“We kunnen echt hard zijn voor elkaar”, zeggen Terri van de Velden en Joram van Velzen, voorzitters van studentenorganisaties ISO en LSVb. Ze zijn vrienden, ook al vinden ze elkaar soms vervelend.
Het was een uitzonderlijk jaar voor de twee organisaties die de belangen van studenten in politiek Den Haag verdedigen. Ze konden de terugkeer van de basisbeurs vieren en tegelijkertijd moesten ze keer op keer uitleggen hoe zwaar studenten het hebben in tijden van inflatie. En dan moesten ze ook nog nadenken over pakweg het bindend studieadvies, studentenwelzijn en de internationalisering van het hoger onderwijs.
We blikken terug met Terri van de Velden (24) van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), en Joram van Velzen (25) van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). De voorzitters hebben net het stokje doorgegeven aan hun opvolgers.
Het grootste nieuws dit jaar was natuurlijk de terugkeer van basisbeurs. Hoe hebben jullie dat gevierd?
Joram: “We waren natuurlijk blij. Bij de LSVb hadden we een feestje met iedereen die betrokken was bij onze campagne. We zijn samen gaan rolschaatsen.”
Terri: “Toen het wetsvoorstel eindelijk door de Eerste Kamer was, kwam dat gek genoeg een beetje ‘tussendoor’. Ik weet nog dat ik Joram ergens over belde en toen zei: o ja, gefeliciteerd trouwens! En dat terwijl we daar een heel jaar mee bezig zijn geweest. Die terugkeer was zó lang een last op de schouders van onze beide organisaties.”
J: “Daarmee is nog niet gezegd dat het allemaal geweldig is wat we precies krijgen.”
Leenstelselstudenten die de basisbeurs zijn misgelopen krijgen 359 euro per gemist jaar. Beschouwen jullie dat als een nederlaag?
T: “Het is fijn dat er in ieder geval iets van een compensatie is gekomen maar we hoeven het niet onder stoelen of banken te steken dat het beter kon.”
J: “Daar zit ook een deel van de pijn: het is eigenlijk geen echte ‘compensatie’ want het bedrag staat niet in verhouding tot wat de studenten van de leenstelselgeneratie zijn misgelopen. Het is slechts een gebaar, zegt ook onderwijsminister Dijkgraaf. En daar wordt niets meer aan veranderd. En daar zijn we verontwaardigd over. Ik hoor studenten vaak zeggen: stik maar in je 1.400 euro. Ze beginnen met torenhoge schulden op een woningmarkt waar ze niet kunnen concurreren met de happy few die daar geen last van hebben. Zelf moet ik ook nog maar zien of ik ooit een appartement kan kopen. Huren is al moeilijk genoeg.”
De Oekraïne-oorlog zorgde voor enorme prijsstijgingen. Het kabinet kwam met een energietoeslag, maar studenten werden ervan uitgesloten. Hoe verliepen zulke gesprekken?
J: “Het kabinet mag studenten niet categorisch uitsluiten. Ik ben daarover in gesprek gegaan met armoedeminister Schouten, maar zij had geen enkele intentie om er iets aan te veranderen. En als er geen politieke wil is, dan moet je het zelf forceren. Dus we zijn samen met 120 benadeelde studenten rechtszaken gaan aanspannen. Tot nu toe hebben we alle zaken gewonnen.”
Jullie organisaties vertegenwoordigen allebei studenten. Zien jullie elkaar als collega’s of als concurrenten?
J: “Ik zie Terri als een vriend. We hebben een hele goede band. Al kunnen we af en toe echt hard voor elkaar zijn. En dat is ook goed want onze organisaties hebben verschillende accenten.”
T: “Wat lief, Joram! Ik vind die frictie tussen LSVb en ISO eigenlijk wel fijn. Joram is gewoon een geweldige vent. En hoe vaak ik hem ook vervelend vond, we hebben vooral heel veel lol gehad samen. We maakten vaak grappen over hoe druk we het hadden. Dat was ook prettig, want we zagen elkaar ongeveer tachtig procent van de tijd in Utrecht en in politiek Den Haag. Misschien wel vaker dan de leden van onze eigen organisaties.”
Had je misschien iets vaker met je eigen achterban moeten praten? Toen minister Dijkgraaf het bindend studieadvies wilde versoepelen waren vier lokale studentenraden het daar niet mee eens. En die vertegenwoordigt het ISO toch?
T: “We vertegenwoordigen 44 medezeggenschapsraden en willen graag een gezamenlijke visie naar buiten brengen. Maar dat gaat niet altijd even makkelijk: soms zijn we avonden met elkaar aan het discussiëren voordat we over standpunten stemmen. Dit is de eerste keer dat lokale medezeggenschapsraden publiekelijk naar buiten brachten dat ze een afwijkend standpunt hadden. Aanvankelijk verraste me dat, maar achteraf gezien lagen de verschillen misschien te ver uit elkaar. Ik denk dat het komt doordat het bsa en de ervaringen ermee zeer verschillen per instelling. Raden die tegen de versoepeling waren hadden het op hun instelling beter geregeld dan elders.”
Er waren dit jaar veel klimaatbezettingen in het hoger onderwijs. Activisme zit de LSVb in het bloed. Wilden jullie er niet bij betrokken zijn?
J: “Ik vind het juist mooi dat acties ook zonder ons van de grond komen. We hebben wel onze afkeuring laten blijken van het gewelddadige optreden van de mobiele eenheid bij de bezettingen en we waren ook niet blij met de rol van de bestuurders daarin. Maar bij de LSVb moesten we prioriteiten stellen: we moesten alles op alles zetten om de basisbeurs in te koppen en zo waren er meer thema’s die we niet uit het oog mochten verliezen.”
Nog zo’n heet hangijzer: internationalisering. Dijkgraaf wil het aantal internationale studenten en het aanbod van Engelstalig onderwijs terugdringen. Is dit goed of slecht nieuws? Jullie vertegenwoordigen tenslotte alle studenten, dus ook de internationale.
T: “We prijzen onszelf altijd omdat we zo’n toegankelijk land zouden zijn. En dan is het gewoon heel pijnlijk dat je op het punt komt dat je moet zeggen: we willen jullie niet. Tegelijkertijd zijn we niet blind en lijdt het onderwijs onder te veel studenten. Dat is een dilemma.”
J: “Ja, daar ben ik het mee eens en ik heb daarom het idee dat we vooruit gaan als we meer grip krijgen op de instroom.”
Wordt het tijd voor een internationale student in jullie besturen?
J: “We hebben steeds meer internationale studenten in de lokale vakbonden, dus is het niet gek dat je die discussie ook binnen de LSVb krijgt. We denken meer na over de voertaal, en Engels is vaker de norm. Het geldt trouwens in bredere zin: het bestuur zou toegankelijker moeten zijn voor studenten die van de norm afwijken. Ik zou het toejuichen als een student met een functiebeperking of een buitenlandse student ooit LSVb-voorzitter wordt.”
T: “Wij vertalen al onze documenten in het Engels. Toch zijn er nog veel obstakels voor internationale studenten om landelijk actief te worden. Beleidsdocumenten van het ministerie worden bijvoorbeeld niet in het Engels vertaald. Politici praten in het Nederlands.”
Wat gaan jullie doen nu het bestuursjaar is afgerond?
J: “Tot januari ben ik nog bezig met het afmaken van mijn studie.”
T: “Ik ben net afgestudeerd en ik ga nu op een lange vakantie naar Mexico en eens diep nadenken over wat ik eigenlijk wil gaan doen.”
Punt. Of had jij nog wat?