Max Pastoor, student Ondernemerschap & Retail Management in Breda, hockeyt sinds afgelopen zomer bij Hoofdklasser HC Den Bosch. De overstap bevalt meer dan uitstekend en hij speelt wekelijks veel minuten. ‘’Ineens stond ik op het veld naast de aanvoerder van Zuid-Afrika en de Duitse mid-mid die net van de Olympische Spelen kwam.’’
‘’Mijn leven staat wel een beetje op zijn kop, sinds dat ik de overstap maakte van Zwart-Wit naar Hoofdklasser Den Bosch. Ik train soms vijf keer per week, moet daarvoor van Breda naar Den Bosch reizen en ben ook nog eens net op mezelf gaan wonen met twee oud-teamgenoten. Het gaat goed, maar ik krijg af en toe ook een deksel op mijn neus’’, vertelt Max lachend. ‘’Als je gewend bent dat er altijd iemand voor je kookt en wast, loopt dat soms stroef. Al heb ik daar nu regelmaat in gevonden.’’
Oefenwedstrijden
Via zijn oude coach bij Zwart-Wit uit Breda, die contacten had bij de Bossche Hoofdklasser, zeg maar de Eredivisie in het hockey, kwam Max bij de club terecht. Afgelopen zomer mocht hij meedoen aan speciale oefensessies voor talentvolle spelers bij Den Bosch. ‘’Ik trainde de hele zomer mee en speelde oefenwedstrijden. Dat ging goed’’, vertelt Max, die beloond werd met een contract bij de club.
Intensiteit
Na een half seizoen bij de club staat Den Bosch op de achtste plek in de competitie met vijftien punten. Dat is voor de club een teleurstellend resultaat, concludeert de hockeyer. ‘’Zeker omdat de club afgelopen seizoen meedeed aan de play-offs, wat mag als je in de top-4 eindigt. Dat halen is voor dit seizoen ook het doel’’, zegt Max, die wel tevreden is over hoe zijn eigen seizoen verloopt. Als linksachter speelt hij zo’n 60 tot 75 procent van alle mogelijke minuten. ‘’Het niveau en de intensiteit van het spel zijn hoog, daar leer ik echt een hele hoop van. Mede dankzij mijn teamgenoten en coaches, die veel internationale ervaring hebben.’’
‘’Aan alles merk je dat Den Bosch een grote club is. Alles wordt uit handen genomen. Zo is er een fysio en iemand die voedingsschema’s voor je maakt. De eerste keer voor volle tribunes spelen, was ook echt ontzettend gaaf!’’
Strafcorner
Hoogtepunten heeft Max al beleefd. Zijn debuut, toen hij voor het eerst het wedstrijdshirt met zijn eigen naam aantrok, vergeet hij niet snel. En dan is daar de wedstrijd tegen koploper Bloemendaal. ‘’In de laatste minuut won ik een strafcorner voor het team, waaruit de 3-3 gescoord werd. Dat was heel mooi’’, vertelt hij trots. ‘’Ook speelden we afgelopen weekend de halve finale zaalhockey tegen Pinoké, dat uiteindelijk landskampioen werd. Dat was ook een mooie ervaring.’’
‘Niet zoveel gejankt‘
Het had niet veel gescheeld, of Max was nooit hockeyer geworden. Als kind wilde hij graag voetballen, tot zijn vrienden en hij eens hockey probeerde. ‘’Gewoon op een grasveld, niet eens bij een verenging. Dat vond ik zo leuk, dat ik die stick nooit meer heb losgelaten’’, zegt hij. ‘’Ik vind het gewoon een heel leuk spel. Er wordt niet zoveel gejankt als bij voetbal. Je ziet maar weinig schwalbes en tijdrekken en het gaat snel op en neer. Je hebt open spel, strafcorners, lange corners en het is heel tactisch.’’
‘Er wordt niet zoveel gejankt als bij voetbal’
Studie
Naast het vele trainen en spelen van wedstrijden, studeert Max ook ‘gewoon’ bij Avans. Het combineren van zijn studie ORM met hockeyen gaat hem tot nu toe ‘redelijk goed af’. ‘’Door corona waren veel lessen online, dat was voor mij fijn. Het voordeel van mijn studie, die ik erg leuk vind, is dat je veel vrijheid krijgt om dingen zelf in te plannen. Ik ben nog niet in de problemen gekomen met deadlines’’, vertelt de Avansstudent, die vanwege zijn status de mogelijkheid heeft om tentamens uit te stellen als ze niet goed uitkomen. Daar maakt hij soms gebruik van.
Het doel op de korte termijn voor Max was om de Hoofdklasse te bereiken. Dat doel is behaald, maar dat wil niet zeggen dat hij nu rustig aan doet. De Avansstudent is ambitieus en droomt groot. ‘’Ik wil kijken hoever ik kan komen en wil uiteindelijk het shirt van Oranje dragen. dat zou fantastisch zijn. De concurrentie is groot, maar als ik hard werk en me blijf ontwikkelen zoals nu… wie weet.’’
Punt. Of had jij nog wat?