Terug naar overzicht

Liefde, vriendschap of een blauwtje: Bourgondiër Michiel houdt van zijn bruine boterham met brie

Benjamin Blokhuis. Foto via: Superformosa

Student Benjamin Blokhuis is op zoek naar gezellige ontmoetingen met medestudenten binnen de hogeschool. Hij gaat hiervoor de Avanssteden af en schrijft over zijn date-avonturen in de rubriek Liefde, vriendschap of een blauwtje. Aflevering 4: Avansstudent Michiel en de spartelende rat.

Ik bel mijn oma elke week. Vorige week belde ik haar weer. Ik vertel haar dat ik met een klasgenootje een project doe op school. Ze zegt niet: ‘Wat leuk!’, of ‘Wat doe je dan precies?’, ze zegt: ‘Klasgenootje?… Is dat een meisje?’, waarop ik reageer met: ‘Ja’. Ze zegt: ’Is dat je vriendin?!’, waarop ik, zoals elke week als ik haar bel, haar vertel dat ik nog steeds geen vriendin heb. Ze begint een heel verhaal over dat het wel echt tijd wordt en dat ik nu wel echt een vriendin moet krijgen. 

Dat was precies de motivatie die ik nodig had. Ik heb een date gepland met Michiel, een vriend van een vriendin van mij. Voor het eerst in Liefde, vriendschap of een blauwtje heb ik afgesproken met een Avansstudent, in plaats van dat ik naar iemand toe stap op een Avanslocatie. Michiel, student Werktuigbouwkunde, had een mailtje gestuurd naar de redactie van Punt omdat hij sinds kort in Den Bosch woont en wel nieuwe mensen wil ontmoeten. 

Heel eerlijk gezegd had ik niet super veel zin in de date. Soms voelt daten een beetje vermoeiend (wéér iemand leren ‘kennen’, en daarna weinig contact dat steeds verwatert). Maar mijn oma heeft gelijk: het wordt tijd voor een vriendin. Of een vriendje, dat mag ook, vind ik. Dus ik ga hem gewoon leren kennen, misschien wordt het wat en kan ik mijn oma volgende week wél blij maken.

In de vorige aflevering ging Benjamin op date met vijf studenten tegelijk. Dat verhaal lees je hier.

Ik spreek met Michiel af in de Verkadefabriek, een theater en horecazaak in Den Bosch. Als ik hier aankom, zit hij op een bankje voor het terras (en dus niet óp het terras). Het is prachtig weer en hij zit in het zonnetje. Hij lijkt een beetje op Jezus. Lang haar en hij is een beetje dun. Best een knappe jongen. Hij zegt dat hij wel heeft ontbeten, maar eigenlijk nog niet genoeg. Het is half 11. Hij wil nog even een boterham smeren. Met brie. Ik noem hem een bourgondiër. We moeten erom lachen.

Terwijl hij zijn eerste happen bruine boterham met brie opeet, beginnen we te kletsen. Hij zegt: “Het is een beetje raar, ik heb net een gekke situatie meegemaakt.” Wat blijkt? Hij heeft onderweg naar de date een rat aangereden met zijn klapfiets. Hij zei dat hij dacht dat hij over een tak reed, maar toen hij omkeek zag hij een spartelende rat. Hij vertelt dat hij twijfelde of hij de rat moest reanimeren of door moest fietsen naar onze date. Doordat de rat al steeds minder bewoog besloot hij toch maar door te fietsen.

Michiels bruine boterham met brie

Hij eet zijn boterham op en we gaan op het terras zitten. Ik bestel een ijskoffie omdat het zo warm is. Ik schaam me altijd een beetje als ik ijskoffie bestel. Espresso is cool. Ijskoffie is voor watjes, maar ik vind het zo lekker.

Hij bestelt een cola. Aangezien het tien over half twaalf is en hij cola drinkt, vind ik dat ik me niet hoef te schamen voor ijskoffie. Wie drinkt er nou cola voor 12 uur? Wie drinkt er überhaupt cola? 

We zitten te kletsen. Kletsen, kletsen en kletsen. Het is best gezellig. We lachen ook best veel. Hij vertelt dat het een paar dagen uit is met zijn vriendin en dan zegt hij grappend dat ik zijn rebound ben. Ik denk dat dat niet waar is, want hij valt niet op jongens, heb ik gehoord van onze gedeelde vriendin.

Ik heb de afgelopen columns de mensen een beetje geprobeerd te vangen. Dat was lastig, want ze liepen steeds weg (dit is een grap). Ik probeerde ze een beetje te vangen in één column. Wat drijft deze mensen? Waarom reageren ze zoals ze reageren? Wat typeert deze mensen?

Een klapfiets typeert Michiel. Hij vertelt er veel over. Misschien komt het omdat het verhaal over de overleden rat als een rode draad door de date heen loopt. Die komt steeds weer terug. En zo komt zijn klapfiets dus ook steeds terug. 

Verder kom ik niet. En dat frustreert me. Ik vind het lastig dat ik niet het gevoel heb dat ik hem écht heb leren kennen. We kwamen niet verder dan koetjes en kalfjes. Misschien is er in zijn hoofd niet veel meer dan koetjes en kalfjes. Misschien heeft hij een klapfiets en koetjes en kalfjes. En verder niets. Maar daar ben ik in deze date niet achter gekomen.

We gaan nog een keertje boulderen, hebben we afgesproken. Dat kwam voor mij ook uit het niets vallen. Ineens stelde hij voor om samen te boulderen. Ik had boulderen niet achter hem gezocht, maar blijkbaar doet hij dat en hij vroeg of ik mee wilde.

Ik denk niet dat hij mijn aanstaande is. Ookal voel ik de druk vanuit mijn oma om een vriendin te krijgen, hij is dat niet. Het klikte wel, maar echt niet op een romantisch vlak. Ik zou het leuk vinden om hem af en toe tegen te komen, ik denk dat er niet meer inzit. Maar misschien nog een keertje boulderen.

Dus als ik oma weer bel volgende week moet ik wéér zeggen dat ik geen vriendin heb. Sorry oma. Ik doe mijn best.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?