Extra tijd voor tentamens of financiële steun bij studievertraging? Veel studenten met een ondersteuningsbehoefte weten nog altijd niet dat ze daar recht op hebben. Sommige instellingen hebben hun voorzieningen en voorlichting beter op orde dan andere.
Studenten met een chronische ziekte, fysieke beperking of ADHD kunnen wel wat extra ondersteuning vanuit hun opleiding gebruiken, staat in een gisteren verschenen rapport van Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECOI). Hetzelfde geldt voor mantelzorgers van een ziek familielid en ook voor studenten die aan topsport doen.
Het onderzoek van ECOI is gebaseerd op de Nationale Studenten Enquête, die dit voorjaar door 252 duizend studenten werd ingevuld. Van alle respondenten bleek 15 procent een ‘ondersteuningsbehoefte’ te hebben. Meestal gaat het hierbij om een functiebeperking (82 procent) en in mindere mate om een bijzondere persoonlijke of familieomstandigheid.
Belemmeringen
Van deze groep studenten ervaart 85 procent minimaal “een beetje” belemmering bij de opleiding en 45 procent “(heel) veel”. Studenten met psychische aandoeningen, ADHD en bijzondere omstandigheden zijn oververtegenwoordigd in die laatste groep. Volgens de onderzoekers kennen zij de geboden voorzieningen het slechtst. En als ze die wel kennen zijn ze er minder tevreden over dan studenten met een motorische beperking.
Ongeveer 33 procent van alle studenten met een ondersteuningsbehoefte heeft geen weet van de voor hen bedoelde speciale toetsvoorzieningen (zoals extra tijd, soepeler deadlines of medische hulpmiddelen).
Minder dan de helft van deze studenten kent de bijzondere onderwijsvoorzieningen die hun hogeschool of universiteit aanbiedt, zoals vervoer, speciale software, tolken of het terugkijken colleges. Maar liefst 74 procent weet niet dat ze geld kunnen krijgen uit het ‘profileringsfonds’ van hun instelling en bij DUO.
Per instelling
Bij de grote hogescholen zijn de studenten van Windesheim het meest tevreden. HAS green academy, Van Hall Larenstein en Driestar educatief scoren hoog bij de kleinere instellingen.
In het wetenschappelijk onderwijs gaan de meeste complimenten naar de Universiteit voor Humanistiek, de Universiteit Twente en de Radboud Universiteit Nijmegen.
Voorzitter Demi Janssen van het Interstedelijk Studenten Overleg roept de instellingen om meer werk te maken van goede informatievoorziening. “Die is essentieel om studenten de weg te wijzen naar een fijne en toegankelijke studietijd.”
Punt. Of had jij nog wat?