Terug naar overzicht

Nieuwe Kader Onderwijs- en Examenregeling: meer uniformiteit en herkansen van voldoendes

De Avans Medezeggenschapsraad (AMR) stemde dinsdag 6 februari in met de nieuwe Kader Onderwijs- en examenregeling (OER). Anders dan bij voorgaande jaren is dat een groter inhoudelijk deel nu instellingsbreed is vastgelegd, en niet per academie of opleiding verschilt.

‘’Dat komt door het modulaire onderwijs, studenten kunnen straks bij verschillende academies modules volgen. Dan is het niet fijn als ze tegen verschillende regelgeving aanlopen’’, zeggen Caroline Essink-Matzinger en Niels Willemsen. Zij zijn beiden senior beleidsadviseur bij Avans.

De OER beschrijft onder andere het examenprogramma, tentameneisen, regels voor vrijstellingen, hoe het gaat met tentamens, de regeling voor het bindend studieadvies en regels rondom bezwaar, klachten en beroepen.

Voldoendes herkansen
De nieuwe OER is inhoudelijk op een aantal punten anders dan voorgaande jaren. Zo kunnen studenten vanaf studiejaar 2024-2025 elke voldoende herkansen. Dat kon voorheen alleen bij een aantal opleidingen. ‘’Dit past in de flexibilisering van het onderwijs waar Avans naartoe gaat en biedt de student meer kansen. Als ze een bepaald gemiddelde willen halen om naar de universiteit te gaan, kan het lonen om een voldoende te herkansen’’, zegt Willemsen.

Leden van de AMR vroegen zich tijdens een bespreking wel af wat dit betekent voor de werkdruk van docenten. Die kunnen met de nieuwe regel rekenen op meer nakijkwerk. ‘’Dat is te snappen, maar het studentenbelang weegt zwaarder en mag voorgaan’’, aldus de Avansmedewerker. Volgens Essink-Matzinger, die navraag deed bij academies die al met dit systeem werken, gaat het wel meevallen met die extra werkdruk. ‘’De meeste studenten zijn allang blij met een voldoende. Maar we gaan het wel meenemen in evaluaties’’

Toetsonderdelen
Doordat de leereenheden van opleidingen groter worden, wordt het aantal toetsen minder. “Ook dat gaan we evalueren”, zegt Willemsen. Voor studenten gaat gelden dat ze binnen het studiejaar afzonderlijke toetsonderdelen mogen herkansen. Als ze een gedeelte van de toets niet halen, moeten ze het volgend studiejaar de hele toets opnieuw maken. Het blijft zo dat studenten genoeg gelegenheid krijgen om toetsen te herkansen.

Beoordelingsschaal excellent
Er wordt ook een wijziging aangebracht in een van de beoordelingsschalen. Studenten krijgen een cijfer of woordbeoordeling, in het rijtje voldaan en niet voldaan komt daar ‘excellent’ bij. Daar hebben vooral kunststudenten baat bij volgens de makers. ‘‘Een excellente beoordeling is in die wereld belangrijk. Bovendien is het lastig om een kunstwerk te beoordelen met een cijfer’’, zeggen de beleidsmedewerkers.

Cum laude
Wie in de toekomst afstudeert met het gemiddelde eindcijfer 8, studeert cum laude af bij Avans. De beoordeling van een minor telt daarin overigens niet mee. ‘’Als studenten hun minor volgen bij een andere hogeschool, dan wordt de beoordeling gedaan door externen en soms met een voldaan of niet voldaan. Daarmee krijg je rechtsongelijkheid. Alleen cijfers behaald binnen Avans tellen mee.’’

Bindend studieadvies
In de OER is ook het bindend studieadvies vastgelegd. Studenten moeten in het eerste jaar minstens 45 studiepunten halen om hun opleiding te mogen vervolgen. Voor de meeste deeltijdopleidingen was het bindend studieadvies al vervallen, alleen de Pabo werkte er nog mee. Nu is het ook daar afgeschaft. “De Pabo heeft eigen toelatingstoetsen die studenten moeten halen.”

Zes beloftes
De hogeschool gaat vanaf het nieuwe collegejaar ook werken met zes beloftes op het gebied van studentbegeleiding. Het is niet zo dat de hogeschool dat tot nu toe niet belangrijk vond, maar nu is het expliciet vastgelegd in de OER. De beloftes luiden bijvoorbeeld dat iedere student ruimte krijgt om een eigen professionele identiteit te ontwikkelen en toegang heeft tot extra begeleidingsaanbod.

Dat er nu een OER ligt waarin meer instellingsbreed is vastgelegd, betekent volgens de makers overigens niet dat academies zelf niets meer te zeggen hebben over hun onderwijsprogramma. Volgens Willemsen blijft de opleiding heer en meester over het examenprogramma. ‘’In bijlages beschrijven zij nog steeds het opleidingsniveau en wat studenten moeten kunnen. Afspraken over de instroom met een Associate Degree-diploma of andere trajecten, bepalen zij nog steeds. Net als de examenprogramma’s en overgangsregelingen’’, vertellen de twee.

De AMR stemde dinsdag 6 februari in met de OER. Pepijn Welvaarts is studentlid van de AMR en zit in de werkgroep die zich bezighield met het beleidsstuk. Uiteindelijk gaf de werkgroep een positief stemadvies aan de andere AMR-leden, maar er waren in eerste instantie wel wat zorgen, met name op het gebied van de uniformiteit. Vanuit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek hebben opleidingscommissies en de academieraad op bepaalde thema’s instemmingsrecht. Maar doordat bepaalde thema’s al in de OER zijn vastgelegd, kunnen die organen dat nu niet meer overal op doen. Vragen die de raad daarover aan het College van Bestuur stelde, zorgden echter voor verheldering. ‘’De uitleg van het CvB over het invulling geven aan het inhoudelijke onderwijs gaf een veel beter beeld over de intenties. Wel willen we er volgend jaar als raad wel meer op letten. We maakten de overweging tussen het belang van de uniformiteit in de OER en het belang van input voor het studentenperspectief’’, vertelt hij.

Studentbegeleiding
De AMR maakt zich zorgen over het feit of studenten die extra begeleiding nodig hebben, wel genoeg begeleiding krijgen in het flexibele onderwijs dat volgend collegejaar start. Dat vraagt namelijk veel van de zelfstandigheid van studenten. ‘’De OER is de basis, opleidingen maken hun eigen beleid, bijvoorbeeld met betrekking tot neurodivergente studenten. Maar de wens om monitoren is er nog wel.’’

Inbreng studenten
Pepijn maakt zich tot slot zorgen over de inbreng van studenten bij de totstandkoming van de nieuwe OER. Die is volgens de beleidsmakers gewaarborgd, maar het AMR-lid had daar twijfels bij. ‘’Het is lastig, want de OER is een breed document, maar voor studenten wel belangrijk. Die zorgen spelen niet alleen bij de OER, maar ook bij andere beleidsdocumenten. We doen dan ook een aanbeveling om daar meer op te letten in de toekomst en gaan dat zelf ook doen.’’

Over een aantal nieuwe punten was Pepijn ook wel enthousiast. Zo vindt hij het goed dat wordt opgenomen welke vakken verplicht zijn en is hij voorstander van het herkansen van voldoendes. ‘’Dat is goed voor studenten. Als je meer van jezelf verwacht en jezelf wil bewijzen, krijg je nu de optie dat te doen. Daar ben ik blij mee.’’

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?