Er worden dit jaar 965 GZ-psychologen opgeleid, ongeveer de helft van het aantal dat eigenlijk nodig is. Dat gaat niet snel veranderen, als het aan het demissionaire kabinet ligt.
Volgens het Capaciteitsorgaan, dat bijhoudt of Nederland voldoende artsen telt, moeten er jaarlijks eigenlijk 1.885 GZ-psychologen worden opgeleid om op den duur de lange wachtlijsten bij psychologische zorginstellingen terug te dringen.
Psychologie is een van de meest populaire opleidingen van het land. Maar na de master werkt minder dan de helft als psycholoog en vijf à zes procent is werkloos. Veel afgestudeerden willen de specialisatie tot GZ-psycholoog volgen, maar kunnen geen plek vinden.
Jonge psychologen nemen vaak hun toevlucht tot slecht betaalde ‘werkervaringsplekken’ om in aanmerking te komen. Enkele jaren geleden kwam daar veel kritiek op na een uitzending van het journalistieke tv-programma De Monitor.
Onvoldoende middelen
Verschillende partijen, van links tot rechts, vragen in een schriftelijk overleg waarom er nu zo weinig psychologen worden opgeleid. GroenLinks bijvoorbeeld noemt het “onuitlegbaar” en de VVD wil weten of er is gekeken naar een “groeipad”.
Maar volgens de demissionaire ministers Ernst Kuipers (VWS), Conny Helder (Langdurige Zorg) en Robbert Dijkgraaf (Onderwijs) kan het tekort niet zomaar opgelost worden. Daar zijn onvoldoende middelen voor.
Het advies was nog maar kort geleden lager, schrijft het kabinet. “Het gaat om meer dan een verdubbeling van het voorkeursadvies dat in 2020 is afgegeven.” En de afspraken zijn “voor de komende vier jaar vastgelegd”. Een extra investering die niet is begroot zou moeten worden betaald uit het budget voor de zorg en dat zou de toegankelijkheid van de zorg “juist verder onder druk zetten”.
Regionale vraag
Overigens verschillen de tekorten aan behandelaars en artsen sterk per regio. Dat wordt vanaf dit jaar beter in kaart gebracht, om af te stemmen wat er precies nodig is. Die planning is dus niet meer uitsluitend landelijk geregeld, melden de ministers aan de Tweede Kamer.
Punt. Of had jij nog wat?