Een groot deel van de Tweede Kamer verzet zich tegen de taaltoets voor bestaand Engelstalig bacheloronderwijs. NSC ondersteunt een oproep van oppositiepartijen hierover.
Het ministerie van Onderwijs werkt al jaren aan een wet die de instroom van buitenlandse studenten moet afremmen. Dat kan onder andere via de onderwijstaal. Als opleidingen grotendeels in het Nederlands worden gegeven, komen er waarschijnlijk minder buitenlanders op af.
In het wetsvoorstel van onderwijsminister Eppo Bruins staat daarom een taaltoets. De huidige ‘anderstalige’ opleidingen moeten straks aan allerlei eisen voldoen, willen ze in het Engels blijven lesgeven. Anders moeten ze op het Nederlands overstappen.
Vijf zetels
Maar een groot deel van de Tweede Kamer wil er nu vanaf. Veel partijen zijn te spreken over het voorstel van universiteiten om zelf de internationalisering in balans te brengen. Bovendien loopt het aantal internationale bachelorstudenten al terug, liet ook internationiseringsorganisatie Nuffic weten.
Tijdens een debat met minister Bruins dienden acht partijen een motie in die de regering vraagt om de taaltoets voor bestaande opleidingen te schrappen. Alleen nieuwe opleidingen zouden zich voor eventueel anderstalig onderwijs moeten verantwoorden.
De motie komt van het CDA en heeft steun van GroenLinks-PvdA, D66, DENK, Volt, ChristenUnie en SGP. Ook regeringspartij NSC staat er als medeondertekenaar op. Dat betekent dat de motie slechts vijf zetels tekortkomt voor een meerderheid.
‘Geopolitieke ontwikkelingen’
Die zouden kunnen komen van de VVD. Van die partij stelde Claire Martens tijdens het debat de vraag of Bruins zijn bezuinigingen nog wel kan halen zonder de taaltoets. De minister beaamde dat volmondig. Martens kon direct na het debat nog niet zeggen of ze de motie gaat steunen.
Vanwege afspraken in het regeerakkoord moest minister Bruins de motie officieel ontraden. Maar hij zag hoeveel partijen de motie nu al steunen en stelt zich gewillig op: “Als de Kamer mij bij meerderheid een andere opdracht zou meegeven dan ben ik daar natuurlijk gevoelig voor.”
Eerder leken veel partijen in de Tweede Kamer sceptischer over internationalisering. Nu noemen de partijen niet alleen de arbeidsmarkt en de dalende studentenaantallen in de ‘regio’ als argument om de taaltoets in te trekken. Ook de “geopolitieke ontwikkelingen” zijn reden om zich tegen de taaltoets te keren. Het lijkt erop dat het anti-wetenschapsbeleid van Trump zich ook in dit debat laat voelen.
NSC
Wat ook zou kunnen meespelen is de harde waarschuwing van de KNAW, vorige week, dat ook in Nederland de academische vrijheid onder druk staat. Het wetenschapsgenootschap noemde daarbij ook expliciet het wetsvoorstel Internationalisering in balans: universiteiten verliezen een deel van hun autonomie als ze niet zelf hun onderwijstaal mogen bepalen.
Coalitiepartij NSC was tot nu toe altijd een groot voorstander van dwangmiddelen om de verengelsing in het hoger onderwijs tegen te gaan. Voormalig Kamerlid Rosanne Hertzberger maakte daar een van haar speerpunten van.
Haar partijgenoot Aant Jelle Soepboer diende tijdens het debat een eigen motie in om te benadrukken dat hij de terugkeer van het Nederlands in het hoger onderwijs nog steeds heel belangrijk vindt. Want: “Het is schier onmogelijk om op een terras in het Nederlands een drankje te bestellen”, stelde hij.
Bindende afspraken
Net als in de breed gesteunde CDA-motie tegen de taaltoets vraagt Soepboer om in een bestuursakkoord ‘bindende afspraken’ te maken met het hoger onderwijs. Dat is dus iets anders dan wettelijke dwang.
Hoe de overige twee coalitiepartijen over de CDA-motie denken is niet duidelijk. Coalitiepartij BBB was niet bij het debat aanwezig en de PVV sprak zich niet uit. Aankomende dinsdag moeten ze laten weten hoe ze tegenover een versoepeling van de wet staan. Dan wordt over de motie gestemd.
Punt. Of had jij nog wat?