Wat kan je doen om iemand bij te staan die slachtoffer is geworden van een haatincident om diens geaardheid of identiteit? Over die vraag boog een groep studenten Social Work zich. Er lag al een training voor de omgang met anti-LHBT-haatmisdrijven voor professionals, gemaakt tijdens het Europese project LetsGoByTalking. Voor hun minor Werken in het gedwongen kader turnden de studenten deze training om naar een variant voor aankomende professionals in de zorgsector, maar eigenlijk voor iedereen.
”Je wil laten zien dat je er voor iemand bent die slachtoffer is van anti-LHBT-haatmisdrijven, je wil iemand veilig bijstaan. Maar het kan lastig zijn om dat op een goede manier te doen’’, vertellen Renée van der Velden en Iris Dekkers, vierdejaarsstudenten Social Work in Breda die daarom samen met studiegenoot Carlijn van de Pol een omgangstraining ontwikkelden. ”Ook binnen de schoolmuren van Avans is het goed om het daar eens over te hebben. Deze training helpt bij het creëren van bewustwording. En dat is nodig.”
De training voor studenten is voortgevloeid uit het Europese project LetsGoByTalking, dat zich richtte op anti-LHBT-haatmisdrijven. Avansdocent Lisa Rosielle was daar de afgelopen twee jaar namens lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken bij betrokken. Een van de resultaten van dat project was een training voor professionals die te maken krijgen met slachtoffers van anti-LHBT-haatmisdrijven.
In tegenstelling tot discriminatie kent het woord ‘haatmisdrijf’ geen juridische definitie in de Nederlandse wet. Het woord haatmisdrijf is inmiddels wel een algemeen gebruikte term. Haatmisdrijven zijn misdrijven die gepleegd worden op basis van een haatmotief en zijn daarmee altijd gericht op de (vermeende) identiteit van het slachtoffer.
Gesprekken voeren
De studenten, zelf onderdeel van de LHBT-gemeenschap, maakten de afgelopen zes maanden tijdens hun minor een training van zo’n twee uur die geschikt is voor groepjes van twaalf studenten. Ze hebben de groep expres vrij klein gehouden, zodat er een vertrouwelijke situatie ontstaat waarin iedereen zich vrij voelt om een verhaal te delen. De training bestaat uit theorie, praktische info en het spelen van een casus waarin studenten onder begeleiding van een expert leren hoe je slachtoffers kunt bijstaan na het meemaken van een haatincident.
Gesprekken voeren speelt daarin een rol. ”Soms kan het als slachtoffer onprettig zijn om over de gebeurtenis te praten, en dat hoeft ook niet. Er zijn, een luisterend oor bieden is vaak ook prima”, aldus de studenten. Voor het bepalen van de inhoud van de training gebruikten ze onder andere resultaten van een enquête onder studentleden van de Roze Helpdesk. Daarin stelden ze de helpdesk de vraag wat de leden graag zouden terugzien in zo’n training. ”We hebben een lijstje met do en dont’s gemaakt dat terugkomt in de training. Dat kan erg nuttig zijn.”
Interactief
Een soortgelijke training is er al voor professionals, gemaakt tijdens het Europese project. De studenten gebruikten dit als basis voor hun versie. ”Die is goed, maar wij hebben ons gebogen over de vraag hoe we de training toegankelijker kunnen maken voor aankomend professionals, studenten en scholieren”, zegt Renée. ”Dat hebben we gedaan door interactieve elementen toe te voegen. Op die manier kunnen studenten binnen de muren van Avans er ook gebruik van maken.”
Van de respondenten die meededen aan een enquête van EU LGBTI over anti-LHTBT-haatmisdrijven, gaf 11 procent aan in het afgelopen jaar slachtoffer te zijn geworden van een incident om diens geaardheid.
Herstelrecht
Je kunt de training volgen na twee gratis online modules van LetsGoByTalking. In de eerste leert de deelnemer over LHBT-terminologie en de behoeftes van slachtoffers na anti-LHBT-geweld. In de tweede komt herstelrecht aan bod. In het herstelrecht kijk je niet naar het traditionele ‘er is een recht geschonden, welke straf volgt’, maar naar de gedachtes en gevoelens van het slachtoffer. ”Je probeert duidelijk te krijgen wat de precieze schade is, en wat nodig is om die schade te herstellen”, aldus Rosielle, die aangeeft dat er binnen het herstelrecht een aantal standaard herstelgerichte vragen zijn om te stellen, waar de gemaakte training op in springt.
”Dat zijn bijvoorbeeld vragen als ‘kan je me vertellen hoe je je nu voelt én destijds deed’, wat de gebeurtenis voor je betekent, en hoe je nu over jezelf en je geaardheid denkt. Ook is een belangrijke vraag wat het slachtoffer ten opzichte van de dader denkt, en of het slachtoffer ermee in gesprek wil gaan.”
De training gemaakt door studenten Renée, Carlijn en Iris is een praktijkkoppeling van de eerste twee modules en een casus. In de casus loopt een lesbisch koppel rondom hun academie hand in hand. Daar worden ze nageroepen door een aantal jongens, waarna ze iets terugzeggen. Dat loopt uit de hand, met het krijgen van een duw en klap tot gevolg. Hierdoor durven ze weinig meer over straat, en al helemaal niet met z’n tweeën hand in hand.
Voor iedereen
In eerste instantie is de training vooral ontwikkeld voor aankomend professionals die in hun werkveld mogelijk te maken krijgen met slachtoffers van anti-lhbti-geweld, zoals studenten Social Work of Verpleegkunde. Maar de Avansstudenten mikken op een breder publiek. ”Ook als student in de financiële sector kan het interessant zijn om mee te doen. Het is eigenlijk voor iedereen”, vertellen Iris en Renée. ”Iedereen kent wel iemand die in het spectrum valt. Als je weet wat je kunt doen om iemand te helpen na een incident, is dat heel goed.”
‘Als je weet wat je kunt doen om iemand te helpen na een incident, is dat heel goed.’
De studenten hopen dat hun training wordt geïmplementeerd in het onderwijscurriculum bij Avans, bijvoorbeeld als keuzevak. De eerste gesprekken lopen daar al voor. ”Het zou super zijn om ons werk zo terug te zien komen. Dat zou een beloning zijn”, aldus de twee studenten. Rosielle: ”En eigenlijk moet de variant van professionals ook een plek krijgen in het onderwijs. Want hoe reageer je als docent wanneer je een student in de gang ‘homo’ hoort zeggen als scheldwoord? Dat kan een moeilijk moment zijn. Het is goed dat ook op Avans, als micro-maatschappij, meer aandacht wordt besteed aan inclusiviteit en dat wij een plek bieden waar iedereen zichzelf kan zijn.”
”Het voelde heel goed om aan dit project te werken. We waren bezig met een onderwerp dat we zelf belangrijk vinden en dat ook nog eens iets oplevert. Dat doet ons goed”, besluiten Renée en Iris.
Punt. Of had jij nog wat?