Terug naar overzicht

In gesprek met staatssecretaris Maarten van Ooijen: ‘Werk aan de winkel op het gebied van mentale gezondheid’

Maarten van Ooijen in gesprek bij Avans aan de Onderwijsboulevard in Den Bosch

Hoog bezoek bij Avans aan de Onderwijsboulevard in Den Bosch. Maarten van Ooijen, namens ChristenUnie staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ging daar donderdagochtend in gesprek met studenten Bestuurskunde over het onderwerp mentale gezondheid onder jongeren. Een onderwerp dat leeft, zo bleek.

Wanneer de aanwezige studenten in de volle zaal de vraag krijgen om op hun telefoon in te vullen hoe het staat met hun mentale gezondheid, en de resultaten daarvan op een groot scherm worden getoond, valt het even stil. Ruim negentig procent geeft aan zich slechter te hebben gevoeld in coronatijd en ruim zestig procent ervaart momenteel klachten op het gebied van mentale gezondheid. “Als ik deze cijfers zie, is dat zelfs nog gunstiger dan gemiddeld in Nederland. Maar nog steeds: als je het laat inwerken, vraagt het de aandacht eraan te werken”, reageert Van Ooijen op de cijfers. “Ik trek vaak de vergelijking met je fysieke gezondheid. Als je slecht ter been bent of door hoofdpijn iets moet afzeggen, is dat legitiem. Maar bij mentale gezondheid is dat ingewikkeld. Ik zou willen dat het even legitiem is om over mentale gezondheid te praten als over fysieke.”

De ochtend begon met een interview over de studententijd van de staatssecretaris, over de staat van politiek Den Haag, zijn voorbeeldfiguren, omgaan met kritiek en polarisatie in Nederland. Daarna kwam het onderwerp mentale gezondheid onder jongeren aan bod. Studenten in de zaal konden vragen stellen, wat ook gebeurde.

Wat vroegen studenten zoal aan staatssecretaris Van Ooijen?

Er wordt vaak gesproken over mentale gezondheid onder jongeren. Maar hoe vaak spreekt u zélf met jongeren?
Van Ooijen: “Ik probeer het altijd te doen. We hebben een jongerenpanel, waarin jongeren zitten die meedenken over beleid. Als zij vinden dat iets er echt in moet, komt dat erin. Als dat haalbaar is natuurlijk. Er zijn ook veel jongeren die zich bij ons melden. Daarmee proberen we het gesprek aan te gaan. Maar het blijft een uitdaging om het eerste perspectief bij jongeren te leggen.”

Hoe kan het zijn dat met veel goede ideeën vanuit de Tweede Kamer over mentale gezondheid soms niets gedaan wordt?
“Dat kan te maken hebben met de haalbaarheid. Dan is iets een goed idee, maar is er geen geld. Of is het moeilijk om uit te voeren. Soms ben je het ook gewoon niet met elkaar eens. En dat is het mooie van democratie.”

Ik heb zelf te maken gehad met jeugdzorg. Jeudgzorg is verantwoordelijk voor de veiligheid van burgers. Wat vindt u ervan dat de overheid met het zetten van een handtekening gezinnen uit elkaar kan trekken?
“Dat is een onderwerp dat in de politieke belangstelling staat. De overheid heeft hierin een machtspositie en moet bescheiden zijn om deze in te zetten. Dat is niet altijd in orde geweest, zoals op het gebied van rechtsbescherming. De kritiek hierop herken ik en ik erken dat we fundamentele veranderingen moeten aanbrengen.”

Een groot deel in de maatschappij voelt zich niet comfortabel om met de politiek in contact te komen, ze verstoppen zich. Wat ga je daaraan doen?
“Dit is jammer, want hieruit blijkt dat mensen de overheid niet vertrouwen. Gezond wantrouwen is niet verkeerd, maar bij een fundamenteel gebrek is er een breuk in de relatie tussen burgers en overheid. En dat is treurig. Wat we kunnen doen, is begrijpelijker communiceren. Veel brieven zijn bijna niet te volgen.”


Tot slot kreeg Van Ooijen de vraag of hij advies had voor studenten met problemen op het gebied van mentale gezondheid. De staatssecretaris adviseerde de aanwezigen in de zaal om erover te praten, hoe lastig ook. “Als je kampt met stress, druk of slaapproblemen, heb je vaak de neiging om het eerst op te lossen en er dan pas over te praten. Omdat je bang bent dat je anderen tot last bent. Maar die ander is juist een deel van de oplossing. Het is lastig om die stap te zetten, maar ik roep op om iemand te zoeken die je vertrouwt. En er dan over te praten.”

Omheen draaien
Na afloop gaven de studenten Van Ooijen een applaus en konden ze nog even napraten en op de foto gaan. Emma Anink, eerstejaarsstudent Bestuurskunde, vroeg tijdens de vragensessie waarom niet alle ideeën op het gebied van mentale gezondheid in de Tweede Kamer werden aangenomen. Daar kreeg ze antwoord op. “Maar ik vond het een slecht antwoord, eerlijk gezegd. Voor mijn gevoel draaide hij er steeds omheen en viel hij telkens terug op beleid. Dat wilde ik niet horen, ik was benieuwd naar zijn persoonlijke ervaring”, vertelt ze. “Wat ik heel tof vond, was dat hij er was. Er is wel echt iemand.”

Emma (rechts) met Maarten van Ooijen (midden) en Bas Aarts (links)

Van Ooijen blikte na afloop terug op een geslaagde ochtend met de studenten. “Ik vind het altijd super leuk als studenten vragen hebben, dat het geen eenrichtingsverkeer is. Ze stelden kritische vragen en daar houd ik van. Dat slijpt de geest”, vertelt hij. De resultaten van de ‘enquête’, waaruit blijkt dat er in de zaal veel studenten waren met mentale klachten, blijven hem bij. “Omdat ze daar open over durfden te zijn, wat ik knap vind, maar ook omdat het serieuze aantallen zijn. Achter die resultaten zitten verhalen die we niet kennen. Er is werk aan de winkel.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?