Universiteiten en hogescholen krijgen geld voor onderwijs, onderzoek en kennisoverdracht aan de maatschappij. En dus niet voor sportfaciliteiten en kantines, bevestigt minister Bruins.
Het ministerie van Onderwijs draait de duimschroeven aan. Er moet een einde komen aan goedkoop sporten en lunchen voor studenten en medewerkers. Of zoals het ministerie er tegenaan kijkt: onderwijsinstellingen mogen publieke financiering niet zomaar gebruiken voor ‘private activiteiten’.
Tot die private activiteiten behoren volgens het ministerie dus ook sportfaciliteiten en kantines. Volgens universiteitenvereniging UNL kan een sportabonnement voor studenten 700 euro per jaar gaan kosten, in plaats van zo’n 200 euro nu.
Welzijn
“Ik vind het onbegrijpelijk”, zei Tweede Kamerlid Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA) woensdag in debat met minister Eppo Bruins. Volgens Stultiens zijn de sportfaciliteiten overduidelijk van belang voor het mentaal welzijn van studenten. De nieuwe regels van het ministerie noemt hij een voorbeeld van “doorgeslagen marktwerking”.
Maar volgens minister Bruins is er helemaal geen sprake van een nieuwe regel. Je mag gewoon geen geld besteden aan andere doelen dan onderwijs, onderzoek en kennisverspreiding, is zijn standpunt. Als je dat wel doet, dan moet het onder strikte voorwaarden gebeuren.
Vlak voor het debat antwoordde Bruins op schriftelijke vragen “dat studentvoorzieningen zoals sportfaciliteiten en universiteitsmusea positief kunnen bijdragen aan het welzijn van studenten, en daarmee ook aan hun persoonlijke ontplooiing en studieresultaten”. Maar dat is niet het enige wat telt, legde hij uit.
De minister wil “de grenzen van publieke bekostiging” bewaken. Dus voor sportfaciliteiten en kantines moeten de onderwijsinstellingen de kostprijs in rekening brengen, of anders een marktconform tarief hanteren. “Zo wordt voorkomen dat publiek geld weglekt of er sprake is van marktverstoring.” Dit geldt bijvoorbeeld ook voor universitaire musea en dergelijke. In het debat herhaalde Bruins dit standpunt.
Druk opbouwen
Stultiens laat het er niet bij zitten, zegt hij in een reactie na het debat. “We gaan de druk verder opbouwen. We hebben de studenten en universiteiten aan onze kant.” Hij wil een motie indienen.
Volgens de universiteiten zal de nieuwe koers alleen maar tot administratief gedoe leiden. Er is zelfs een risico dat geen enkel jaarverslag over 2025 wordt goedgekeurd, waarschuwen ze.
Bovendien gaat ook het aanbod van cursussen en nascholing tot problemen leiden: die moeten dan ook duurder worden. Ook de hogescholen waarschuwen hiervoor: de zij-instroom van lerarenopleidingen zou op het spel staan. Dat zijn opleidingen voor mensen die zich omscholen naar het onderwijs.
Bruins komt hier nog op terug, zei hij tegen de Tweede Kamer. Het ministerie voert een verkenning uit naar een ‘wettelijke opdracht’ voor een leven lang leren in het hoger onderwijs en de rol van publiek en privaat onderwijs daarin. “Onze inzet is om de kwaliteiten van publieke en private aanbieders goed te benutten.”
Punt. Of had jij nog wat?