Schaken is heel populair, steeds meer Nederlanders spelen regelmatig online een potje. Sam Baselmans, vierdejaarsstudent Technische Bedrijfskunde in Tilburg, ontdekte de sport al jaren geleden. “De regels leren is één ding, daarna wil je steeds beter worden.”
De broertjes van Sam begonnen al eerder met schaken, hij was toen nog “met andere dingen bezig”. Hij ging wel mee naar toernooien als toeschouwer en kwam op het punt dat hij zelf wilde leren schaken en meedoen aan die toernooien. “Dat deed ik sindsdien ieder weekend”, vertelt de student. “Met een prijsvraag had ik een stapel schaakboeken gewonnen, die ben ik uit mijn hoofd gaan leren. Hoe beter ik werd, hoe enthousiaster ik ook werd.”
Sam traint zo’n vijftien uur per week en de weekends staan nog steeds in het teken van toernooien. Met zijn stage, bijbaan en de schaaklessen die hij geeft vraagt dat om een strak schema. “Ik moet mijn tijd goed indelen.” Al die uren die hij in het schaken heeft gestoken, hebben hem ook geholpen tijdens zijn studie en stage. “Ik heb analytisch leren nadenken. Die inzichten helpen bijvoorbeeld bij het maken van een stappenplan.”
De student is lid van schaakclub De Stukkenjagers uit Tilburg en oefent tijdens clubavonden met andere leden. In teamverband speelt hij tegen andere clubs. En omdat hij ook lid is van een Belgische club, doet hij ook daar mee aan de competitie. “Trainen is eigenlijk zo veel mogelijk spelen en leren van je fouten.”
Handigheidjes
Daarnaast verbetert de student zichzelf door het kijken van schaakvideo’s en het online volgen van toernooien. “Zo doe je nieuwe ideeën op voor bijvoorbeeld openingen. De opening van een partij is een aspect waar je het verschil mee kunt maken. Die oefen ik dan met iemand van de club. Je leert ook allerlei handigheidjes door partijen te kijken”, vertelt Sam.
“Online schaken houd je scherp”, vindt Sam. Maar hij speelt liever niet tegen schaakcomputers. “Die zien alles en doen altijd de beste zet. Wij mensen kunnen nooit zo goed worden. Computers hebben veel meer rekencapaciteit.” Als een online tegenstander valsspeelt door een computer te gebruiken, valt dat op. “Ik zie dat het ‘onmenselijke’ zetten zijn. Een mens kan niet 100 procent van de tijd de beste zet doen. Je merkt het ook doordat iemand na lang nadenken met een simpele zet komt. Dan weet je dat diegene de partij speelt met een schaakcomputer erbij.”
Lang concentreren
De student bereidt zich voor op toernooien door oude partijen van tegenstanders online op te zoeken. “Als je veel over ze weet, is dat de beste verdediging.” Daarnaast is het belangrijk om goed uitgerust te zijn. “Je moet je lang concentreren, een potje kan soms wel zeven uur duren. Je speelt een of twee partijen op een dag. Schaken is een psychologisch spel, tegenstanders zijn er van jong tot oud, daaraan pas je je spel aan.” Heel belangrijk: “Je moet je tegenstander nooit onderschatten.”
Ooit hoopt hij grootmeester te worden in het schaken, een titel die je altijd behoudt. Daarvoor moet je een rating behalen van 2500. Die rating geeft aan hoe sterk een speler is. Heb je bijvoorbeeld een tegenstander met een hogere rating en weet je daarvan te winnen, dan levert je dat meer punten op. “Hopelijk mag ik mezelf dit jaar nog FIDE Meester noemen”, zegt Sam. “Daarvoor moet je een rating van 2300 behalen. Daarna wordt het moeilijker om nog te stijgen, maar ik heb er vertrouwen in dat het lukt.”
Punt. Of had jij nog wat?