De studenten Forensisch Laboratorium Onderzoek sloten hun minor Keten Analyse geheel in stijl af. Twintig weken zijn ze bezig geweest met het doen van onderzoek naar ongelukken en misdaden. Ze hebben hun bevindingen samengebracht in een rapport, dat ze moesten verdedigen in de fictieve rechtszaal.
De misdaden en ongelukken hebben ze zelf bedacht, en het onderzoek hebben ze niet daadwerkelijk uitgevoerd. In deze minor gaat het vooral om de juridische kant van het vak. Vandaar ook dat de studenten formeel gekleed naar het eindgesprek moesten komen, dat gegoten werd in de vorm van een rechtszaak.
Nakijkwerk
Mike Gielisse is zojuist ondervraagd in de rechtszaal. Hij zit naast een medestudent die straks aan de beurt is. Één voor één worden de studenten naar binnen geroepen om daar twintig minuten lang ondervraagd te worden door de ‘advocaat’, de ‘officier van justitie’ en de ‘rechter’; allen Avansdocenten. ‘Maar de rechter is net weg gegaan’, vertelt Gielisse. ‘Die had nog nakijkwerk liggen.’
De gebruikelijke ondervraging aan het eind van de minor, is dit jaar anders ingekleed dan voorgaande jaren. ‘Dit is een veel formelere manier om de minor af te sluiten dan we gewend zijn’, vertelt Kay Michiels, één van de docenten. ‘De studenten blijven goed in hun rol. Ze doen hierdoor ervaring op met het verschijnen in de rechtbank. Want hoe gedraag je je als forensisch onderzoeker in een rechtszaal? Deze formele afronding werkt goed.’
Vliegtuigongeluk
Gielisse heeft samen met drie medestudenten een neergestort vliegtuig onderzocht. ‘Ik heb me gericht op de twee zwarte dozen die zijn gevonden’, vertelt hij. ‘De anderen zijn bezig geweest met doodsoorzaken, DNA en toxicologisch onderzoek.’ De studenten mochten zelf een scenario uittekenen. ‘Andere studenten hebben bijvoorbeeld een drugsmoord bedacht.’
In de rechtbank moeten de studenten hun aanpak verdedigen en vertellen hoe betrouwbaar hun resultaten zijn. ‘Je moet verantwoorden wat je hebt uitgevoerd en hoe dat in theorie zou zijn gegaan’, vertelt Gielisse. ‘We zijn weleens naar rechtszaken geweest; het kan namelijk zijn dat je later opgeroepen wordt. Je moet je onderzoek kunnen verdedigen in de rechtbank.’
Toneelstukje
Het is niet zomaar een toneelstukje dat wordt opgevoerd door de docenten. Ze hebben namelijk wel degelijk ervaring in de juridische wereld. ‘Ik ben zelf meester in de rechten’, vertelt Michiels. ‘Mijn collega ook, en een andere collega is technisch rechercheur.’
‘Vorig jaar ben ik in Engeland geweest, en daar deden ze het op deze manier. Dat vond ik een goed idee, en we hebben het hier dus ook ingevoerd’, legt Michiels uit. Ze is zeer tevreden over de nieuwe aanpak. ‘En volgens mij de studenten ook.’ [MvdB]
Punt. Of had jij nog wat?