jongeren voor het onderwijs, was een van de vragen toen het lerarentekort begon op te lopen. Misschien moest het makkelijker worden om voor de klas te belanden.
Zodoende werd in 2009 aan de universiteiten de ‘educatieve minor’ gelanceerd: tijdens hun bachelor konden studenten een half jaar didactische vakken volgen, waarna ze les mochten geven op de mavo en in de onderbouw van havo en vwo.
Na de bachelor
Maar sommige studenten zaten daar tijdens hun opleiding nog niet op te wachten. Waarom kon je die minor niet ná je opleiding volgen, was de vraag. Daarom bestaat sinds 2016 de ‘educatieve module’. In feite hetzelfde als zo’n minor, maar dan na je bachelor. In 2021 hebben 187 studenten zich ervoor ingeschreven, schrijft de minister.
Officieel is het nu een experiment en dat loopt op 1 juli 2022 af. Dan zouden deze modules opeens niet meer tot een lesbevoegdheid leiden. Daarom wil het kabinet de educatieve module in de wet verankeren. Dat gebeurt eigenlijk te laat. Het kabinet verwacht dat het wetsvoorstel ruim een jaar later pas in werking zal treden. Maar daar wordt een mouw aan gepast.
Commentaar
Het wetsvoorstel staat nu online ter consultatie. Iedereen kan er commentaar op geven. Het idee is dat wetten beter worden als buitenstaanders en betrokkenen kritiek kunnen leveren voordat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat. Het kabinet wil meteen een paar praktische problemen oplossen.
Op dit moment is er een lijstje met geschikte vooropleidingen. Na een wo-bachelor geschiedenis kun je met zo’n educatieve module leraar geschiedenis worden, en voor andere schoolvakken is het ook duidelijk. Maar hoe zit het met minder vanzelfsprekende vooropleidingen? Mag je met een bachelor artificial intelligence alleen leraar informatica worden, of ook leraar wiskunde? Universiteiten krijgen in dit wetsvoorstel zelf de vrijheid om die inschatting te maken.
Hbo
Ook voor het hbo verandert er iets. Wie een ‘vakinhoudelijke’ bachelor heeft gevolgd, kan momenteel versneld leraar worden via een ‘kopopleiding’ van een jaar. Daarvoor krijgen de studenten nu een jaar extra studiefinanciering. Dat recht wordt in de nieuwe wet verruimd.
Want dit is het probleem. Sommige studenten hebben een iets langere kopopleiding nodig, maar dan kregen ze geen studiefinanciering. Dat gaat dus veranderen: zij krijgen ook een jaar extra stufi.
Hoe word je leraar?
Hbo
– Opleiding tot leraar in het basisonderwijs (pabo). Duurt vier jaar in voltijd. Lesbevoegdheid voor alle klassen van de basisschool.
– Tweedegraads lerarenopleiding. Duurt vier jaar in voltijd. Lesbevoegdheid voor vmbo, beroeps- en volwassenenonderwijs en onderbouw havo/vwo. Ook versneld te volgen met een bachelordiploma van een verwante hbo- of wo-opleiding.
– Eerstegraads lerarenopleiding. Als driejarige deeltijdopleiding (dus naast je werk) na een tweedegraads lerarenopleiding. Bevoegdheid voor alle klassen in voortgezet onderwijs, beroeps- en volwassenenonderwijs.
Universiteit
– Eerstegraads lerarenopleiding. Dat is een eenjarige vervolgopleiding na een verwante master. Of als tweejarige educatieve masteropleiding na de bachelor. Bevoegdheid voor alle klassen in voortgezet onderwijs, beroeps- en volwassenenonderwijs.
– Educatieve minor. Duurt half jaar in voltijd, te volgen in het tweede deel van de universitaire bachelorfase. Die moet inhoudelijk verwant zijn aan het schoolvak. Lesbevoegdheid voor mavo (vmbo-theoretische leerweg) en de onderbouw van havo/vwo.
– Educatieve module. Zoals de minor, maar dan na de bachelor of master. Eerstegraadsbevoegdheid daarna binnen een half jaar te behalen.
Punt. Of had jij nog wat?