De Koningstheateracademie is sinds dit collegejaar onderdeel van Avans Hogeschool. Studenten worden er in vier jaar opgeleid tot cabaretiers. Punt ging voor een kennismaking langs aan de Havensingel in Den Bosch.
Voormalig directeur van de Koningstheateracademie – en nu onderwijsmanager – Anna Uitde Haag is meer dan alleen directeur. Ze staat namelijk ook voor de klas, als docent improvisatie en verhalen vertellen. “Zo zie ik hoe de studenten ervoor staan en welke talenten ze hebben. Dat is handig voor overleggen die ik over ze voer, maar ik vind het ook gewoon heel leuk. Het is soms wel lastig te combineren, maar het is ook rustgevend voor me”, vertelt ze als ze net klaar is met het geven van een college. Wanneer ze haar kamer binnenloopt veert in de hoek hond Duc, die ze altijd meeneemt, kwispelend op. “Ook is het gewoon praktisch. We zijn een kleine opleiding met een klein team.”
Startbekwaam
Op de Koningstheateracademie zitten in ieder jaar twaalf studenten die tijdens hun bachelor klaargestoomd worden tot startbekwame cabaretiers. Studenten leren er een verhaal leren vertellen over de wereld om hen heen en hun eigen interesses, op hun eigen manier. Dat varieert van louter muzikale of fysieke producties tot alles daartussenin. “Cabaret is een paraplubegrip. Iedere student heeft zijn, haar of hen eigen vorm om een verhaal te vertellen”, aldus Uitde Haag. Vanaf het eerste jaar presenteren studenten hun eigen materiaal en in jaar 4 eindigen ze met hun eindvoorstelling die ze met hun eigen artistieke team maken.
23 jaar geleden richtte Anna Uitde Haag de Koningstheateracademie mede-op. Sinds 2003 is ze zakelijk/artistiek directeur.
Zeepdispenser
De Koningstheateracademie is sinds dit collegejaar aangesloten bij Avans. Eerder was het een privaat gefinancierde opleiding, maar nu voor het eerst door de overheid bekostigd. Dat bevalt tot dusver. “Serieus goed, zo voelt het om onderdeel te zijn van Avans. Alles is nieuw, ook binnen het cluster Creative Innovation, waardoor we het samen ontdekken. De neuzen wijzen dezelfde kant op. Soms is het zoeken, maar we hebben veel zin om alles samen te ontdekken’’, zegt Uitde Haag, die al merkt wat de invloed van de hogeschool is. En dat zijn puur praktische dingen in het schoolgebouw. “Als iets kapot is, wordt het gelijk gemaakt. En we hadden eerst eigen zeepflesjes, nu hangen er overal dispensers. Dat voelt als iets kleins, maar is voor ons ongelofelijk luxe.”
Authenticiteit
Wie wil studeren aan de Bossche opleiding, moet van goeden huize komen. Sinds het kunstonderwijs in 2012 landelijk op de schop ging door een overschot aan studenten, werd bepaald dat er nog maar plek was voor twaalf nieuwe eerstejaarsstudenten per jaar. Dus is er een selectieprocedure, die begint met het laten zien van een lied en conference. Ieder jaar melden zich zo’n honderd potentiële eerstejaars aan, maar na de eerste ronde valt het overgrote gedeelte af. Daarna volgen twee lesdagen, waarna een uiteindelijke selectie gemaakt kan worden. “We selecteren op authenticiteit, leeftijd, humor natuurlijk, en gut feeling. Maar het belangrijkste is dat iemand je meeneemt in hun verhaal”, vertelt de onderwijsmanager, die ziet dat ‘haar’ school goed in de markt ligt. “We zijn de enige opleiding die zich helemaal op cabaret richt. Dat maakt ons uniek. Humor is een machtig wapen. Het kan onrecht, pijn en andere emoties verzachten. Het kan verbinden en verdelen.”
Alumni van de Koningstheateracademie vallen geregeld in de prijzen. Zo won Kirsten van Tein onlangs de Neerlands Hoop, een cabaretprijs die wordt uitgereikt aan een cabaretier met een opvallend programma of aan iemand die een bijzondere ontwikkeling heeft doorgemaakt. En oud-student Stefan Hendrikx won afgelopen juni het Leids Cabaret Festival. De oud-studenten studeerden allebei in 2013 af in Den Bosch. Een overzicht van alle alumni vind je op de site van de Koningstheateracademie.
Realistisch
Waar veel studenten na hun bachelor makkelijk een baan vinden, is dat voor alumni van de Koningstheateracademie anders. Volgens Uitde Haag is het niet zo dat er minder banen zijn, studenten moeten er alleen meer voor doen om ze te vinden. Sommigen worden al tijdens hun studie ontdekt. “Het kan zijn dat iemand uit een lager leerjaar ineens sky high gaat en wordt opgepikt, terwijl iemand uit een hoger jaar nog aanmoddert. Daar moet je tegen bestand zijn”, zegt ze. “We leiden hier studenten op met een realistische kijk op het vak. Cabaret is moeilijk, het vraagt veel discipline en doorzettingsvermogen. Dat begrijpen onze studenten, ze moeten veel zelf regelen. En dat doen ze ook.”
De opleidingsmanager vindt het om bovenstaande redenen belangrijk dat er een goede, losse sfeer hangt op de academie. “Die is er ook. Er is veel respect voor elkaar, men weet hoe moeilijk het is om hier te studeren. Vanuit je eigen fantasie maak je hier iets, je wordt geconfronteerd met je zwakheden en krijgt veel kritiek. We doen er dan ook veel aan een goede, vertrouwelijke sfeer te creëren. Om zo het beste in elkaar naar boven te halen.”
Op korte termijn hoopt Uitde Haag dat de studenten wennen aan de nieuwe systemen waarmee Avans al langere tijd werkt. Met programma’s als Osiris hebben de meeste studenten namelijk nog nooit gewerkt. “Voor ons is dat schakelen”, zegt ze. “We nemen vooral de tijd om te landen en te wennen aan Avans. Zodat we op de lange termijn samen met andere Avansstudenten in het EKP-Pand kunnen werken aan projecten. Dat zou geweldig leuk zijn.”
Cor Cornelissen
"Iedere student heeft zijn, haar of hen eigen vorm om een verhaal te vertellen" ... "Hen" is natuurlijk geen bezittelijk voornaamwoord en het is dan ook vreemd dat een opleidingsmanager van een hogeschool dat niet zou weten.