De veelbesproken hbo-opleiding medische hulpverlening moet op de schop, eist minister Kuipers van Volksgezondheid. Anders mogen de afgestudeerden niet in het register van medische beroepen staan.
Sinds 2010 telt Nederland drie hbo-bacheloropleidingen medische hulpverlening, in Utrecht, Rotterdam en Nijmegen. Ze kwamen er op verzoek van ziekenhuizen en ambulancediensten, want er dreigde een tekort aan hulpverleners in de acute zorg. Studenten worden er klaargestoomd voor de ambulance, de spoedeisende hulp (SEH), cardiodiagnostiek, anesthesie en operatieve zorg.
Maar al snel leidde een groot tekort aan stageplaatsen tot enorme studievertraging bij de opleidingen, en allerlei rechtszaken. Studenten claimden en kregen forse schadevergoedingen. Een van de redenen van het stagetekort was dat de bachelors medische hulpverlening niet waren opgenomen in het register met beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Ziekenhuizen vonden het weinig zinvol om studenten op te leiden van wie het toekomstige beroep nog niet erkend was.
Alleen acute zorg
In 2017 werd het beroep van medisch hulpverlener bij wijze van experiment alsnog opgenomen in het BIG-register. Dat experiment loopt op 1 mei af en is intussen geëvalueerd. Minister Kuipers van Volksgezondheid concludeert dat de medisch hulpverlener alleen toegevoegde waarde heeft in de acute zorg: op de ambulance, bij de SEH en bij acute cardiologie. Alleen de afgestudeerden in die richtingen krijgen een zogeheten functioneel zelfstandige bevoegdheid. In opdracht van een arts mogen ze bepaalde acute handelingen verrichten, ook zonder toezicht. ‘Gewone’ ambulanceverpleegkundigen hebben een vergelijkbare bevoegdheid.
Kuipers stelt wel voorwaarden: de studenten moeten veel meer praktijklessen krijgen. Uit de evaluatie blijkt dat afgestudeerden nog niet startbekwaam zijn en dat ze na hun diplomering eerst nog een trainingstraject van gemiddeld 45 weken moeten volgen. Ook moet er een nieuwe naam komen voor ‘medisch hulpverlener’. Daaruit moet duidelijker blijken dat het iemand is die in de spoedeisende zorg werkt.
Groei
De Nederlandse vereniging voor bachelor medisch hulpverleners is blij dat het beroep wordt opgenomen in het BIG-register. Voorzitter Ellen Schepens verwacht dat er meer stageplaatsen zullen komen en dat de opleidingen dan meer studenten kunnen toelaten. Ze denkt dat dit 1.500 nieuwe zorgprofessionals per jaar kan opleveren. Nu wordt slechts tien procent van de geïnteresseerden toegelaten.
Vanwege het aanhoudende tekort aan stageplaatsen in de regio Utrecht en het uitblijven van de BIG-registratie, besloot de Hogeschool Utrecht onlangs nog om in september helemaal geen nieuwe studenten toe te laten bij de BMH-opleiding.
De drie opleidingen beraden zich nog en hebben vrijdag een gesprek met de ministeries van onderwijs en van Volksgezondheid, laat voorzitter Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam weten.
Punt. Of had jij nog wat?