Lars van Houtum is vierdejaarsstudent Bedrijfskunde in Den Bosch. In de tweede helft van zijn derde jaar deed hij zijn minor op Bali, Indonesië. Samen met nog 45 andere studenten afkomstig uit verschillende delen van de wereld volgde hij de lessen aan de Warmadewa Universiteit in de stad Denpasar.
Hoe ben je op het idee gekomen om naar Bali te gaan voor je minor?
“Ik wist zeker dat ik een tijdje wilde studeren in het buitenland. De Verenigde Staten en Australië vielen af, omdat dat te duur was. Een tijdje later kwam ik in contact met een student die naar Bali is geweest. Die vertelde mij over zijn ervaring. Daarbovenop had ik al goede verhalen gehoord. Bali wordt een beetje beschreven als een paradijs.”
Dus het werd Bali. Wat moest je van tevoren allemaal regelen?
“Ik ging free moven, dat betekent dat je collegegeld aan Avans moet betalen en collegegeld voor de universiteit in Bali. Je moet alles zelf regelen; vliegtickets, accommodatie, etc. Voor mijn tijd in Bali ben ik uiteindelijk ongeveer 10.000 euro kwijt geweest. En dan heb ik alles kunnen doen wat ik wilde: elk weekend activiteiten, een paar keer per week uitgaan en ik had genoeg eten en drinken. Ik heb zelfs na mijn minor gebackpackt in Australië.”
Wat heb je gedaan tijdens je minor?
“Ik kon kiezen uit hele lijst met vakken. Van tevoren wist ik niet wat het niveau zou zijn, dus ik heb zeven vakken gekozen die uiteindelijk tot 36 ECTS zouden leiden. Daarnaast had ik op de maandag en woensdag Indonesisch, dat ging over zowel de taal als over de cultuur.”
“Er is een enorm verschil tussen het niveau daar en het niveau in Nederland. Als je geluk hebt, spreken de docenten daar goed Engels. Ze weten veel van hun vakgebied af, maar niet hoe je moet lesgeven. Ze gaan voor de klas zitten en lezen de stof voor vanaf de computer, een soort monoloog. De studenten worden niet betrokken bij de les, daardoor let niemand echt op.”
“Het voelde allemaal een beetje dubbel. Aan de ene kant gaven de docenten ons echt de vrijheid om de omgeving te ontdekken en te genieten van onze tijd daar. Aan de andere kant hadden de docenten niet in de gaten hoe slecht het eigenlijk was. Vaak waren de docenten aan het einde van de les erg tevreden, terwijl wij elkaar aankeken met een blik van: wat hebben we nu eigenlijk geleerd? De tentamens waren heel makkelijk.”
Wat was je grootste ‘culture shock’?
“De viezigheid die je soms ziet. Bali is prachtig, maar sommige plekken… We zijn bijvoorbeeld naar een traditionele markt geweest. Een gebouw van vijf verdiepingen hoog en groot in oppervlakte. Er is van alles te vinden: kruidenier, slagerij, noem maar op. Voor onze begrippen is het er erg vies. Tussen de knoflook door zie je de kakkerlakken lopen. In de slachterij liggen ganzen die onthoofd zijn en op de nekken ligt dan het geld. Ratten lopen overal overheen. Er zijn wel westerse supermarkten. Daar hebben we uiteindelijk onze de boodschappen gedaan, al waren ze daar iets duurder. Maar restaurants halen hun ingrediënten ook op zo’n traditionele markt. Dus op die manier at ik het alsnog.”
Hoe heb je dat aangepakt?
“Via Google Maps bekeek ik de reviews van restaurants. De eerste week hebben we erg afgetast waar je fatsoenlijk kunt eten en waar niet. Uiteindelijk kwamen we bij een piepklein restaurantje in een steegje. Er stonden maar vijf stoelen. Heel simpel, maar de eigenaar was superaardig en het eten was lekker en goedkoop. Uiteindelijk hebben we alleen maar daar gegeten, dan wisten we zeker dat het goed was.”
Wat zijn je mooiste herinneringen aan je tijd op Bali?
“Heb je even? Ik heb met dolfijnen gesnorkeld. Ik heb een vulkaan beklommen en blauw lava gezien. Ik ben op Java geweest. Duiken in het water van Bali is echt een aanrader. Ik heb een paar traditionele dansen geleerd. In een tempel ben ik gereinigd onder dertien kranen, wat zou staan voor dertien goden. Dat was echt heel gaaf. Met een groepje heb ik een tocht door een tropisch regenwoud gemaakt. Tijdens die tocht moesten we door een waterval omhoog klimmen, bloedzuigers zaten op mijn armen, overal waren giftige planten. Op dat moment dacht ik dat ik dood zou gaan, maar achteraf was het een hele gave ervaring. En verder: prachtige beachclubs, mooie stranden en je kon er echt geweldig uitgaan.”
Als je in een paar zinnen het zou moeten samenvatten, hoe heb je je tijd ervaren op Bali?
“Het was geweldig, een hele bijzondere ervaring. Ik heb veel over een andere cultuur geleerd en de verschillen leren waarderen. Ik heb nieuwe mensen leren kennen waar ik nu nog contact mee heb, zoals de kok van het restaurantje. Ik raad het echt iedereen aan om een minor in het buitenland te doen. Zo’n kans krijg je nooit meer. Je leert wellicht weinig voor je studie, maar je leert heel veel over de wereld en over jezelf.”
Punt. Of had jij nog wat?