Hoe hoog wordt het collegegeld voor studenten die het Oekraïense oorlogsgebied zijn ontvlucht en krijgen ze hier ook studiefinanciering? Dat wordt volgens Dennis Wiersma, minister van Primair en Voortgezet Onderwijs “binnenkort” duidelijk.
De Tweede Kamer debatteerde gisteren over de opvang van Oekraïense vluchtelingen en daarbij ging het ook over de studenten. Waarom zorgt het kabinet er niet voor dat studenten uit Oekraïne in ons land kunnen doorstuderen met behulp van studiefinanciering, wilde Kati Piri (PvdA) weten.
De ChristenUnie wees er nog eens op dat gevluchte studenten zonder vergunning niet in aanmerking komen voor studiefinanciering en voor het ‘gewone’ collegegeld, dat vaak duizenden euro’s lager is dan het ‘instellingscollegegeld’. “Studeren wordt daardoor onbetaalbaar voor hen”, waarschuwde Don Ceder (CU).
Eerder deze week voerden de universiteiten en hogescholen, samen met de Stichting voor vluchteling-studenten UAF, de druk ook al op. Studenten willen “op zeer korte termijn” weten waar ze aan toe zijn, schreven ze aan het Kabinet. Zolang er geen duidelijkheid komt over de kosten, weten ze niet of ze hier wel (verder) kunnen studeren.
Sneller en scherper
Minister Dijkgraaf van OCW was niet bij het debat, dus ging zijn collega-minister Dennis Wiersma op de vragen in. Het gaat er bij de toelating van studenten in eerste instantie gewoon om of de vooropleiding aansluit. “De erkenning van kwalificaties proberen we nu wat sneller en scherper te laten verlopen, zodat leerlingen ook makkelijker toegelaten kunnen worden”, zei Wiersma.
Hogescholen en universiteiten onderzoeken volgens de minister ook zelf “wat je nu al goed kunt doen” om de gevluchte studenten te helpen. Dat doen ze bijvoorbeeld op het gebied van online onderwijs of door het aanbieden van specifieke minor-programma’s die niet diplomagericht zijn.
Maar hoe zit het dan met de hoogte van het collegegeld en mogelijke studiefinanciering voor de gevluchte studenten? “We onderzoeken welke voorzieningen en aanspraken passen en realiseerbaar zijn. Daarover wordt u binnenkort geïnformeerd.” Hoe binnenkort, kon Wiersma niet zeggen.
Punt. Of had jij nog wat?