Voor de tweede keer zijn de Hogeronderwijspremies uitgereikt. Het meeste geld ging naar de Universiteit Twente en hogeschool Fontys. Maar hoe zit het ook alweer met die premies: waar zijn ze voor bedoeld?
Minister Dijkgraaf heeft de premies gisteren uitgereikt aan de winnaars en de nummers twee en drie tijdens een groot festival rond onderwijsvernieuwing. Met de prijs wil hij “onderwijstoppers in het zonnetje zetten”.
Wat voor festival?
Het heet het ComeniusFestival en het is van het ComeniusNetwerk. Dat netwerk van onderwijsvernieuwers in hbo en wo is in 2018 is opgericht. Het was een idee van de toenmalige minister van Onderwijs, Jet Bussemaker.
Er zijn toch ook Comeniusbeurzen?
Ja, dat zijn beurzen voor onderwijsvernieuwers en de winnaars worden inderdaad lid van het ComeniusNetwerk. Ze bestaan sinds 2016 en er gaat elk jaar 6,2 miljoen euro naartoe. Ook de docenten van het jaar, die studentenorganisatie ISO verkiest, worden lid van het netwerk. En natuurlijk de winnaars van de Hogeronderwijspremies.
Maar die beurzen zijn dus iets anders dan die premies?
Ja.
Waar komen die premies vandaan?
Ook die waren een initiatief van Jet Bussemaker. Eigenlijk wilde de minister een soort Spinozapremies voor het onderwijs in het leven roepen: elk jaar twee grote prijzen van 2,5 miljoen euro voor onderwijsvernieuwing. Er kwam veel kritiek op dat plan, dat het ‘supersterrenmodel’ zou versterken. Er was toch al weinig geld voor het onderwijs, waarom zou je dan twee enorme bedragen toekennen, als je het ook wat beter kon verdelen? Naar die kritiek is geluisterd.
Wat was het doel?
Onderwijs moet meer aanzien krijgen, vond de minister, en ze dacht dat prijzen zouden helpen. Bovendien zou het geld de onderwijsvernieuwing kunnen aanjagen.
Hoe hoog zijn die premies?
De nummers één in hbo en wo krijgen 1,2 miljoen euro voor hun onderwijsplannen. Nummers twee en drie krijgen respectievelijk 800 duizend en 500 duizend euro. Dat is bij elkaar 5 miljoen euro.
Wie waren er dit jaar genomineerd?
Dat waren de hogescholen Fontys (winnaar), NHL Stenden (nr. 2) en Codarts (nr. 3). Onder de universiteiten waren de genomineerden Twente (winnaar), Leiden (nr. 2) en de Universiteit van Amsterdam (nr. 3).
Wat doen ze met het geld?
Twente laat masterstudenten van verschillende opleidingen (van filosofie tot technische studies) in een speciaal DesignLab samenwerken aan maatschappelijke uitdagingen. Fontys heeft een team dat studenten met allerlei onderwijsprojecten wil opleiden tot ‘self-directed professionals’. Ze gaan aan de slag met uiteenlopende onderwerpen als dementie, Dutch design en business innovation.
Leuk voor ze!
Maar als het even kan: leuk voor iedereen. Dijkgraaf hoopt dat andere onderwijsinstellingen van de winnende ideeën leren en ook zoiets gaan doen. Of zoals hij het formuleert: “Ik hoop dat deze projecten breder uitgerold kunnen en gaan worden, daar hebben we allemaal wat aan.”
Punt. Of had jij nog wat?